Journalisten en opiniepeilingen
Journalisten moeten beter op de hoogte zijn van hoe enquêtes werken en hoe de cijfers geïnterpreteerd moeten worden. Dat schrijft Will Tiemeijer, medewerker van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, in een opiniestuk voor De Journalist. Het blindelingse vertrouwen in uitslagen kan immers leiden tot onzin publicaties. Tiemeijer maakt melding van een peiling over een wijziging in de electricitietswet. Er was nog geen woord van in de media verschenen, maar bijna de helft van de ondervraagden bleek toch een inhoudelijk antwoord te geven. Wetenschappers noemen dit non-attitudes: antwoorden die niet werkelijk een mening weerspiegelen, maar die mensen geven omdat ze bijvoorbeeld niet dom wil lijken of de interviewer een plezier willen doen. Opiniepeilers doen er dus goed aan in hun enquêtes te controleren of mensen wel iets afweten van het onderwerp in kwestie. Ook de vraagstelling is van belang. Een voorbeeld van hoe het niet moet zijn volgens Tiemeijer de peilingen van Maurice de Hond. Door de wijze van vraagstelling stuurt hij mensen een bepaalde richting op, en niet zelden informeert hij de respondenten eenzijdig. Als De Hond bijvoorbeeld peilt wat mensen vinden van het laatste voorstel van Geert Wilders, noemt hij wel hét argument van Wilders vóór dat voorstel, maar niet het argument van Wilders’ opponenten tegen. Meer bij De Journalist
Praat mee