‘Mediawet in strijd met Grondwet’

De Eerste Kamer kan de nieuwe Mediawet niet aannemen omdat de wet in strijd is met artikel 7 uit de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dat stelt advocatenkantoor Stibbe in een rapport gemaakt in opdracht van Jan Slagter, directeur van Omroep MAX. Volgens Stibbe krijgt de regering te veel invloed op de publieke omroep met het benoemen van de leden van de raad van bestuur van de NPO.
Dat meldt de website Mediajournaal
Over de extra macht van de NPO zegt het rapport: Hetgeen de inbreuk op artikel 10 EVRM nog evidenter maakt, is dat het bestuursorgaan die de voorafgaande controle op de inhoud van het media-aanbod gaat verrichten, onder directe invloed van de regering staat. De raad van toezicht van de NPO bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vier andere leden, die allen op voordracht van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bij koninklijk besluit worden benoemd. De raad van bestuur van de NPO wordt op zijn beurt benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht.
En: Het Wetsvoorstel geeft de NPO dus niet alleen de macht om vrijelijk te bepalen welk programma wel en welk programma niet kan worden uitgezonden,37 maar geeft de NPO voorts de beschikking over een aanzienlijk deel van het totale mediabudget dat zij kan vrijelijk kan aanwenden om programma’s te ‘bestellen’. Vervolgens kan zij de NTR verplichten om zulke programma’s ook daadwerkelijk te verzorgen. Het is duidelijk dat een entiteit die én bij uitsluiting kan bepalen welk media-aanbod al dan niet kan worden uitgezonden én kan beschikken over een aanzienlijk deel van het mediabudget een te grote machtspositie bekleedt binnen het publieke mediabestel. Deze machtspositie van de NPO is strijdig met artikel 10 EVRN.
Eerder constateerde de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) al dat het rijk een te grote vinger in de pap krijgt. Daarop liet de Raad van Bestuur van de NPO weten in gesprek te willen gaan met de NVJ. Dat gesprek moet nog plaatsvinden.
Het wetsvoorstel is inmiddels in behandeling bij de Eerste Kamer. Onduidelijk is of de stemming nog dit jaar plaats vindt. Het verloop is hier te volgen.
Praat mee