Het Persmuseum: 100 jaar zwervend en armlastig










Het was een goede voorzet van Pieter Broertjes, bij de opening van de tentoonstelling 10x10=100. Was dit niet een mooie gelegenheid, aldus zijn retorische vraag, om deze armlastige 100-jarige (het Persmuseum), een aanvulling te geven op ‘haar pensioentje’, en tevens van een beter bereikbare huisvesting te voorzien? Dan zou het museum meteen meer bezoek krijgen. En dus meer geld om mooie dingen te doen.
Maar Eberhard van der Laan, voor wie de voorzet bedoeld was, kopte hem niet in. In zijn openingstoespraak kwam de burgemeester van Amsterdam met een kwinkslag over de vele 100-jarigen en armlastigen die op zijn pad komen. Al benadrukte hij nog hoezeer hij het Persmuseum een warm hart toedraagt – en natuurlijk altijd bereid is tot een gesprek.
Toch deed dat amper iets af aan de feestelijke sfeer waarin gevierd werd dat, op 2 november 1915, journalistenvereniging De Amsterdamsche Pers de stichting Het Nederlandsch Persmuseum oprichtte. De vereniging had de collectie ‘oude kranten’ van D.A. van Waalwijk, oprichter van het Nieuwsblad voor Nederland, in de schoot geworpen gekregen. Daarmee begon het Persmuseum aan een zwervend en armlastig bestaan, totdat de collectie uiteindelijk terechtkwam in het Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam. Uitstekend voor het behoud van de collectie, helaas minder goed voor het aantrekken van publiek – want in een uithoek van Amsterdam.
De tentoonstelling, voluit 10x10=100 jaar Persmuseum geeft een aardig beeld van de ontwikkelingen in de (vooral geschreven) pers – en in de wereld. Het museum heeft tien gastconservatoren ieder tien objecten laten uitkiezen binnen een bepaald kader: tien scoops, tien tekeningen, tien journalisten, speeches, rechtszaken, foto’s, tv-programma’s, canards, momenten, tijdschriftlanceringen, en last but not least tien voorwerpen uit het Persmuseum. Natuurlijk zijn dat deels arbitraire, want persoonlijke keuzes. Maar als kijker kon ik daar toch een eind in meegaan.
Erg mooi vond ik de tekeningen die Peter van Straaten had geselecteerd – met onder andere een schitterend-grimmige Hahn en dito Raemaekers uit de Eerste Wereldoorlog en een bittere Charles Boost over het vredesverdrag met Japan in 1945 – om Frits Müllers Plein van de Hemelse Vrede niet te vergeten. Ook Sacha de Boers keuze uit de iconische foto’s ‘waar iets mee (mis) was’ (van Colijn en zijn niet-uitgesproken radiotoespraak en de Amerikaanse vlag op Iwo Jima tot het verdronken jongetje Aylan Kurdi). De rechtszaken die Gerard Schuijt belichtte, lieten goed zien hoe zwaar bevochten onze huidige persvrijheid (met bronbescherming) is.
En van de tien objecten die Persmuseumdirecteur Niels Beugeling hier bijeengebracht had, vond ik het aantekenboekje van Jos van Langen, waarin hij snel nog noteerde hoe zijn vliegtuig neerstortte, het meest aangrijpend. Journalist tot de laatste ademtocht.
10x10=100 jaar Persmuseum, 1915 – 2015. Zeeburgerkade 10, Amsterdam, t/m 31 januari 2016.
Praat mee