Herinneringen aan een interview

‘Peter R. de Vries zijn is een way of life’, was twee jaar geleden de kop boven het interview dat Boudewijn Geels met De Vries voor ons had. Het was een boeiend gesprek over zaken als angst en bedreigingen. Maar het was ook een bijzondere ervaring voor de interviewer van dienst. Voor het Financieele Dagblad schreef Geels zijn herinneringen aan het vraaggesprek op. Een herpublicatie.
Peter R. de Vries interviewen was twee jaar geleden een bijzondere ervaring. Hij had duidelijk geen zin, dus was enige vleierij functioneel.
Een strakke spijkerbroek, een nog strakker poloshirt: de meeste 62-jarigen kunnen daar beter niet aan beginnen. Maar sportschool-adept De Vries kon het hebben.
De vaststelling dat hij er topfit uitzag, en dat dat in zijn soort werk vast geen nadeel is, deed de beroemdste misdaadverslaggever uit de Nederlandse geschiedenis ontdooien. Glimlachend vertelde hij dat een onderwereldfiguur met wie hij op goede voet stond een andere crimineel had gewaarschuwd ‘dat die De Vries bepaald geen koekie is’.
Het werd een boeiend gesprek voor het mediavakblad Villamedia over zaken als angst (kende De Vries niet) en bedreigingen (‘Misschien moeten we een beetje gaan relativeren, Nederland is geen Mexico’).
Echt gezellig werd het nooit. Daarvoor bevielen te veel vragen hem maar matig - over zijn selectieve verontwaardiging tijdens politieke discussies in talkshows bijvoorbeeld. Op die momenten transformeerde hij in een vijandig blok beton.
Als de wereld van de misdaadjournalistiek een apenrots is - en dat is zo - dan was Peter R. de Vries de zilverrug. Hij was gedrevener (zelf vergeleek hij zich in dit opzicht met John de Mol) en succesvoller dan wie ook. ‘Bij Peter R. kwam niemand in de buurt’, appte een misdaadjournalist me nadat De Vries was bezweken aan de verwondingen die hij negen dagen eerder opliep bij de aanslag op zijn leven in Amsterdam.
Ter voorbereiding van mijn interview in 2019 sprak ik vijf bekende collega-misdaadverslaggevers. Allen roemden De Vries’ vasthoudendheid en grote betrokkenheid bij de nabestaanden van slachtoffers wier zaken hij postuum probeerde op te lossen. Ook hield hij zich altijd strikt aan de gemaakte afspraken – ‘anders ga je in dit vak niet lang mee’.
Zijn grote ego nam niemand hem kwalijk, maar zijn collega’s zetten wel vraagtekens bij het feit dat De Vries niet alleen journalist was. Hij was ook aanklager, deskundige, getuige en adviseur - toen van de zussen Holleeder, vanaf 2020 van kroongetuige Nabil B. Zoveel petten tegelijk dragen, was dat nou wel handig?
En ze memoreerden zijn enorme mediamacht. Peter R. de Vries tegen je hebben was geen pretje. Hij zat zo’n beetje elke dag in een tv-studio en stak zijn mening dan niet onder stoelen of banken. Ook collega’s spaarde hij niet. Zo had hij vorig jaar juli een felle woordenstrijd met de AD-misdaadjournalisten Yelle Tieleman en Jens Olde Kalter in het tv-programma Beau.
De nieuwe koning van de apenrots is - ongewild - John van den Heuvel, ook al zo’n mannetjesputter. Ik interviewde de Telegraaf-verslaggever de voorbije jaren twee keer en schrok van de hoeveelheid beveiliging die anno nu kennelijk nodig is om een misdaadjournalist zijn werk te laten doen. Wilders-toestanden zijn het. Om die reden wilde De Vries geen mannen met ‘oortjes’ om zich heen.
Helaas, weten we nu.
Sinds de laffe aanslag gaat het over wiens schuld het is dat hij niet werd beveiligd. Die van de overheid, klinkt het. Die had de adviseur van Nabil B. – de kroongetuige in het Marengo-strafproces had eerder al zijn broer en zijn advocaat uit de weg geruimd zien worden – dan maar tegen zijn zin moeten beveiligen. Misschien is dat zo. Maar zou De Vries het hebben getolereerd? Zijn reputatie van eigengereid stuk vreten had hij natuurlijk niet voor niets.
Dat De Vries uit het leven is geschoten is een drama. Voor zijn nabestaanden, voor de mensen voor wie hij streed en ook voor de journalistiek. Er is een grens overschreden, en het valt niet te verwachten dat de drugsmaffia nu weer netjes achter het lijntje zal gaan staan: adviseur of niet, van journalisten blijf je af.
John van den Heuvel zal zijn been vast niet snel intrekken, maar anderen zullen ongetwijfeld (nog) voorzichtiger worden of zelfs het vak niet in gaan. Dat zou De Vries zeker hebben betreurd. Want iemand moet het doen.
‘Ik krijg elke wel dag vijftig hulpverzoeken’, vertelde hij twee jaar geleden. ‘Als ik vaak op tv ben, springt dat meteen naar honderd.’ Een zware last, maar iedereen kreeg antwoord.
Onvoorstelbaar jammer dat stalen spieren niet bestand waren tegen kogels.
Boudewijn Geels is (eind)redacteur weekend van het FD en freelance medewerker van Villamedia. Dit artikel stond 17 juli in Het Financieele Dagblad.
Praat mee