Laroes: ‘Ik heb een goeie neus en hier stinkt nix’

Meeus beschrijft zijn zoektocht naar de verklaring waarom de documentaire voorlopig op de plank blijft liggen. Het verbaast hem dat de verklaringen wisselen en dat er opeens in een mailwisseling die hij daarover in handen krijgt de woorden ‘na verkiezingen’ vallen. Het is geen vuur, hooguit rook en dus stinkt het zaakje wel, meent hij.

En gelijk heeft hij. Een documentaire over een gevoelig onderwerp als de behandeling van mogelijke oorlogsmisdadigers uitstellen tot na de verkiezingen klinkt als politiek bedrijven in plaats van het journalistieke metier uitoefenen.

En daarom is het ook niet waar, betoogt Hans Laroes, die de documentaire bestelde en goedkeurde voor uitzending, in een reactie op TPO.

‘Ik ben met enig genoegen af en toe de policor kop-van-jut hier. Vooruit. Maar voor mij is het heel eenvoudig. De documentaire is klaar, onze documentaire-afdeling en ik vonden en vinden hem interessant. Wij hebben gezegd: ‘De docu verdient prime time’.

Omroepen programmeren niet, en ik dus ook niet. Dat is aan anderen, en die zoeken ruimte in het schema. Ik heb werkelijk niets gehoord over wat voor andere dan programmatische argumenten dan ook –ik heb een goeie neus en hier stinkt nix.

Overigens: wat zou het belang zijn? De mensen die in linkse complotten denken gaan er aan voorbij dat een VVD-staatssecretaris verantwoordelijk is voor het functioneren van de hele IND en dus ook afdeling 1F.

Van mij mag de docu op ieder moment dat mogelijk is worden uitgezonden. Wij hebben een sterke voorkeur voor prime time. Dat betekent dat zoveel mogelijk mensen kunnen kijken.

Zo simpel is de werkelijkheid’.