Plasterk: breed onderzoek nieuwsmedia
Minister Plasterk (Mediazaken, PvdA) verbreedt het eerder aangekondigde media-onderzoek. Een nog te benoemen commissie gaat niet alleen de innovatie van de dagbladpers begeleiden, maar zal tevens de toekomst van de nieuwsmedia onderzoeken. Die toezegging deed de minister donderdagmiddag tijdens het mediadebat in de Tweede Kamer.
Door de regeringspartijen PvdA, CDA en ChristenUnie was op een breed onderzoek aangedrongen. Ook de SP vroeg om een dergelijk onderzoek. De precieze opdracht zal Plasterk tijdens het kerstreces bekendmaken. Binnen een half jaar moet het rapport klaar zijn.
De partijen kwamen vanmiddag met tal van voorzetten, waarmee de commissie aan de slag kan. Hoe zit het in Europa met de btw-tarieven voor mediabedrijven? Kan de bezorging van de krant niet efficiënter en daardoor goedkoper? En hoe zit het met de invloed van buitenlandse investeerders?
De politiek maakt zich grote zorgen over de toekomst van de dagbladen - dalende advertentie-inkomsten, minder abonnees - en daarom is de helpende hand van de overheid snel geboden. Martin Bosma (PVV) voorspelde dat er anders over twee jaar een aantal kranten minder zullen zijn. Alleen Johan Remkes (VVD) verzette zich tegen het idee van overheidssteun. De dagbladen kampen weliswaar met financiële problemen, maar de pluriformiteit van de pers volgens hem is niet in gevaar, zeker niet op landelijke schaal.
De dagbladen hebben de ellende bovendien deels aan zichzelf te danken, zij hij, wijzend naar de problemen bij krantenuitgever PCM die door investeerder Apax kaal is geplukt. “Onthutsend”, vond Remkes. “Als je bij Wegener onderzoek zou doen, kom je misschien tot dezelfde conclusie.” Femke Halsema (GroenLinks) viel hem bij met de opmerking dat sommige uitgevers “een draai om hun oren verdienen”.
Tijdens het debat kreeg de Raad voor de Journalistiek het zwaar te verduren. Onlangs stapte De Telegraaf uit de raad. Eerder deden hetzelfde Elsevier, Nova en RTL Nieuws. Joop Atsma (CDA) sprak van een “tandeloze tijger, die niet meer functioneert.” Collega Remkes pleitte voor het inruilen van de raad voor het Zweeds model van een ombudsman, die sancties kan opleggen aan media wanneer over de schreef gaan. Daar ging de minister niet op in. Hij zei te hopen dat nader overleg partijen weer terug zal brengen naar de Raad voor de Journalistiek.
Plasterk zei verder dat hij niet zal tornen aan de STER. Het is een illusie, zei hij, dat bedrijven in kranten gaan adverteren zodra de publieke omroepen geen reclame meer mogen maken. “Het gevolg zal eerder zijn dat er commerciële omroepen bij zullen komen.” De kranten krijgen vier procent van de inkomsten uit de STER, dit jaar omgerekend acht miljoen euro. “Meer dan vier procent mag niet volgens de Mediawet, aldus Plasterk. “Wil de politiek meer geld geven, dan zal dat ergens anders vandaan moeten komen.”
Auteur: Bart Ebisch
Zie ook:
Live verslag debat
Praat mee
4 reacties
Micha Kat, 19 december 2008, 10:08
Commissie-Jensma gaat in opdracht van minister Plasterk de toekomst van de nieuwsmedia onderzoeken met een accent op innovatie. De commissie is als volgt samengesteld:
F. Jensma, voorzitter
Jensma was gedurende tien jaar hoofdredacteur van NRC Handelsblad. In deze periode nam zijn krant het voortouw op het terrein van de multimediale vernieuwing met ondermeer NRC Next en websites.
P. Broertjes
Broertjes is hoofdredacteur van De Volkskrant. Onder zijn leiding blonk de krant uit in vernieuwende journalistiek en andere inhoudelijke innovaties zoals de ‘martelprimeur’ en het ‘doodsbedinterview’ (met Prins Bernhard). Thans neemt hij het voortouw met het ambitieuze ‘V-Project’.
G.J. Wolffensperger
Ex-politicus van D 66 was reeds lid van een commissie die zich toelegde op de ‘overheidscommunicatie’ en verkreeg als lid van de Raad voor de Journalistiek grote kennis van de media.
M. van Royen
Correspondente van NOS Nieuws in Latijns-Amerika neemt het voortouw op het gebied van moderne en populaire nieuwsverslaggeving.
J. Dijkgraaf
Beoogd hoofdredacteur van HP/de Tijd geldt als icoon van kritische, tegendraadse en ‘rebelse’ journalistiek
Jan Dijkgraaf, 19 december 2008, 11:58
Dit is grappig en kan dus nooit van de echte Micha Kat afkomstig zijn :-)
Micha Kat, 19 december 2008, 17:52
Ik was nog iemand vergeten, kan gebeuren: de onvolprezen Irene Costera Meijer, gelauwerd professor en super-deskundige in alles wat met media te maken heeft!
zie
http://www.nrcombudsman.nl/artikel/20/goeroe-gaat-media-redden-met-cliffhangers.html
lia, 21 december 2008, 15:30
Het is vaker zo: wat in eerste instantie de ‘kwaliteit’ is, wordt een ‘valkuil’ als er een teveel aan is. Wat in eerste instantie (figuurlijk én letterlijk) de winst voor de journalistiek bleek te zijn, wordt het uiteindelijke probleem.
Het is eigen aan de mens dat als er een trend ontstaat (bv. globalisering), er ook een ‘tegen’trend (bv. lokalisering) opkomt. Onder invloed van eerst de verzuiling, en later de marketing en al die andere technieken, ontstond zo ook in de journalistiek het ‘doelgroepdenken’. De bomen groeiden tot in de hemelen, de doelgroepen fragmenteerden steeds verder, en er werd door de uitgevers veel winst gemaakt. En nu mondt dat uit in (sociale) fragmentatie.
Op dit moment is er voor de journalistiek maar één belangrijke taak weggelegd, die men zich eigenlijk al een paar jaar geleden eigen had moeten maken: breng nuances.
Want in tijden van (sociale) fragmentatie slaan regeringen op hol, want zie de samenleving nog maar eens bij elkaar te houden. Onze regering, en met haar de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid, en zo nog wat gevestigde orden en belangen, doet dat, maar niet heus, uitstekend, hoewel ongetwijfeld goed bedoeld.
Er werd gesproken over (nieuwe) normen en waarden, die wij, de burgers, vervolgens dan weer met elkaar moeten gaan delen. Jan Jaap van der Wal had het er in zijn oudejaarsconference van vorig jaar al over. Als je wilt dat mensen (weer) ongeveer hetzelfde gaan denken over wat goed en fout is, ga je niet zoeken naar nuances, maar ga je strenger straffen, ga je zaken aan het strafrecht toevoegen in plaats van hardop met elkaar twijfelen of die zaken wel in het strafrecht thuishoren, ga je niet zoeken naar ‘tegengeluiden’, maar focus je op je gelijk, en zoek je daar bewijzen voor. Als je wilt dat mensen (weer) ongeveer hetzelfde gaan denken over wat goed en fout is, wordt er niet gezocht noch gevraagd naar omstandigheden en redenen en motivaties waarom mensen de dingen hebben gedaan zoals ze ze hebben gedaan, maar wordt er geclassificeerd.
Mark Deuze sprak op Denieuwereporter over supersceptische burgers, maar supersceptische burgers bestaan niet meer. Ze zijn weggesaneerd door een journalistiek die het veel te druk had met zichzelf, terwijl die het drukker had moeten hebben met het ontwikkelen van visies op haar eigen bestaansrecht.
Hoog tijd is het, dat die supersceptische burger er weer komt. Die burger die alles in twijfel durft te trekken en trekt en daar ook nog antwoord op verlangt ook.
Dat gebeurt niet door het uitbreiden van de onderzoeksjournalistiek waar men nu zo druk mee bezig is, want onderzoeksjournalistiek is slechts een, misschien zelfs wel een op welke manier dan ook gesubsidieerde, poging van ‘bovenaf’ om mensen weer hetzelfde te gaan laten denken over goed en fout.
Supersceptische burgers krijg je door mensen tot denken aan te zetten. Daar is maar één manier voor: daar moet je nuances voor brengen.
Straks, later, veel later, over enkele decennia, is er weer ruimte voor een andere richting binnen de journalistiek: dan, als die supersceptische burger doorslaat in supersceptisch zijn, dan mag ze weer uitvergroten.
Ps. Luister eens naar dat onnozele spotje van volgens mij postbus 51. Jarenlang worden we doodgegooid met de woorden “terreur en terrorisme” waardoor de helft van de wereld zich onveiliger voelde dan in werkelijkheid noodzakelijk was, en daardoor de andere helft van de wereld onveiliger was dan noodzakelijk was, en nu krijgen we door diezelfde overheid spotjes om de oren geslingerd dat we toch vooral wel met ‘die anderen’ (kan me de exacte woorden niet direct voor de geest halen) in gesprek moeten blijven gaan. Had dat eerder gedaan, denk ik dan, dan was het allemaal een stuk makkelijker verlopen. Bah, het is van een onnozelheid waar de honden geen brood van lusten, maar waar wel weer een hoop mensen door beschadigd zijn. Ik vind het een schandelijke vertoning, en die onnozele journalistiek van de laatste decennia ook.