Meer bekend over registratie oplages

Er is meer duidelijkheid over hoe de Stichting Nationaal Onderzoek Multimedia (NOM) de oplages van dagbladen en tijdschriften gaat registreren, dat meldt Adformatie. Sinds 1 januari heeft de NOM het Instituut voor media auditing HOI overgenomen. In juli vorig jaar bleek dat het HOI zou stoppen nadat veel uitgevers hun abonnement hadden opgezegd in verband met onduidelijkheid rondom het meten van de cijfers bij met name de digitale oplages. Volgens NOM-directeur Irena Petric willen uitgevers en media-exploitanten de hele ‘footprint’ van hun mediamerk in kaart brengen. ‘We mogen niet meer spreken van tv, radio en print, maar kijken, lezen en luisteren. ‘Traditionele mediamerken worden niet meer op één platform verspreid, maar bieden hun content op verschillende platformen aan.’ 'NOM wil in lijn van de markt haar domein verbreden naar het meten van het lezen van merken, ongeacht op welk platform’, zegt Petric. ‘We moeten dus op zoek naar de informatie die nodig is om het lezen, of bereik, van totale mediamerken te construeren. Hoe kunnen we de informatie die voorhanden is aan elkaar koppelen?’
Daarvoor moet er een onderscheid worden gemaakt tussen het offline (papieren) - en digitale product. ‘Welke data hebben we hierover voorhanden? We hebben enerzijds onderzoeksdata die verzameld zijn in een panel of een steekproef, met informatie over bereik en profielen van gebruikers. Anderzijds zijn er censusdata of tellingen, totaalregistraties, zonder profielinformatie over gebruikers. De onderzoeksdata zeggen iets over bereik en censusdata zeggen iets over de aantallen exemplaren, zoals papieren of digitale oplages. Beide typen data zijn nodig om het totaal lezen te kunnen meten.’
De gegevens over bereik en profielen van printproducten worden verzameld in de NOM Print Monitor en die van bereik van digitale producten in het Dutch Digital Media Measurement (DDMM)-onderzoek van Vinex (Verenigde Internet Exploitanten). Volgens Petric kan het nieuwe onderzoek van SKO en Vinex (met onderzoeksbureau Kantar) straks ook inzicht geven in het digitaal lezen. Deze twee bereiksgegevens (print en digitaal lezen) moeten aan elkaar gekoppeld worden. Uiteindelijk vallen alle bereiksonderzoeken straks onder Media:Tijd.
Praat mee