Maestro van de late avond

Ineens was hij de nieuwe koning van de late avond. Humberto Tan presenteert dagelijks RTL Late Night. Onder andere. Want de goedlachse presentator wedt nooit op één paard tegelijk. ‘Ik heb de intrinsieke motivatie om alles uit het leven te persen.’
Sinds RTL Late Night is de agenda van Humberto Tan (48) een waar pandemonium. Hij is zojuist via de zijdeur het Amsterdamse restaurant Dauphine binnen gelopen voor dit gesprek. Casual; in overhemd en baseballpetje. Drie kwartier later dan gepland, want een bespreking liep uit. Hij rolt met zijn ogen. ‘Het is. Echt. Niet. Meer. Normaal.’ Het interview voor Villamedia werd precies een jaar geleden aangevraagd – bij de start van het eerste seizoen Late Night. Nu het tweede seizoen vier dagen onderweg is, gaat hij ervoor zitten. Eerder was er gewoonweg geen tijd. Niet dat het leven er voor Late Night radicaal anders uitzag. Een volle agenda heeft Tan altijd gehad. Een veelvraat, wordt hij wel genoemd. Zijn Curriculum Vitae in de media is lang en veelzijdig. Stilzitten is er niet bij.
Sommige mensen gaan na een druk eerste talkshowseizoen lekker op vakantie om zich op te laden voor een nieuw seizoen. Jij besloot afgelopen zomer Portugees te leren bij de nonnen in Vught, om daarna naar Rio te vertrekken om vijf weken radio te maken tijdens het WK.
‘Twee dagen na de laatste uitzending van Late Night zat ik in het vliegtuig. Daar zaten we met een klein team vijf weken lang in één appartement. Aan de Avenida Nossa Senhora de Copacabana; middenin een woonwijk in Rio. ’s Ochtends ging ik om een uur of tien naar beneden, kocht ik een krantje – O Globo – een sapje en liep met mijn collega’s Bob van Oosterhout en Anne-Greet Haars langs de Copacabana naar het mediacentrum waar we onze uitzendingen deden. Vierentwintig, vijfentwintig graden. Overal mensen aan het volleyballen, fitnessen, joggen.’ Hij maakt een wijds armgebaar wat zoveel wil zeggen als: wat wil je nog meer.
Vijf dagen per week Late Night, op zaterdag een sportprogramma op BNR. En dan heb ik het nog niet over je kledinglijn, presentatieklussen in het land, columns, boeken, etcetera. Hoe houdt je de boog gespannen?
‘De kunst is om de juiste mensen om je heen te verzamelen, aan wie je veel uit handen kunt geven. Ik heb goede redacties bij Late Night en bij BNR. Als je erop kunt vertrouwen dat je uitzending perfect is voorbereid, kun je het loslaten. Dan hoef je het alleen nog maar uit te voeren. Als je het kunt loslaten, kost het minder energie. Als iets je minder energie kost, kun je meer doen.’
Waarom zoveel?
‘Het is mijn karakter. Ik heb de intrinsieke motivatie om alles uit het leven te persen, dat heeft altijd in mij gezeten. Ik ben nieuwsgierig op allerlei terreinen en ik vind het mooi om onverwachte dingen te omarmen. Bijvoorbeeld… ik ben net terug van een foto-opdracht op Aruba. Daar was ik voor gevraagd door het verkeersbureau. Ze hadden in een boek van het Wereld Natuur Fonds foto’s gezien die ik heb gemaakt op vakantie in Zuid-Afrika. Na Brazilië ben ik meteen met mijn gezin op het vliegtuig naar Aruba gestapt.
Het heeft ook een nadeel. Ik word nooit ergens heel erg goed in. Ik kan een beetje Portugees, maar ik kan het niet heel goed. Ik vind het waanzinnig om te fotograferen, maar ik ben geen Frans Lanting (bekende natuurfotograaf, red.), een van mijn helden.’
Wat houdt je tegen om je in één ding vast te bijten?
‘Daar is het te laat voor. Neem dat fotograferen. Als je ook maar een beetje in de buurt van het extreem hoge niveau van Frans Lanting wil komen, dan moet je dat jarenlang, exclusief doen. Ik vind het leuk om te fotograferen, contact te maken met mensen. Maar (grijnst) ik vind die talkshow ook best leuk.’
Dus het is risicospreiding?
‘In het begin van mijn carrière is het zeker risicospreiding geweest dat ik meerdere dingen naast elkaar deed. Tijdens mijn studie rechten werkte ik al voor de Avro. Daarna ben ik de advocatuur in gegaan. Daar zat ik nog geen maand toen Studio Sport me benaderde. Maandenlang zat ik doordeweeks in de advocatuur en deed ik in het weekend Studio Sport. Ik werkte zeven dagen per week. Want bij Studio Sport werd ik per uitzending betaald en elke dag konden ze zeggen: “Bedankt Humberto, het is klaar.”’
Na een tijdje werd het toch tijd om koers te bepalen, vond Tan. Hij was 28, nam onbetaald verlof en vertrok in zijn eentje naar Australië en Nieuw Zeeland om uit te vinden of hij de advocatuur en de jongensdroom van een diplomatenleven wilde opgeven voor een carrière in de media, of niet. Het bleek uiteindelijk geen lastig besluit. ‘Om een deel van mijn reis betaald te krijgen, had ik geregeld dat ik radioreportages mocht maken voor de Avro. Op dag twee maakte ik mijn eerste, over zwemmen met dolfijnen’, vertelt Tan, en hij begint te lachen. ‘Diplomatie en stapels dossiers? Of zwemmen met dolfijnen? Mijn keuze was al duidelijk op dag twee.’
Sindsdien zien we Tan overal. We kennen hem als sportverslaggever voor achtereenvolgens Studio Sport, NSE en Eredivisie Live. Hij presenteert net zo makkelijk het Journaal of een journalistiek radioprogramma voor BNR als een uitzending van RTL Boulevard, het Songfestival, de Gay Games of het geflopte Mijn man kan niet dansen. ‘Ik heb van alles gedaan. Gelukte programma’s, mislukte programma’s. Ik vind politiek en economie net zo boeiend als entertainment en sport. Ik doe het allemaal met evenveel plezier.’ Ondertussen ontwikkelt hij zich met zijn eigen kledinglijn ook als stijlicoon (best geklede Nederlander), trekt hij graag en veel het land in voor allerhande commerciële klussen, en leent hij zijn gezicht aan merken als Gillette, Unox en de Rabobank.
Soms conflicteren de belangen. Je moest vorig jaar stoppen met je ochtendprogramma op BNR Nieuwsradio omdat je een reclamespot voor de Rabobank wilde doen. Dat ging niet samen, vond hoofdredacteur Sjors Fröhlich. Waarom koos je voor de Rabo klus?
‘Dat programma bij BNR liep al tweeënhalf jaar. Ik wist dat ik het najaar de keuze had om een talkshow te gaan doen; dan had ik sowieso moeten stoppen. Het was dan ook geen vraag, maar een mededeling. Het maakte niet uit wat BNR ervan vond, ik zou het sowieso gaan doen.’
Jij vond dat die twee klussen wel samen gingen. Kun je uitleggen waarom?
‘Ik denk dat luisteraars intelligenter zijn dan we soms denken. Je moet alleen open zijn over wat je doet. Op het moment dat ik heel duidelijk zeg dat ik ben gelieerd aan de Rabobank, is er niks aan de hand. Ik heb ook een deal met de Rabobank waarin is afgesproken dat ik alles wat in de actualiteit zit, of wat niet goed zit, gewoon kan benoemen. Zonder enige terughoudendheid. En dat vonden ze prima.’
Neem het Rabo-schandaal rond de manipulatie van de Libor-rente eind vorig jaar. Had je dat behandeld als je nog bij BNR in de ochtend zou zitten?
‘Ja natuurlijk. Ik heb zelfs geprobeerd iemand van de Rabobank aan tafel te krijgen bij Late Night, maar ze wilden niet.’
Er verscheen destijds een opiniestuk van schrijver Philip Huff in NRC, waarin hij stelt dat dit soort deals de journalistiek uitholt. De Rabobank krijgt geen kritische vragen, en het schaadt je imago als betrouwbaar journalist.
‘Ik heb dat ook gelezen, en die jongen heeft echt slecht gekeken, want het werd wél behandeld in RTL Late Night. Er zat geen gast aan tafel, maar Luuk (Ikink, sidekick van Tan red.) heeft het benoemd in zijn nieuwsoverzicht. Jazeker! “Nou Humberto, jouw bank volgens mij.”’
Had je het gevoel dat je betrouwbaarheid als journalist was aangetast na dat schandaal?
‘Nee. Sommige mensen spreken me er wel op aan hoor, maar dat was een hele kleine minderheid. En er is een nuance-verschil: als ik bij het Journaal had gewerkt, dan had ik die spot niet gedaan. RTL Late Night neigt meer naar een personality-show – net als BNR in de ochtend. Daar geef ik ook wel eens een mening – en niet zo’n beetje ook. Bij Het Journaal kan dat niet.’
Dus ook een Jeroen Pauw zou wat jou betreft best reclame kunnen maken voor, laten we zeggen, de ING.
‘Als hij het zou willen en het past bij hem; prima. Weet je waarom? Als de kijker vindt dat het niet kan, straft hij je vanzelf af.’
Je hebt veel journalistieke programma’s gedaan, maar toch noem je je niet graag journalist. Waarom eigenlijk niet?
‘Ik ben het uiteindelijk wel. Maar ik vind het onzin om dat als het hoogst haalbare te zien. Ik geloof heilig in de journalistiek als waakhond van de democratie. Maar dat wil niet zeggen dat álle programma’s op televisie dat moeten zijn. Dat is wat soms wordt gesuggereerd als het om Late Night gaat. Bij ons komen alle journalistieke principes voorbij. Hoor, wederhoor, feiten, noem maar op. Maar het is ook een personality-show. En als ik kijk naar mijn eigen consumentengedrag: ik wil ’s avonds niet alleen maar puur informatie. Die haal ik de hele dag al overal vandaan. Ik ben hoog opgeleid, ik ben super breed geïnteresseerd, ik vind mezelf goed geïnformeerd, maar op een gegeven moment denk ook ik wel eens: nu even chill.’
Wanneer dacht je: ik ben klaar voor een talkshow?
‘Niet. Ik heb het nooit laten vallen, nooit ergens neergelegd. RTL zag het in mij. Ik had ontslag genomen bij RTL Boulevard – ik moest zo vaak nee zeggen, dat het vervelend werd. En toen belde de programmacoördinator me op en zei: “Jeetje wat erg dat je opzegt. Want we hebben plannen met jou.” Zelf dacht ik eerder aan iets als Jules Unlimited, dat vond ik vroeger heel gaaf.’
Het werd een talkshow, dacht je meteen: leuk, gaan we doen?
‘Nee, ik dacht: dit doen we stap voor stap. Ik knip dit soort dingen op in stukjes. Eerst maar eens over nadenken, dan een pilot maken om te zien of ik het kan. Ik ga overal heel open in, en ik kan heel snel, los van details, de hoofdlijnen voelen. Na die pilot zag ik de potentie – al ging er ook nog een heleboel niet goed.
Zo heb ik het bij BNR ook aangepakt. Toen Paul van Gessel (voormalig hoofdredacteur, red.) me belde of ik Bas van Werven wilde opvolgen bij BNR On the Move zei ik: “Voordat ik ja of nee zeg, wil ik eerst een ochtend komen voelen. Zonder dat iemand weet wat ik kom doen. Zeg maar dat ik het leuk vind om een keertje te komen kijken.” Want ook dat was iets totaal nieuws. Dus toen ben ik gewoon een keer een ochtend om vijf uur met Bas – die het wel wist – in zijn hok gaan zitten en heb ik de uitzending meegemaakt. Om te kijken of het iets voor me zou zijn, wat de sfeer was op de redactie.’
Welke rol speel jij in de totstandkoming van een uitzending Late Night? Bemoei jij je veel met de redactie?
‘Voordat Late Night begon heb ik een aantal keer met Frits Barend en een keer met Henk van Dorp gesproken voor advies. Ik heb geen pretenties; ik had nog nooit een talkshow gedaan. Ze vroegen allebei: “Hoe laat denk je naar de redactie te gaan?” Ik dacht om een uur of twee, drie. Zij zeiden: “Jij bent gek. Dat moet je helemaal niet doen.” Omdat dan de hele dag iets van je wordt gevraagd en dat vreet energie. Terwijl je ’s avonds de uitzending moet doen; dáár gaat het om. Barend en Van Dorp hadden gedurende de dag contact met de redactie per fax. Maar ze kwamen pas om een uur of zeven, half acht naar de studio. Na het eten. Zeiden ze ook: “Ga lekker thuis eten. Je moet dit misschien heel lang doen hè?” Ik vond het een waanzinnige tip. Ik ben regelmatig op de redactie – in ieder geval altijd voor de ochtendvergadering van maandag – maar niet de hele dag.’
Hoe bereid je je dan voor op de uitzending?
‘Twee dingen: intuïtie en leesvoer. En het leesvoer in een maximaal aantal pagina’s. Voorgesprekken moeten worden samengevat in vijf pagina’s, anders lees ik ze niet. Want we hebben vier gasten per dag. Het is ook om de focus strak te houden. Als ze met 66 pagina’s komen vraag ik me af wat we nou eigenlijk willen weten. Ik wil heel gericht horen waar we het meeste kunnen halen. Ik heb dat niet meteen ingevoerd. Het was een nieuw programma met nieuwe mensen. We hebben samen uitgevonden wat voor iedereen het beste werkt. Ik ben geen dictator. Ik ben van het samenwerken, het is teamwork.’
Hoort programmadirecteur Erland Galjaard ook tot dat team? Het eerste seizoen bemoeide hij zich elke dag met de gastenlijst, zei hij zelf. Nu nog?
‘Hij krijgt de line-up nog steeds iedere dag opgestuurd. Hij schrapt niet zoveel, hij discussieert op basis van argumenten. Het is een samenwerking. Ik vind dat prima zo, want Erland kan ook mensen voor ons binnenhalen. Niet alleen vanuit de RTL-stal, maar vanuit de hele media. Hij kent veel collega-directeuren, acteurs, artiesten. Dan zegt hij: moet ik die anders even voor jullie bellen? Ja graag! Hij heeft een goed gevoel voor de zender en voor wat wel en niet werkt.’
Dus hij heeft wel een sturend karakter.
‘Nee, nee. Het was van begin af aan duidelijk: het programma moet mij passen als een jas. Niet hem. Hij is gewoon super betrokken. Erland was degene die nadat Thé Lau in onze uitzending bekend maakte ongeneeslijk ziek te zijn, meteen zei dat we een concert moesten organiseren. Zijn idee. En het was een goed idee.’
Heeft hij wel eens gezegd: deze gast doen we niet?
‘Ehhh (denkt na) hij heeft wel eens gezegd: deze gast líever niet. Hij heeft ook wel eens gezegd: deze gast liever wél. En die werd het dan niet. Het gaat beide kanten op.’
Hij zegt niet: morgen begint een nieuw programma op RTL, en ik wil dat de presentator bij jullie zit.
‘Nee, we hebben redactionele vrijheid. Maar los daarvan vinden we het wel prettig om dat soort gasten te hebben. We werken met veel beeld dus nieuwe tv-programma’s zijn voor de hand liggende onderwerpen. Je moet je er alleen niet exclusief op richten. En ook niet exclusief op RTL. Gisteren hadden we SBS aan tafel. Vanavond ook: Henny Huisman met Surprise Surprise. En Matthijs van Nieuwkerk van de Vara.’
Is het de kroon op je carrière?
‘Ik denk dat alles wat ik hiervoor heb gedaan, in één of andere vorm terugkomt in Late Night.’
Ik vraag het omdat je wel eens hebt gezegd dat je je ‘helemaal kapot’ werkt tot je vijftigste, om het daarna rustiger aan te gaan doen. Dat moment is volgend jaar.
‘Volgens mij heb ik dat met een hele dikke knipoog gezegd, maar dat stond er zeker niet bij. Ik doe het wel eens rustig aan hoor. In het weekend. Vanaf zaterdagmiddag na BNR Sportzaken.’
Humberto Tan (1965, Paramaribo, Suriname) trekt elke avond rond de miljoen kijkers met zijn talkshow RTL Late Night. Ook presenteert hij op zaterdag BNR Sportzaken op de radio. Tan studeerde rechten maar begon begin jaren negentig bij de Avro een carrière in de media. Hij stapte over naar de NOS, waar hij twaalf jaar lang Studio Sport en het Journaal presenteerde. De laatste jaren presenteerde hij uiteenlopende programma’s voor Talpa, RTL, Eredivisie Live en BNR Nieuwsradio en radio 538. Daarnaast is hij een veelgevraagd spreker in het land, heeft hij zijn eigen kledinglijn, schrijft columns en boeken, fotografeert en is ambassadeur voor het Wereld Natuur Fonds, het Rode Kruis en Orange Babies.
Praat mee