mgm nvj maart

— woensdag 28 mei 2014, 14:13 | 1 reactie, praat mee

Het Google-arrest is goed nieuws voor journalisten

Het Google-arrest: dreigt censuur? Of is het juist goed voor de journalistiek? De juristen Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant betogen dat het wel mee zal vallen met censuur. Het kan voor de journalistiek juist gunstig uitpakken. Laatste wijziging: 29 september 2014, 19:16

Op 13 mei 2014 heeft het Hof van Justitie een spraakmakende uitspraak gedaan. Individuele burgers hebben het recht om voortaan bepaalde zoekresultaten niet meer te laten terugkomen wanneer op hun naam gezocht wordt in de Google-zoekmachine. Het geeft burgers stevig gereedschap in handen om hun ‘recht om vergeten te worden’ te effectueren. Hoe gaat dit voor de journalistiek uitpakken? Ligt censuur op de loer? Wie dat vreest, heeft het arrest niet goed gelezen. Voor heilige verontwaardiging is vooralsnog geen reden.

In de Spaanse zaak tegen Google gaat het om de aankondiging van de openbare verkoop van het woonhuis van een Spaanse burger. Die aankondiging werd in 1998 in een dagblad gepubliceerd, op last van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. Het gaat dus niet om redactionele content. De krant wilde de aankondiging niet verwijderen, want publicatie had een wettelijke grondslag. De Spaanse man deed daarom een verzoek aan Google om die aankondiging niet langer in de Google-zoekresultaten terug te laten komen. Voor de goede orde: de aankondiging zelf mag gewoon in het archief van het dagblad blijven staan, daar hoeft geen letter aan gewijzigd te worden. De inhoud daarvan is rechtmatig. Maar deze burger wil niet langer publiekelijk worden geconfronteerd met deze aankondiging, die volgens hem niet langer relevant is.

————
Lees ook reactie media-advocaat Christien Wildeman: Google-arrest ook voor journalisten slecht nieuws
————

We bevinden ons hier op het snijvlak van maar liefst drie grondrechten. Ten eerste het recht op privacy. Dat omvat ook het recht om persoonsgegevens die niet langer relevant zijn op enig moment weer te laten ‘vergeten’. Ten tweede het recht op informatie, de ‘free flow of information’. Informatie moet gevonden kunnen worden, en het internet is daar bij uitstek het gereedschap voor. En ten derde het recht op vrijheid van ondernemerschap. Een gebod aan Google om zoekresultaten te verwijderen grijpt immers direct in op de manier waarop Google haar bedrijf runt.

Er zijn twee ‘hoogste’ rechters in Europa, namelijk het Hof van Justitie dat in Luxemburg zetelt en dat de hoogste rechter is waar het gaat om de regelgeving van de Europese Unie, en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, de hoogste rechter waar het mensenrechten betreft. Deze twee gerechtshoven staan los van elkaar en kijken niet altijd even goed naar elkaars uitspraken. Het mensenrechtenhof in Straatsburg maakt altijd een zeer zorgvuldige afweging wanneer er verschillende grondrechten in het geding zijn. Mensenrechten zijn gelijkwaardig. Het recht op privacy en het recht op informatievrijheid staan regelmatig tegenover elkaar.

Dan is een afweging nodig. De weegschaal kan nu eens naar de ene kant uitslaan, en dan weer naar de andere kant. Het Straatsburgse Hof heeft al eerder een afweging gemaakt tussen het vindbaar blijven van reeds gepubliceerde artikelen en het belang om niet voor eeuwig te worden geconfronteerd met ongunstige of zelfs onjuiste berichtgeving. De oplossing werd dan gevonden in een aantekening bij een artikel – bijvoorbeeld dat de rechter daar later over heeft geoordeeld dat de inhoud onjuist was. Zo wordt geschiedvervalsing voorkomen.

Het Luxemburgse EU-Hof van Justitie kiest een andere benadering. De EU-regelgeving die de privacy waarborgt is zeer uitgebreid. Dit recht is niet alleen als grondrecht vastgelegd in de artikelen 7 en 8 van het EU-Handvest, maar ook in diverse Europese richtlijnen. De vrijheid van informatie is minder ruim bedeeld en moet het doen met één artikel in het EU-Handvest, artikel 11. Die onevenwichtigheid vindt zijn weerslag in de uitspraak van het Hof van Justitie.

Dat geeft het grondrecht van de privacy ‘in de regel’ voorrang boven de informatievrijheid en het belang van de exploitant van de zoekmachine. Kort gezegd komt de uitspraak hier op neer. Als de zoekresultaten gelet op de verstreken tijd ‘ontoereikend, niet of niet meer ter zake dienend of bovenmatig’ zijn, moeten deze resultaten worden gewist. Een uitzondering op deze hoofdregel is mogelijk in bijzondere gevallen. Bijvoorbeeld in verband met de rol die de verzoeker in het openbare leven speelt.

Het was beter geweest als het Hof van Justitie – net als het Hof voor de Rechten van de Mens – niet het ene grondrecht ‘in de regel’ voor zou laten gaan op het andere. Via een belangenafweging op basis van gelijkwaardigheid had dezelfde uitkomst kunnen worden bereikt. Door zo nadrukkelijk het recht om vergeten te worden voorop te stellen rijst de vraag of dit arrest censuur in de hand werkt.

Volgens ons valt het wel mee met het risico van censuur. De zoekresultaten van Google zijn ook nu bepaald niet objectief of volledig. Google roept het beeld op van een tussenpersoon die volstrekt neutraal alle relevante informatie toegankelijk maakt. Maar de Google-zoekresultaten zijn het resultaat van een complex geheim algoritme, waarin allerlei keuzes zijn gemaakt die niet-transparant zijn en door commerciële motieven van Google worden gedreven. Eigen diensten van Google komen hoog in de zoekresultaten. En Google verdient heel veel geld met advertenties. Ook zoekresultaten die daarmee samenhangen worden gestuurd. Het Hof van Justitie benoemt expliciet de advertentieruimtes van Google, het rendabel maken van de zoekmachine en het ‘reclame- en handelsbelang’ van Google.

Het Hof vindt het verband tussen de zoekmachinedienst en de reclameactiviteiten van Google relevant. En Google indexeert lang niet alle informatie die wereldwijd online beschikbaar is. Bovendien verwijdert Google nu ook al allerlei links uit de zoekresultaten, bijvoorbeeld naar inbreukmakend materiaal. Kortom: de zoekresultaten van Google zijn ook nu al verre van objectief of volledig.

Hoe bezwaarlijk is dit arrest nu vanuit journalistiek oogpunt?

Stel dat een burger een krantenartikel of ander bericht wil laten wissen uit de Google-zoekresultaten omdat wat daarin over hem staat ‘ontoereikend, niet of niet meer ter zake dienend of bovenmatig’ is. Google moet dan beoordelen of er sprake is van een bijzonder geval, zoals de rol die de verzoeker in het openbare leven speelt. Waarschijnlijk zal Google niet overleggen met de krant bij het maken van deze afweging. De kans is groot dat Google het resultaat op eigen houtje verwijdert. Gevolg is dat het rechtmatige artikel nog wel in het online krantenarchief staat, maar niet meer in de zoekresultaten van Google te vinden is.

Daar zitten – vanuit journalistiek oogpunt – ook voordelen aan. Het archief van de kranten wint als gevolg hiervan automatisch aan gewicht. Google heeft niet langer het monopolie op de informatievoorziening. En journalisten kunnen weer – meer dan nu – met hun ambacht van professionele zoeker een meerwaarde genereren. De journalist die goed zoekt heeft nog steeds toegang tot alle informatie die hij nodig heeft. Er raakt geen informatie wég door deze uitspraak. Dat journalisten minder gaan vertrouwen op Google als universeel doorgeefluik van alle kennis en informatie zal de kwaliteit van de journalistiek bevorderen.

In het Spaanse voorbeeld gaat het om een verplicht door een krant gepubliceerde aankondiging, die veel later (inmiddels al 16 jaar) moet worden verwijderd uit de index van een zoekmachine. De media worden door het arrest niet belemmerd in hun berichtgeving. Er is dus geen sprake van censuur. Het resultaat zal vooral zijn dat het grote publiek niet meer zo eenvoudig alles over de buurman kan vinden. De media zouden juist wel eens stérker kunnen worden door deze uitspraak. En een sterkere positie tegenover het nu zo machtige Google kunnen de Europese media wel gebruiken.

Deze uitspraak past in een groter plaatje. NSA-klokkenluider Edward Snowden onthulde het massale afluisteren door de veiligheidsdiensten van de VS, dat ook Europese burgers treft. Diezelfde Europese burger wordt nu steeds vaker in bescherming genomen. Een paar maanden geleden oordeelde het Hof van Justitie al dat het niet is toegestaan telefoongegevens van Europese burgers langdurig te bewaren ten behoeve van de veiligheidsdiensten.

En nu biedt het Hof van Justitie de Europese burger ook bescherming tegen Google. Dat is tenslotte een Amerikaans bedrijf dat in Europa miljarden verdient met het beschikbaar maken van zoekresultaten, zonder daar substantiële investeringen in Europa tegenover te stellen. Bescherming van de Europese burger tegenover afluisterende overheidsdiensten én tegenover commerciële internet-exploitanten is toe te juichen. Zolang het maar niet ten koste gaat van de persvrijheid. Dat heeft het Hof van Justitie goed gezien.

* Jurian van Groenendaal (1981) is gespecialiseerd in mediarecht en intellectuele eigendom. Hij is als advocaat actief in juridische procedures zowel voor als tegen de media. Onder zijn cliënten bevinden zich contentproviders, internetbedrijven maar ook individuen en bedrijven die schade ondervinden van mediapublicaties. Van Groenendaal is advocaat bij Boekx Advocaten Media & IP.

* Otto Volgenant (1969) is advocaat. Zijn cliënten zijn uitgevers, omroepen, journalisten, internetbedrijven, reclamebureaus en tv-producenten. Hij adviseert de NVJ en het Persvrijheidsfond regelmatig over de juridische aspecten van persvrijheid. Volgenant is partner bij Boekx Advocaten Media & IP.

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

1 reactie

Thomas Bruning, 28 mei 2014, 15:08

De opinie van Volgenant geeft een positieve uitleg aan de uitspraak van het Europese Hof. Het biedt de journalistiek misschien wel een kans om zich meer als professionele speler te profileren, daar kan de NVJ toch niet tegen zijn?
Toch blijft de NVJ niet enthousiast over deze uitspraak, omdat het belang van “free flow of information” in deze uitspraak echt achtergesteld wordt bij het privacy-belang van een individu.
De uitspraak ontkent de publieke functie, die Google online ontegenzeggelijk inmiddels heeft ingenomen. Het klopt strikt genomen dat de oorspronkelijke informatie niet “weg” is, maar feitelijk bereikt het wel dit effect.
Want waarom zou deze uitspraak niet ook moeten gelden voor Bing of welk verzameld digitaal krantenarchief dan ook.
Er ontstaat een gatenkaassituatie, waarbij de ene persoon, die op dit moment geen publieke functie vervult zijn verleden onzichtbaar kan maken voor het publiek en de journalistiek en de ander, die die functie nu wel vervult of heeft vervuld dat niet kan.
Gevolg is een nog veel onbetrouwbaardere bron dan nu het geval is. Want uiteraard is het zo dat Google er zijn eigen commerciële overwegingen op kan nahouden om het ene zoekresultaat prominenter te maken dan het andere, maar het is uiteindelijk ook hun commercieel belang om een betrouwbare zoekmachine in de lucht te houden.
De redenering, dat journalisten en kranten erbij gebaat zijn om bepaalde informatie moeilijker vindbaar te maken, gaat voorbij aan de digitale werkelijkheid, waar we in leven.
De bron van (belastende) informatie kan uit ontelbare bronnen komen, zeker niet alleen uit het digitale archief van een aantal kranten. Vervolgens kan de volgende stap zijn dat ook sites, die puur de zoekresultaten van dagbladen verzamelen, ook met dit soort “vergeetverzoeken” worden geconfronteerd, waarbij opnieuw de oorspronkelijke bron niet in staat wordt gesteld om zich tegen het schrappen van die informatie te verweren.

Kortom, wij zijn van mening dat het publiek en de journalistiek verwacht dat publieke informatie publiek vindbaar is. Als je aan de grenzen en ingrijpendheid van die publicaties wat wilt doen, zal je het bij de bron moeten aanpakken, en niet bij de partij die die publieke informatie bijeenbrengt. Thomas Bruning, NVJ

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.