Minimumtarief voor freelancers in dans- en acteersector opent mogelijk deuren voor zzp-journalisten
Freelance dansers en acteurs krijgen voortaan een minimumtarief als ze zich laten inhuren door dans- en toneelgezelschappen. Dat tarief is gekoppeld aan de cao en bedraagt minstens 140 procent van het cao-loon.
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft die cao-afspraak verbindend verklaard, schrijft Het Financieele Dagblad. Ook in de mediasector wordt al enige tijd gestreden voor een vastlegging van een dergelijk minimumtarief.
Hoewel er in de dans- en acteersector wel al afspraken waren over minimumtarieven voor zzp’ers, is het de eerste keer dat zo’n bodemtarief verbindend is verklaard. Dat werd in het verleden onmogelijk gemaakt door de Autoriteit Consument en Markt (ACM), die het maken van prijsafspraken onder zzp’ers ziet als kartelvorming.
Sinds 2019 is de ACM wat soepeler op dat gebied. Als freelancers zij aan zij werken met werknemers mogen ze collectief onderhandelen over hun tarief. De Kunstenbond benadrukt dat de ondergrens niet alleen voor dansers en acteurs geldt, maar ook voor technici en andere werkenden in de sector.
Ook in de cao voor architecten is een minimumtarief voor zzp’ers opgenomen. In de zogenoemde collectieve arbeids- en opdrachtovereenkomst (caoo) staat beschreven dat wanneer freelance minder dan een bepaald bedrag verdienen er een vermoeden van werknemerschap ontstaat. Zo’n caoo of de nieuwe cao-afspraak van de dans- en acteersector, kan mogelijk als uitgangspunt dienen voor andere sectoren, zoals de journalistiek.
Praat mee