Mark Traa van Quest: ‘De drempel om te reageren is veel lager als er een mens achter het scherm zit’

Met bijna twintigduizend Twitter-volgers iedere maand maar een handjevol likes en reacties halen? Dan doe je iets niet goed. Tot die conclusie kwam Quest-redacteur Mark Traa een jaar geleden. Twitteraars wilden het profiel van Quest wel volgen, maar interactie aangaan was blijkbaar een brug te ver. Terwijl Traa zelf op Twitter wél veel contact had met een deel van zijn eigen volgers (ruim 10.000).
Het grote verschil, aldus Traa, is dat volgers een naam van een merk onpersoonlijk vinden. ‘Als ik naar mezelf kijk reageer ik op Twitter eigenlijk nooit op een bedrijf. De drempel om te reageren is veel lager als je het gevoel hebt dat een mens achter het scherm zit. Zeker als je ook nog eens antwoord krijgt.’
Het roer om
In september 2018 gooide Quest daarom het roer om. Want ook de hoofdredactie vond dat het tijd werd om meer uit Twitter te halen. Zeker gezien het feit dat het op Facebook best wel aardig ging met de reacties en likes. Het wat onpersoonlijke @QuestNL bleef bestaan, maar heet voortaan ‘Mark van Quest’. Op het account plaatst Traa sindsdien een mix van zaken die de achterban interessant vindt. En geeft daar vaak een persoonlijke draai aan. Het resultaat: in één jaar tijd ruim 3000 extra volgers en maandelijks honderden likes en reacties.
Wat Traa wel en niet op het Quest-account plaatst, ziet hij als een gevoelskwestie. ‘Het is moeilijk een exact recept te geven van wat wel en niet werkt. Ik ben ook nog steeds aan het leren wat onze volgers wel en niet willen. Toen we begonnen had ik nooit verwacht dat historische foto’s het zo goed zouden doen. Een foto van oude onderzetters uit de jaren 70 bijvoorbeeld, werd in de eerste week meteen al veel geliket. Mensen herkennen het als iets uit hun jeugd.’
Niet alles werkt even goed: als Traa een tweet plaatst waarin hij iets promoot of als onderwerpen te abstract zijn, zakt het zogenoemde engagement in. ‘Bij een algemene tweet over het 50-jarig jubileum van de eerste maanlanding blijven reacties uit. Maar als ik in plaats daarvan een foto op Twitter zet van de astronauten Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins, die ik ooit zelf bij een evenement maakte, werkt dat wel heel goed.’
Wat ook goed werkt, merkt Traa, is vragen van lezers retweeten. Bijvoorbeeld wanneer iemand in zijn tuin een vreemd insect tegenkomt, en zich afvraagt wat dat beestje daar allemaal uitvreet. ‘Dat past heel goed bij ons. Quest beantwoordt vragen van lezers. Dus als we op Twitter kunnen helpen, dan voelt dat heel logisch.’
‘Verquesten’
Hoewel tweets bij Quest over van alles en nog wat kunnen gaan, zoekt Traa altijd een haakje dat past bij het merk. Meestal is dat niet zo moeilijk. ‘Quest wil je verbazen over dingen die je gewoon in het dagelijks leven tegenkomt. Met dat in je achterhoofd is bijna alles wel te “verquesten”.’
Dat ‘verquesten’ doet Quest tegenwoordig ook meer op zijn website, die een half jaar terug een restyling onderging. De online redactie, waar Traa tijdelijk lid van is, probeert iedere dag onderwerpen uit de actualiteit een eigen draai te geven. ‘We maken veel nieuwe dingen, maar kijken ook naar wat we al hebben. Quest heeft door de jaren heen zoveel gemaakt wat prima opnieuw te gebruiken is. Waarom zou je dat niet doen? Zolang het maar niet te geforceerd is. Wanneer je er dingen met de haren bij gaat slepen, werkt het niet.’
Niet forceren is ook de boodschap die Traa andere redacties mee wil geven als het op twitteren aankomt. ‘Het account van je merk ophangen aan één redacteur is best gedurfd. Maar ik denk dat het ook voor sommige andere media goed kan werken. Als het maar natuurlijk voelt. Bij ons werkt het als een trein. Onze online tak heeft een flinke duw in de goede richting gehad.’
Traa zegt daar wel bij dat Twitter geen 9-tot-5-baan is. ‘Ik ervaar het zelf niet als werk als ik ’s avonds op de bank foto’s zit te zoeken naar olifanten op Nederlandse treinstations. Het werkt denk ik alleen als je Twitter ook zelf echt leuk vindt.’
Praat mee