Opiniebladen links en rechts ingehaald

De opiniebladen hebben het zwaar. De printoplages zijn de afgelopen zeven jaar – De Groene Amsterdammer uitgezonderd – in een vrije val beland. Digitaal worden ze voorbij gestreefd door nieuwe initiatieven. Laatste offer: Vrij Nederland gaat na 75 jaar verder als maandblad. Hoe moet het verder?
Het rommelt bij de opiniebladen. Vrij Nederland maakte in december plannen bekend om in 2016 verder te gaan als maandblad. De titel gaat zijn focus verleggen naar de website, waar meer dagelijkse opinies op komen te staan, en er ligt een plan voor een multimediaal platform voor onderzoeksjournalistiek. Hoofdredacteur Frits van Exter stapt op, en een nog onbekend aantal redacteuren verliest hun baan.
Het nieuws kwam niet helemaal onverwacht. Vrij Nederland kent een gestage oplagedaling sinds 2000. Van 56.000 naar 26.000, rekende mediaonderzoeker Piet Bakker voor. Het grafiekje met de oplages van alle opiniebladen sinds begin deze eeuw is er sowieso niet één om vrolijk van te worden. Alleen De Groene Amsterdammer laat groei zien. Voor de rest kun je grofweg stellen dat de gezamenlijke opiniebladen in vijftien jaar praktisch in oplage zijn gehalveerd.
HP/De Tijd moest om die reden in 2012 de frequentie al verlagen naar maandelijks. De oplage bleef stabiel rond de 20.000. (In de hoogtijdagen rond de Margarita-affaire in 2003 was dat nog het dubbele.) Maar, betoogt Bakker, je zou ook kunnen zeggen dat het met 75 procent is teruggelopen, van 20.000 per week, naar 20.000 per maand. Volgens vakgenoten speelt HP sinds de maandfrequentie eigenlijk geen actieve rol meer in het publieke debat.
Ook Elsevier, dat lang op peil bleef, verloor de laatste jaren 50.000 van de oplage, en zit in de maag met een op handen zijnde naamswijziging. RELX Group, die het weekblad afgelopen maand verkocht aan New Skool Media, wil om strategische redenen dat Elsevier binnen acht jaar de titel inlevert. Deskundigen spreken van een ‘doodsteek’ voor het weekblad.
Gouden tijden
Is er voor opinie dan helemaal geen markt meer? Daar lijkt het niet op. ‘De vraag naar opinie is nooit gróter geweest dan nu’, durft oud Groene-directeur Teun Gautier zelfs te beweren. ‘De opiniebladen zouden dus eigenlijk gouden tijden moeten beleven. Maar dat doen ze niet.’ Een legio redenen zijn aan te voeren over het waarom. Het ligt aan de kranten die de functie van de opiniebladen hebben overgenomen; aan de ontzuilde samenleving; aan de ontlezing onder de jeugd; aan de strijd om de tijd van de consument.
Maar volgens Gautier moeten de uitgevers vooral bij zichzelf te rade gaan. ‘De opiniebladen zijn niet in staat geweest om in veranderende tijden relevant te blijven. Neem Vrij Nederland: als je het leest denk je: maar wat wil je nou eigenlijk zeggen?’ De reden dat De Groene als enige overeind blijft, heeft daar volgens Gautier alles mee te maken. ‘De Groene heeft een haarscherp profiel. Zij zijn de bron van het discours voor de bovengemiddeld nieuwsgierige mens. En dat voeren ze perfect uit.’
De rest word links en rechts ingehaald door nieuwe initiatieven als De Correspondent, met meer dan 40.000 ‘leden’ – zoals ze de abonnees noemen – inmiddels groter dan Vrij Nederland. Of websites als The Post Online, met één miljoen unieke bezoekers per maand, en het snel opkomende internationale opinieplatform Medium.
Zwarte cijfers
Een rondgang langs de hoofdredacteuren leert dat die helemaal niet zo somber zijn. Hoofdredacteur Arendo Joustra van Elsevier benadrukt dat zijn weekblad nog altijd financieel gezond is, en dat de oplage zich het afgelopen jaar licht heeft hersteld. Elsevier stapte medio vorig jaar over op het digital first model met een betaalmuur. Komend jaar moet dat verder worden verfijnd en wordt web-tv toegevoegd aan de site. Maar niet als overlevingsstrategie, zegt Joustra. ‘Men vergeet altijd dat het meeste geld wordt verdiend met print. We hebben wel eens een redacteur gehad die zei: “Zet eens een stip op de horizon, ga volledig digitaal”. Maar dan heb je de ware functie van een weekblad niet begrepen. Elsevier heb je na een uur uit, en dan ben je geïnformeerd; de wereld in je handpalm. Dat bevredigende gevoel kan internet je nooit bieden.’
Dat HP/De Tijd niet meer mee zou tellen, noemt hoofdredacteur Tom Kellerhuis ‘stemmingmakerij’. ‘Het laatste interview met Joost Zwagerman verkochten we 30.000 keer op Blendle en in print was dat ook het bestverkochte reguliere nummer van het jaar. We blinken uit in journalistieke ambacht.’ Het blad heeft geen enkele redacteur meer in vaste dienst; ook de hoofdredactie is freelance. ‘Gezonde bedrijfsvoering’, noemt Kellerhuis dat. ‘Ik denk dat de toenmalige directie een goede beslissing heeft genomen door het tij te keren voordat het te laat was’, zegt hij. ‘Voor het eerst in 25 jaar schrijven we zwarte cijfers.’
Vrij Nederland wil de nieuwe plannen nog niet toelichten; daar heerst radiostilte zolang de voorgenomen reorganisatie loopt. Uitgever van De Correspondent, Ernst-Jan Pfauth, geeft het alvast kans van slagen mits goed uitgevoerd. ‘Als het blad het belangrijkste blijft en alles daarop is gericht, zie ik het somber in. Maar als ze al hun tijd en talent steken in een goed digitaal product, en het papier gaan zien als een ‘best off’ van wat er online is gebeurd, dan zijn er zeker mogelijkheden’, zegt hij. Een digitaal abonnement zou dan wel veel goedkoper moeten zijn dan nu het geval is. ‘Niet zo’n ding dat duurder is dan twee keer Netflix.’
Authentiek verhaal
Klaske Tameling, onderzoeker en adviseur op het gebied van crossmediale journalistiek, is niet zo onder de indruk van alle plannen. ‘De opiniebladen roepen al tien jaar dat online heel belangrijk wordt, maar daar handelen ze niet naar.’ En de tijd dringt, meent ze. Een recent rapport van onderzoeksbureau McKinsey spreekt de verwachting uit dat al in 2017 wereldwijd meer geld zal worden besteed aan digitale media dan aan traditionele media. En ondertussen veranderen de opiniebladen slechts ‘in de marge’. ‘De kern van het probleem is dat er altijd wordt gedacht vanuit het bestaande. Ik hoor geen authentieke, nieuwe plannen. Het platform voor onderzoeksjournalistiek dat Vrij Nederland wil starten, klinkt als wat De Groene al doet. Web-tv bij Elsevier: dat roept ook iedereen. Maar het gaat er om wát voor video je maakt. Waarin kan jij je als merk onderscheiden. Op elk platform en in elke vorm aanwezig willen zijn is geen visie maar paniekvoetbal.’
Tameling pleit voor veel ingrijpender veranderingen. ‘De discussie blijft maar gaan over een nieuwe website of het bouwen van een app. Waar hij over zou moeten gaan is: hoe is ons vak veranderd, moeten we als journalisten misschien anders gaan werken en in het verlengde daarvan: hoe moeten we onze redactie opnieuw inrichten? In combinatie met een scherp en uniek profiel.’
Gautier ziet die ingrijpende veranderingen er niet van komen. ‘Daar is de uitgeefwereld veel te traditioneel voor. Doodzonde.’ De vernieuwing komt van onderaf, betoogt hij. ‘De toekomst is in handen van de freelancers en van coöperaties zoals Bellingcat, die de namen en telefoonnummers van de Russen die betrokken waren bij het neerhalen van de MH17 hebben achterhaald. Zij gaan zelf publiceren en distribueren.’
Afgelopen maand werd bekend dat New Skool Media Elsevier overneemt van de RELX Group. Op de vraag waarom de uitgeverij van enkel special interest-titels als Truckstar en Vorsten brood ziet in een opinieweekblad zegt directeur Rob Koghee: ‘Elsevier is het knapste jongetje uit het klasje der opiniebladen. Het heeft een goede business case en de oplage is al jaren hoger dan die van alle andere opiniebladen bij elkaar.’ Elsevier gaat wat hem betreft gewoon door zoals altijd, al zal er ‘zeker wat uitgebouwd worden online’.
Praat mee