Ook een ‘sultan’ heeft vrije pers nodig
Bijna 50 procent van de stemmen kreeg premier Erdogan bij de parlementsverkiezingen in Turkije (12 juni), waarmee hij aan zijn derde zittingstermijn kan beginnen. Het land doet het economisch goed en de regering onderneemt stappen om, onder invloed van de toetredingsvoorwaarden tot de EU, naar een meer democratisch bestel toe te werken. Maar niet alleen in Turkije, ook wereldwijd groeit de kritiek op het gebrek aan persvrijheid in het land, constateren Mehmet Ülger en Astrid van Unen
De regerende AK-partij van Erdogan probeert al jaren de media aan zich te binden, door eigen media op te richten of bestaande over te nemen. Zo is de zwager van Erdogan de baas van het grote mediaconcern ATV Sabah en zorgt een nieuw opgerichte tv-zender voor integrale uitzending van de standpunten van de regering. Ook hebben nogal wat bestaande media zich neergelegd bij de heersende opvatting dat ‘de leider’ kritiekloos gevolgd moet worden. Zij worden ‘yandaş’-media genoemd, wat ‘bondgenoot’ of ‘aanhanger’ betekent. (Spreek uit: jandasch.)
De strijd die de regering-Erdogan voert tegen onwelgevallige interpretaties in de media is dan ook fors. Kranten raken in financiële problemen door de aanhoudende rechtszaken en boetes die ze krijgen opgelegd. Recentelijk is de Koerdische krant Azadya Welat voor vijftien dagen gesloten als straf voor vermeende propaganda voor de PKK. Cartoonisten dreigen beboet te worden als zij de premier afbeelden als paard, kat of hond, want dat past een ‘sultan’ niet. En lukt het niet om van een medium een ‘yandaş’ te maken, dan heeft Erdoğan nog een andere troef, namelijk het inschakelen van de belastingdienst of FIOD. Het grootste mediaconcern Doğan heeft zo’n enorme miljoenenboete gekregen, dat het tegenwoordig aan zelfcensuur doet. In dit geval een pure overlevingsstrategie.
Ook individuele journalisten hebben veel last van de heersende personvrijheid. Volgens het jongste rapport van de OVSE zitten 57 journalisten vast in Turkije, maar Turkse organisaties van journalisten spreken van 68 gevangenen. Daarmee staat Turkije zelfs boven China en Iran als het gaat om gevangen journalisten. In Turkije zitten ze vaak lange gevangenisstraffen uit, oplopend tot 166 jaar. Daarnaast lopen er nog 700 tot 1000 strafzaken tegen journalisten.
Ook de EU maakt zich zorgen over deze situatie. Begin mei organiseerde de Europese Commissie een speciale conferentie over persbreidel in Turkije en de westelijke Balkanlanden. De eurocommissarissen Stefan Füle en Neelie Kroes pleiten naar aanleiding van deze conferentie ervoor dat persvrijheid een onderdeel moet worden in de toetredingsonderhandelingen met kandidaatlanden, waaronder Turkije.
Het jongste schandaal rondom personvrijheid speelde begin maart. Op een vroege ochtend werden invallen gedaan bij de spraakmakende journalisten Ahmet Şık en Nedim Şener, en een aantal andere journalisten en schrijvers. Ze zijn gearresteerd vanwege hun vermeende betrokkenheid bij Ergenekon, het netwerk dat een staatsgreep zou smeden tegen de regerende AK-partij van premier Erdogan. Opmerkelijk is dat Şık als eerste publiceerde over het Ergenekon-complot. Hij schreef er twee boeken over en werd vervolgens voor de rechter gedaagd, omdat er ‘vertrouwelijke informatie’ in zou staan. Daarvoor is hij inmiddels vrijgesproken.
Maar nu wordt hij ervan beschuldigd lid te zijn van het Ergenekon-netwerk. In werkelijkheid is hij gearresteerd vanwege zijn nog ongepubliceerde boek ‘Het leger van de imam’, dat inmiddels massaal op internet circuleert. Daarin probeert Şık banden aan te tonen tussen de islamitische Gülen-beweging en de Turkse politie. De Gülen-beweging, ook in Nederland zeer actief, is de grootste ‘yandaş’ van Erdoğan, dus onthullingen in die richting worden al snel als bedreigend ervaren. De premier zelf betitelde het boek als ‘een bom’.
De NVJ heeft samen met stichting Röportaj protestbrieven aan de Turkse regering en ambassade gestuurd tegen de jongste arrestaties van journalisten. Erdogan ontkent herhaaldelijk dat er journalisten wegens journalistieke activiteiten vastzitten, onlangs nog in het Europees Parlement. Van de 68 gevangen journalisten was echter niemand in het bezit van bommen of granaten. Zij hadden slechts een pen of laptop bij zich. Maar ook een ‘sultan’ heeft een vrije pers nodig.
Mehmet Ülger en Astrid van Unen zijn bestuursleden van de stichting Röportaj, die ijvert voor meer persvrijheid in Turkije
Praat mee