Onderzoeksrapport over NPO leidt tot aanvaring met opstellers
De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) neemt afstand van een recent onderzoek over de organisatie, dat in eerste instantie met instemming van de NPO is uitgevoerd. Studenten aan de Nederlandse School voor het Openbaar Bestuur (NSOB) spraken voor dat onderzoek met specialisten uit diverse mediabedrijven en omroepen.
Eind juni schreef decaan en bestuursvoorzitter Paul Frissen van NSOB aan deelnemers aan het onderzoek dat ze geen volledig rapport zouden ontvangen, omdat de NPO uitdrukkelijk had verzocht niet langer als opdrachtgever te worden aangemerkt. Omroepvaksite Spreekbuis concludeerde gisteren dat de NPO het rapport met mogelijk onwelgevallige conclusies wilde ‘verduisteren’.
Reactie NPO
Een woordvoerder van de NPO stelt in een reactie dat de NPO als publieke instelling het allereerst belangrijk vindt om mee te werken aan verzoeken van opleidingsinstituten en hun studenten. “Bij dit onderzoek hadden we een concreet - vooral juridisch getint - vraagstuk voor ogen over publiek-private samenwerking. In de uitwerking zien wij dit niet terug.”
Hij vervolgt: “We zijn gedurende het onderzoek ook niet gekend in de uitwerking en hebben geen mogelijkheid gehad om op de bevindingen te reageren. Omdat het onderzoek geen relatie meer heeft met de oorspronkelijke opdracht heeft de NPO, toen wij voor het eerst inzage kregen in het rapport, de NSOB laten weten niet te willen en te kunnen worden aangemerkt als opdrachtgever van dit onderzoek.”
De woordvoerder meldt dat met de NSOB is afgesproken dat geïnteresseerden via de NSOB een kopie van het rapport kunnen opvragen. Het 78-pagina’s tellende rapport ‘De waarde van de Nederlandse Publieke Omroep in een veranderend medialandschap’ kan inmiddels bij Spreekbuis worden gedownload.
Decaan Frissen beloofde deelnemers aan het onderzoek wel een - door de NPO op feitelijke onjuistheden getoetste - samenvatting van het rapport te zullen toezenden.
Rapport
In het volledige rapport dat nu beschikbaar is gekomen wordt gesproken over de NPO als organisatie die woelige tijden doormaakt in een technologisch sterk veranderend medialandschap, met felle concurrentie om de gunst van de kijker tegen een achtergrond van een kritische politiek en krimpend budget.
“De toegevoegde publieke waarde van de NPO en daarmee zijn bestaansrecht zijn niet langer vanzelfsprekend. De NPO moet daarom een nieuwe positie veroveren om in beeld te blijven”, aldus de inleiding bij het rapport. Verderop noemen de studenten Master of Public Administration dat er bij de NPO sprake is van over langere tijd ‘gestolde waarden’ binnen de organisatie.
Daar ligt vermoedelijk ook de bron van de onvrede: de NPO verwachtte een juridisch getinte verhandeling over welke samenwerking er in de publiek-private sector mogelijk zijn, maar werd functioneel geduid tegen een bestuurlijke en maatschappelijke (en deels Europese) achtergrond.
Opdracht
De opstellers van het rapport sluiten met een opdracht af: “De meerwaarde van de NPO en zijn specifieke publieke taak staan niet ter discussie. Deze worden omarmd door de publieke omroepverenigingen, commerciële omroepen en andere actoren in het medialandschap. Het is aan de NPO om die meerwaarde verder uit te bouwen en om de gidsfunctie steviger in te vullen. En daar liggen ook grote kansen voor de NPO om ook in de toekomst het verschil te blijven maken.”
Praat mee