mgm nvj maart

— vrijdag 12 februari 2010, 21:40 | 0 reacties, praat mee

Politieke meetings waren Twitter van vroeger

Politieke meetings waren  Twitter van vroeger
© Truus van Gog

Zeven jaar heeft Piet Hagen – onder andere oud-hoofdredacteur van De Journalist – gewerkt aan de biografie van politicus, dichter en journalist Pieter Jelles Troelstra. ‘Elke dag met veel plezier.’ We spreken met hem over de journalistiek van toen en nu. Laatste wijziging: 14 februari 2013, 14:41

Langzamerhand durft Piet Hagen, die in 1967 als journalist begon bij Trouw, zich ook historicus te noemen, al aarzelt hij nog.  ‘Maar iemand die vier jaar gestudeerd heeft,  mag zichzelf historicus noemen. Ik heb hier zeven jaar aan gewerkt en natuurlijk eerder al een geschiedenis van de journalistiek geschreven (‘Journalisten in Nederland 1850-2000,  een persgeschiedenis in portretten’ – red.). Ik noem mezelf meestal amateur-historicus. Wat is er mooier dan amateur of liefhebber?’ 

Het is, legt hij uit, een andere wereld, een andere manier van werken. ‘Een boek met 2000 voetnoten, dat is natuurlijk geen journalistiek meer. Ik heb wel het voordeel, als journalist,  dat ik heb leren schrijven en ook snel, en dat ik heb geleerd veel informatie te bewerken en te ordenen.’ 

Toen Hagen aan zijn onderzoek begon, werd hem onder andere de vraag gesteld in hoeverre Pieter Jelles Troelstra (1860-1930) ook journalist was. De sociaal-democraat Troelstra is vooral bekend als politicus (oprichter en dertig jaar politiek leider van de SDAP). Maar daarnaast was hij Fries dichter en werd hij in zijn tijd ook als journalist beschouwd, omdat hij oprichter, hoofdredacteur of medewerker was van vijf kranten: De Sneeker Courant,  De Nieuwe Tijd, De Baanbreker, De Sociaaldemokraat en Het Volk. Hij schreef ook wel reportages en reisbrieven, maar was toch vooral opinieleider. In hoeverre ‘geëngageerde’, ‘gekleurde’  journalistiek journalistiek te noemen is laat Hagen in zijn boek zien. 

Momenteel bestaat er een nieuwe tendens naar het voorop plaatsen van opinie. De kranten van de toekomst zouden het nieuws moeten aanbieden met ‘een scherp randje’, zoals Trouw onlangs schreef. Zouden we terugkeren naar de ‘geëngageerde’ journalistiek van toen?  Hagen: ‘Opinie is nooit weggeweest. Vanaf het moment dat je kunt spreken van moderne journalistiek – 1860-1870 – is er sprake van de twee componenten: nieuws, de feiten enerzijds; duiding, analyse en dus ook opinie anderzijds. Anders is wel dat er toen partijkranten waren met een politicus als hoofdredacteur.  In de jaren ‘60 zijn de kranten zich los gaan maken van de partijen, maar het nieuws werd nog steeds geduid. Sindsdien worden er onder het mom van ‘duiding’ ook zeer subjectieve meningen gegeven. 

Het gaat om betrokkenheid én distantie. Beide zijn nodig. Marc Chavannes in NRC Handelsblad is een goed voorbeeld. Hij is betrokken,  stelt kritische vragen, heeft standpunten,  maar behoudt toch een zekere distantie. Bart Tromp, tot aan zijn dood in 2007 columnist van Het Parool en Elsevier, was ook goed. Hij was een beetje de linksbuiten van de Partij van de Arbeid en kon zich ook tegenover zijn partij heel kritisch opstellen. Ik heb liever dat iemand zegt: ik ben van de PvdA, of van de VVD,  en een goed stuk schrijft, dan dat de journalistiek zich zogenaamd neutraal opstelt en alleen meedeelt: er is ruzie in de partij. Van Willem Breedveld, van Trouw, weet je ook wel dat hij een voorkeur heeft voor een Kabinet van PvdA en CDA. Je weet wat je aan hem hebt. 

In de tijd van Troelstra speelden de discussies binnen de partij zich af in de krant. Dat kon er behoorlijk fel aan toe gaan, zeker tussen Troelstra aan de ene kant en orthodoxe marxisten als Gorter en Henriette Roland Holst aan de andere kant. Ze konden elkaars bloed wel drinken.  In 1903 wisten zij Troelstra tot aftreden als hoofdredacteur van Het Volk te dwingen, al bleef hij wel altijd medewerker en keerde hij jaren later ook terug als hoofdredacteur. Als er nu discussies zijn in de Partij van de Arbeid,  hoor je: er is ruzie, maar je hoort weinig over de aard van de discussie. 

In Troelstra’s tijd las je in de kranten uitgesproken meningen, maar ook de argumenten van de tegenstander. En zo kon de Sneeker Courant schrijven: gisteren stond er in de Middelburgse Courant dit of dat – en daar worden dan verscheidene alinea’s aan gewijd, daar waren ze ruimhartig in. En dan volgt er wel: “Daar zijn wij het helemaal niet mee eens!” 

Het was vroeger ook zo dat mensen van andere partijen gingen opponeren bij een politieke bijeenkomst. De verslagen van die bijeenkomsten stonden uitgebreid in de krant, ook de opmerkingen van de tegenstanders, het is alsof je de mensen hoort praten. Daarnaast staat dan een vlijmscherp commentaar. 

De kranten publiceerden ook uitvoerige Kamerverslagen. Dat deden ze erg goed. Daar kun je bijna blind op varen, op die verslagen. Nu lees je of hoor je op radio en televisie dat de minister het debat heeft overleefd, maar wat er precies gezegd is?’ 

Begrijp me goed, relativeert Hagen met regelmaat,  ‘ik zeg niet dat het vroeger allemaal beter was. Kranten zijn nog nooit zo goed geweest als nu.’ 

Maar toch: ‘Nederlandse kranten waren vermaard in Troelstra’s tijd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam je in Franse of Britse kranten vooral het standpunt van de Entente tegen en in Duitsland dat van de Kaiser. Nederland was neutraal en werd daarom internationaal geciteerd, zoals er ook overal uitgebreid over Troelstra geschreven werd, tot in de New York Times. En al was Het Volk een partijgebonden blad, de krant was ontzettend goed geïnformeerd.  Ook kranten als het Handelsblad en de NRC waren goed. De kranten hadden een hoog niveau, met geringe middelen.’ 

Weer relativeert hij. Internet heeft hem ook voor zijn biografie wel verder geholpen, al moest hij het voornamelijk van papieren archieven hebben. 

‘Het was voor mijn onderzoek wel handig dat er al krantenarchieven gedigitaliseerd waren,  zoals dat van de Leeuwarder Courant. Gelukkig kun je daarin nog wel de opmaak van de kranten zien, dat brengt je terug in de tijd. 

Dat maakt het ook spannend, al weet je wat er gaat gebeuren. In 1914 lees je over gerommel in Servië. Zal de oorlog uitbreken? En ja, in augustus is het zo ver. Hetzelfde gebeurt met Troelstra. Hij was veel ziek, daar werd toen over geschreven ongeveer zoals nu over leden van het Koninklijk Huis. “De heer Troelstra is weer gedeeltelijk hersteld van de kwaal waarover wij vrijdag hebben bericht…” En in 1930,  na een aantal berichten over het verloop van Troelstra’s ziekte: “Troelstra is heengegaan…” 

Er wordt nu wel gedaan alsof partijpolitiek iets onbehoorlijks is, maar het is natuurlijk heel wezenlijk voor de democratie. Een journalist mag van mij ook lid zijn van een partij, het is hoe dan ook onmogelijk om volstrekt neutraal te zijn, iedereen is op 101 manieren bij van alles betrokken. Een te grote distantie is mijns inziens erger dan een te grote betrokkenheid.  Pure opinie mag ook in de krant, met uitzondering van scheldkanonnades. Als professioneel journalist plaats je de dingen dan in een context,  in een groter perspectief. Dat gebeurt nu te weinig, misschien omdat het te snel gaat. 

Troelstra was geen journalist in de moderne zin. Hij was een politicus die kranten tot zijn beschikking had en die goed kon schrijven –  en goed een zaal kon toespreken. Tijdens een campagne had hij soms wel honderd bijeenkomsten,  in Drachten, Dokkum, Utrecht, Hilversum…  Elke avond kwamen er vijfhonderd mensen. Dan werd er, van achter uit zo’n zaal,  ook van alles geroepen. “Hoe durf jij dat te zeggen, vuile revolutionair?” Nu zou dat gezegd worden op standpunt.nl, op Twitter, of op GeenStijl. De politieke bijeenkomsten – of de pamfletten, of het straatoproer – van toen waren als het Twitter van nu.’ 

Het boek ‘Politicus uit hartstocht. Biografie van Pieter Jelles Troelstra’ verschijnt op 18 februari (De Arbeiderspers, ISBN 9789029572163, 972 pagina’s, € 39,95). 

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.