Grote stijging klachten bij Raad voor de Journalistiek
De Raad voor de Journalistiek heeft in 2020 opvallend meer klachten ontvangen dan het jaar ervoor. Het aantal van 114 leverde een stijging op van ruim 40 procent, blijkt uit het jaarverslag over 2020.
Van de ontvangen klachten zij er 77 in behandeling genomen. In twee zaken heeft de klager zijn klacht na indiening maar voor de behandeling daarvan
ingetrokken, omdat de kwestie alsnog in overleg met het medium was opgelost. In een derde geval heeft de klager om een andere hem moverende reden zijn klacht ingetrokken. Daarnaast zijn 19 klachten niet in behandeling genomen, omdat de klager zijn klacht eerst nog moest voorleggen aan het betrokken medium. Bij navraag lieten zes klagers weten dat zij de klacht niet hebben doorgezet, omdat de kwestie inmiddels was opgelost. Verder hebben vijf klagers de klacht om andere hen moverende redenen niet gehandhaafd. In acht gevallen is niet duidelijk geworden waarom klagers hebben afgezien van de verdere procedure. Bovendien zijn vijftien klachten binnengekomen die niet zijn doorgezet, bijvoorbeeld omdat de klacht te laat was ingediend, omdat de Raad (waarschijnlijk) niet bevoegd was de klacht te beoordelen of omdat de klager (waarschijnlijk) geen rechtstreeks belang had. Ten slotte zijn drie klachten niet doorgezet omdat de betrokken media niet meewerken aan de procedure van de Raad. Verder heeft de Raad 7 herzieningsverzoeken ontvangen, waarvan vier afkomstig van de oorspronkelijke klagers en drie afkomstig van de betrokken media.
In het verslagjaar heeft de Raad 45 conclusies gegeven, waarbij het percentage zaken waarin media gelijk kregen en hun handelwijze journalistiek zorgvuldig werd bevonden, licht steeg van 43 naar 48 procent). In negen zaken werd de journalistieke handelwijze (gedeeltelijk) onzorgvuldig bevonden en in 22 zaken zorgvuldig. Verder heeft de Raad in een zaak – voor het eerst – geoordeeld dat een klacht tegen een medium dat niet meewerkt aan de klachtprocedure, van algemene strekking en principieel belang is. In de overige zaken onthield de Raad zich van een oordeel, is de klacht niet inhoudelijk behandeld of betrof het een afgewezen verzoek tot herziening.
Hoewel het op papier eigenlijk een normaal jaar was, was het in werkelijkheid een abnormaal jaar, schrijft Frits van Exter, voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, in het voorwoord. Door corona konden klagers en verweerders niet gehoord worden. De leden van de Raad beraadslaagden online. Om het gemis aan ‘live’ zittingen enigszins te compenseren kregen partijen de mogelijkheid van een extra ronde voor schriftelijke bijdragen en de beantwoording van eventuele vragen. Meer in het jaarverslag
Praat mee