NRC trekt lessen uit zaak-Garschagen: meer oog voor overvoerde collega’s

NRC gaat een externe vertrouwenspersoon aanstellen, bij wie journalisten kunnen aankloppen als ze in hun werk dreigen vast te lopen. Het is een van de lessen die de krant trekt in de zaak rond China-correspondent Oscar Garschagen. De krant wil meer aandacht hebben voor journalisten die dreigen op te branden.
NRC-ombudsman Sjoerd de Jong schreef afgelopen weekend dat correspondenten “vaak alleen in het diepe zwemmen” en de laatste jaren ook nog eens wordt verwacht dat zij permanent beschikbaar zijn. Garschagen noemde overwerktheid als een van de redenen Correspondenten krijgen vaak “nog meer te maken krijgen met de planning, wensen en eisen van de centrale redactie dan collega’s die dichter bij huis werken”, mede door krantensites die 24 uur per dag bezocht en bijgewerkt worden.
Naast de vertrouwenspersoon waarop journalisten een beroep kunnen doen krijgen chefs bij NRC een handleiding om signalen van overbelasting te herkennen. Tegelijk wordt strenger toegezien op documentatie rond (bronnen van) artikelen - iets dat onderdeel van functioneringsgesprekken met redacteuren wordt.
Een nieuwe open cultuur moet overbelasting bespreekbaar maken, terwijl correspondenten tegelijkertijd ondersteuning van “een deskundige, betrokken en begripvolle bureauredactie” moeten kunnen verwachten. Contact met correspondenten moet niet enkel praktisch zijn, maar ook de banden versterken, aldus De Jong. Meer bij NRC / Zie ook onze berichtgeving van afgelopen september: ‘Heeft de NRC te hard geoordeeld over Oscar Garschagen?’
Praat mee