NVJ roept Tweede Kamer op aan te dringen op duurzame beleid voor mediasteun

In aanloop naar een schriftelijk overleg dat de Tweede Kamer vrijdag voert met betrekking tot steunmaatregelen voor de media, roept de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) de Kamer op aan te dringen op duurzamer beleid van minister Arie Slob (Media).
“De kwetsbare situatie van lokale media is immers niet voorbij als de coronacrisis voorbij is”, schrijft algemeen secretaris Thomas Bruning. “Nu zien we een lappendeken aan lokaal beleid maar vooral afwezigheid van zinvolle maatregelen op lokaal niveau.”
In de brief stelt de NVJ kritische kanttekeningen bij steunmaatregelen die minister Slob begin deze maand aangekondigde. Volgens de beroepsvereniging zijn de maatregelen slechts beperkte steun voor de zwaarst getroffen groep, namelijk de kleinere bedrijven en zzp’ers. “Zo is er voor de zogenoemde hyperlocals, lokale online mediatitels die vaak een belangrijke rol spelen in de lokale nieuwsvoorziening, geen toegang tot steunmaatregelen. Het is van groot belang dat deze groep alsnog een beroep kan doen op het steunfonds, nu ook hun omzet met vaak 60 tot 80 procent is gekelderd.”
2,3 miljoen misgelopen inkomsten
Ook veel freelance (foto)journalisten worden volgens de NVJ onevenredig hard getroffen door de coronacrisis. Een deel van hen kan geen aanspraak maken op de door het kabinet ingestelde TOGS-regeling, omdat ze bijvoorbeeld geen externe werkruimte hebben. Daardoor lopen ze een tegemoetkoming van 4000 euro mis, die hen moet helpen vaste lasten te betalen.
Uit een inventarisatie van de NVJ blijkt dat een groep van 460 freelancers in de eerste maanden al 2,3 miljoen euro aan inkomsten is misgelopen. “Wat dat betreft is deze groep te vergelijken met taxi-chauffeurs, die ook onder de regeling zijn gebracht en waarvan de vaste lasten ook niet zitten in een werkruimte”, aldus Bruning.
Ten koste van structureel beleid
De NVJ meldt in de brief ook van mening te zijn dat de noodfondsregeling die de minister heeft vrijgemaakt ten koste lijkt te gaan van eerder toegezegde steunmaatregelen binnen de sector. “Zo is het op zijn minst onduidelijk of het noodfonds niet ten koste gaat van de eerder vrijgemaakte en toegezegde gelden voor onderzoeksjournalistiek en ten koste gaat van de middelen die beschikbaar waren gesteld voor streekomroepen en samenwerking tussen lokale en regionale omroepen”, schrijft Bruning.
Hij vervolgt: “Juist omdat we in onze eerdere brief aan de minister reeds vaststelden dat de zorgen rondom de lokale journalistiek niet slechts samenhangen met deze crisis, maar een structureel karakter hebben, kan en mag het niet zo zijn dat deze noodmaatregelen ten koste zouden gaan van noodzakelijk structureel beleid. Het zou dan ook goed zijn als de minister zou bevestigen dat voornoemde toezeggingen gewoon gestand worden gedaan, los van deze crisismaatregelen.”
Praat mee