Herinneringen aan Peter van Bueren (1942-2020)
Vrijdag 27 maart werd bekend dat de oud-filmcriticus van de Volkskrant, Peter van Bueren, op 78-jarige leeftijd is overleden aan de gevolgen van kanker. Zijn collega Jan Bank gedenkt hem met een aantal persoonlijke herinneringen.
Peter van Bueren leerde ik kennen in 1960. Hij was in Amsterdam voor een studie in de politieke wetenschappen en meldde zich voor de katholieke studentenvereniging Sanctus Thomas Aquinas. Hij werd ontgroend en op een of andere manier was aan hem het feit blijven hangen dat hij zeven zusters had. De “feut” Van Bueren bleek journalistieke ambities te koesteren. Het duurde niet lang of hij werd studenten-correspondent van het katholieke dagblad De Tijd. Was hij daarin bekwaam – en dat was hij – dan wenkte in die jaren een journalistieke carrière.
Hoofdredacteur-directeur van De Tijd was toen Wilberd van der Kallen. Deze weigerde Peter een vaste betrekking, omdat hij kort na zijn aantreden in militaire dienst was weggestuurd vanwege S-5; “geestelijke onevenwichtigheid”. De hoofdredacteur die hem opvolgde, Joop Lücker, zag een talent in hem en bezorgde hem een vaste baan; hij betaalde diens salaris uit eigen zak. Bij De Tijd begon Peter over film te schrijven en ook over kleinkunst. In die periode werd hij ook de mentor van aankomende journalistieke talenten zoals Paul Witteman, Jan Tromp en Suzanne Piët.
Najaar 1973 ontmoette ik in de tram Peter met zijn toenmalige zwangere vrouw Truusje Middelhoff. Ik maakte een overstap van de Volkskrant naar de universiteit en liet hem weten, dat mijn functie - tv-recensent - vacant zou worden. Hij kon zichzelf daar parkeren, totdat de filmredacteur Bob Bertina met pensioen zou gaan.
Peter heeft in 1974 die uitdaging aangenomen. Hij werd bij de Volkskrant tv-recensent en na drie jaar filmredacteur. Over zijn trefzekere oordelen schreef Bor Beekman in de Volkskrant een even treffende necrologie. Peter vermeed het filmparadijs van Hollywood en was een bekwame gids in de opleving van de filmcultuur in Europa in de jaren ’60 en ’70. Hij vond daarbuiten leergierige filmers in Armenië en grote talenten in Zuid-Korea. De stelligheid van zijn oordelen bezorgde hem waardering maar ook conflicten met Nederlandse filmers. In 2014 was hij een halve eeuw filmjournalist en werd hem de Louis Hartlooper Prijs toegekend.
Peter was niet gewend een blad voor de mond te nemen. Dat heeft hem tenslotte in conflict gebracht met collegae op de krant. In 2002 zag hij zich zelfs gedwongen tot een “vrijwillige uittreding” (vut) als 60-jarige; een compromis na een hardnekkige strijd. Theo van Gogh, die hem het voorvoegsel “Kapelaan” had bezorgd, concludeerde toen, dat de krant zonder de recensies van de kapelaan over belangrijke nieuwe films “een armere Volkskrant” is.
De katholieke jeugd in Haarlem heeft sporen nagelaten. Peter groeide op in een groot gezin met een vader, die een leidinggevende functie had in de toen zeer katholieke boekhandel Coebergh en in rechtzinnigheid de opvoeding bepaalde. Zijn enige broer pleegde zelfmoord. Een jaar later is zijn vader gestorven met achterlating van een groot gezin, dat zich moest zien te redden. Peter heeft in Haarlem het Triniteitslyceum gevolgd, dat geleid werd door paters augustijnen. Dat het naar algemene opvatting een goede school was, mocht in zijn bijzijn niet al te zeer worden benadrukt. Hij oordeelde ook buiten de bioscoop in uitersten.
Veel aan Peter was buitengewoon. Zo ook zijn ziektegeschiedenis. Hij trotseerde de prognoses en hield het nog vier jaar vol. Ook op zijn sterfbed kreeg hij de liefdevolle aandacht van zijn twee dochters en twee kleinkinderen.
Dit In Memoriam verscheen eerder in de Volksknar, het online magazine voor oud-medewerkers en gepensioneerden van de Volkskrant.
Praat mee