word studentlid

— dinsdag 5 juli 2011, 14:21 | 5 reacties, praat mee

Gamejournalist? Kop houden en luisteren

In de gamejournalistiek hebben de PR-bureaus de macht. Met opgelegde embargo’s, non-disclosure agreements en vervelende telefoontjes wordt geprobeerd journalisten de mond te snoeren. Freelance journalist Nick Kivits heeft via zijn werk veel contact met gamejournalisten. Voor Villamedia magazine (nr.12, 01.07.11) beschrijft hij hun ervaringen.

Laatste wijziging: 12 juli 2011, 11:42

Lyrisch enthousiast waren de kritieken in 2009 toen de game ‘Batman: Arkham Asylum’ in de schappen kwam. Eindelijk eens een game waarbij de speler de echte sfeer van de capedragende superheld kon proeven. Hangend aan een plafond wachten totdat de slechteriken nietsvermoedend voorbij wandelden. Om ze vervolgens uit het niets de schaduwen in te trekken. Wereldwijd gemiddelde waardering: 9,1! Reden genoeg voor speluitgever Eidos om in zijn handjes te wrijven.

Vooral ook omdat alle gamejournalisten wereldwijd zich netjes aan de regels hadden gehouden. In een persbericht vroeg Eidos hen geen recensies te plaatsen voor een bepaalde datum, tenzij de journalist in kwestie kon garanderen dat de game minstens een 9 scoorde. Hoewel ‘Batman: Arkham Asylum’ die hoge scores verdiende, kan dat niet gezegd worden van een van de eerdere projecten van Eidos. In 2008 legde de spelmaker gamejournalisten een embargo op met betrekking tot het videospel ‘Tomb Raider Underworld’. Recensies mochten pas verschijnen nadat het spel in de winkel lag. Tenzij de game hoger scoorde dan een 8.

Steeds meer andere game-uitgevers en PR-bureaus nemen dergelijke tactieken over. Toen gamejournalisten in 2008 na jaren lang wachten eindelijk de vierde serie in de ‘Metal Gear Solid’ reeks onder ogen kregen, werd daarvoor alles uit de kast getrokken. De game werd niet zoals gebruikelijk per post naar recensenten gestuurd, maar journalisten mochten het spel op locatie komen spelen. Ondertussen kregen ze de opdracht mee over bepaalde zaken in de game niet te schrijven. En vlak voor de release van ‘Just Cause 2’ kregen gamejournalisten in het hele land een bericht in de mailbox met het strenge verzoek niet te schrijven over plotwendingen in het verhaal. Iets dat veel recensenten sowieso vermijden om het verhaal niet te verpesten voor de speler.

Eenzijdige embargo’s en andere ‘regeltjes’ zijn aan de orde van de dag binnen deze tak van journalistiek. Dat een embargo eigenlijk een afspraak is tussen twee partijen wordt vaak over het hoofd gezien. Sterker nog: ook embargo’s met terugwerkende kracht vliegen de mailbox in. Zo stuurde bureau PridePR in november 2009 een persbericht over het spel ‘Command & Conquer 4: Tiberian Twilight’, met daarin de datum waarop de game in Europa zou verschijnen. Luttele minuten later gevolgd door een nieuw bericht: ‘Helaas is het zojuist verzonden persbericht te vroeg verzonden. Dit bericht heeft een achtergesteld embargo.’

Geheimhoudingsverklaring
PR-bureaus doen al die moeite niet voor niets. De verkoop van videospellen staat of valt bij recensies. Game-uitgever THQ merkte dat toen in maart van dit jaar de aandelen met meer dan een kwart daalden, omdat de recensies van ‘Homefront’ tegenvielen. ‘Homefront’ scoorde een wereldwijd gemiddelde van 7. Niet slecht, maar een game doet er pas echt toe als hij hoger dan een 8 scoort. Game-uitgever Activision onderzocht dat bij ieder half punt boven een 8, de verkoop van een spel verdubbelt! Consumenten laten zich leiden door de mening van de experts, de gamejournalisten.

Dat weten de uitgevers en hun PR-bureaus. En dus doen sommigen van hen er alles aan om cijfers op te krikken. Van vervelende telefoontjes (‘We zien dat je een 6 geeft, maar wij vinden de game toch echt wel meer waard dan dat’) tot het ‘vriendelijk verzoek’ de recensie in kwestie offline te halen.

Sommige PR-bureaus gaan nog een stapje verder en vragen journalisten geheimhoudingsverklaringen (zogenaamde non-disclosure agreements) te tekenen. In 2009 kregen journalisten via bureau Hit-PR een dergelijk ‘contract’ toegestuurd: ‘Game-uitgever Konami heeft een non-disclosure agreement (NDA) opgesteld, die ondertekend dient te worden door iedereen die gebruik maakt van de vertrouwelijke informatie en het materiaal van “Konami”.’ In andere woorden: wie dit niet ondertekent, krijgt geen informatie en recensiemateriaal meer.

Volgens Anouk Tates van Hit-PR is het niet zo zwart-wit. ‘We stuurden die NDA omdat er bepaalde momenten zijn waarop we alvast informatie willen delen met journalisten, zodat ze meer tijd hebben om er iets mee te doen. Dat is informatie die officieel nog niet naar buiten mag. Daar spraken we voorheen embargo’s voor af. Maar we wilden het journalisten makkelijker maken door gewoon één keer de afspraak te maken, in plaats van telkens weer opnieuw. Er zijn ook journalisten die het niet getekend hebben, en daar waren verder geen consequenties aan verbonden.’ Volgens Hit-PR ondertekenden bijna alle gamejournalisten de verklaring, op ‘een stuk of tien’ na.

Dergelijke verklaringen en embargo’s zijn in de gamewereld voornamelijk commercieel gedreven, verduidelijkt Yvette Hes van PR-bureau Media Tornado. ‘Het heeft te maken met de opbouw van de spanningsboog voor een game. En er komen nationaal en internationaal veel belangen bij kijken.’

Om die reden legt ook Media Tornado embargo’s op, in opdracht van klanten. ‘In principe tekent iedere journalist bij ons een algemene NDA, waarin in grote lijnen staat dat zij in ruil voor levering van content door ons, zich houden aan de embargo’s die wij stellen. Als informatie bewust wordt gelekt, zullen wij maatregelen nemen. Het zou dan kunnen zijn dat het betreffende medium geen games of informatie meer ontvangt.’

En daar zit hem het probleem volgens David Nieborg van de Universiteit van Amsterdam, waar hij onder meer onderzoek doet naar gamejournalistiek. ‘De industrie heeft alle informatie in handen. En als jij niet luistert, krijg je die informatie niet. Of pas veel later. Daarom ondertekenen zoveel mensen die verklaringen, houden ze zich aan eenzijdige embargo’s en luisteren ze naar de wensen van PR-bureaus. Als je een kritische recensie schrijft naar aanleiding van een exclusieve blik achter de schermen, dan gooi je je eigen ruiten in.’

Fancultuur
Gamejournalisten lopen in het gareel. Een journalist van het grootste gamesblad van de Benelux tweette op 31 mei dat hij graag alles over de nieuwe game ‘Call of Duty: Elite’ zou vertellen, maar dat hij zich ‘vooralsnog even netjes aan het embargo’ hield. Bij navraag reageerde de liever anoniem blijvende journalist: ‘Ik heb een NDA getekend. Iedereen moest het tekenen. Ik was in Londen toen het videospel onthuld werd op een speciaal event. Niet tekenen is niks zien. Helaas.’

En wie niks te zien krijgt, loopt achter op de concurrenten. In de gamejournalistiek is het belangrijk op tijd te zijn met een recensie. De magazines die als eerste recensies van de nieuwste games kunnen brengen, vliegen het snelst uit de schappen. En zonder informatie en materiaal om te recenseren, kom je als gamemedium niet ver. Bij kranten en algemene tijdschriften valt het probleem mee. Maar bladen die zich helemaal op games richten, zijn niet zo kritisch. Nieborg: ‘Veel mensen die de rol van gamejournalist op zich nemen, zien het als doel om gamen in zijn geheel te promoten. Zij willen vooral laten zien dat gamen vet is. Daardoor ontstaat er een fancultuur.’

Dergelijke tijdschriften worden bij sommige uitgevers en PR-bureaus fanmagazines genoemd, weet journalist en gamekenner Niels ’t Hooft. Als hoofdredacteur van gamesblog Bashers.nl strijdt hij al tijden voor meer serieuze gamejournalistiek. ‘Veel van die magazines hebben liever een exclusieve recensie dan dat ze kritisch zijn. Die bladen willen vooral entertainen. Daar is niets mis mee, maar daardoor komt de serieuzere gamejournalistiek wel in de knel. Je wilt precies kunnen schrijven wat je wilt, zonder gedoe met PR-bureaus. En de enige verantwoording die je hebt, zou die naar de lezer moeten zijn.’

50 miljard

De wereldmarkt voor games heeft een omvang van 50 miljard euro (ter vergelijking: in de muziekindustrie gaat 40 miljard om, red.) en gaat de komende jaren met ongeveer 8 procent stijgen. Hoeveel journalisten in deze branche werkzaam zijn is niet precies bekend. PR-bureaus hanteren perslijsten variërend van enkele honderden tot bijna duizend namen. Niet iedereen op die lijst krijgt recensiemateriaal. Veel namen horen bij kleine, obscure websites. Het gros van de gamejournalisten werkt als freelancer, soms voor meerdere, maar vaak voor één medium.

De meeste kranten en mannenbladen (gamen blijft een mannending) hebben één of meer ‘gamemannetje’. Aan de top van het spectrum staan de gamespecifieke magazines zoals Playstation Magazine, N Gamer en Power Unlimited, het grootste gamemagazine van de Benelux. Daarnaast zijn websites als Gamer.nl en InsideGamer.nl (beide Sanoma) – en het televisieprogramma GameKings – de belangrijkste informatiebronnen voor gamers. Over het algemeen geldt voor al die media dat degene die het grootste bereik heeft en het prettigst is om mee te werken, de meeste exclusieve content krijgt.

Nick Kivits is freelance journalist. Hij schrijft over technologische ontwikkelingen voor verschillende media als Nieuwe Revu, KIJK en het Algemeen Dagblad.

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

5 reacties

Freek Janssen, 5 juli 2011, 21:12

Begrijpelijk verhaal met begrijpelijke ergernissen. NRC Next bracht vorige week een artikel met dezelfde strekking.

Natuurlijk ontbreekt de nuance, want ik weet zeker dat er bureaus zijn die wel wat meer respect voor games-journalisten tonen.

De opsomming van je voorbeelden doet me wel een beetje schrikken. Een journalist die een 8 of een 9 geeft, eerder laten publiceren is chantage. Een recensent vragen om een recensie in te trekken ronduit arrogant.

Maar wat is er mis met het laten tekenen van een NDA? Net als bij de miljoenennota, kan ik me hier wel iets bij voorstellen. Een journalist krijgt de tijd om een spel te spelen, als hij belooft dat hij er niks over schrijft tot de release. Wie dat niet belooft, krijgt het spel ook niet op voorhand.

Wat is daar op tegen?

Freek Janssen (LEWIS PR)

Nick Kivits, 5 juli 2011, 21:42

Met een NDA an sich hoeft niet per se iets mis te zijn. Maar wel met de manier waarop dat in de gamejournalistiek veelal gebeurd. NDA’s afdwingen voor alle toekomstige persberichten en -games bijvoorbeeld, zoals in het Konami-voorbeeld.

En uiteraard zijn er bureaus die meer respect hebben. Al zijn er genoeg extra voorbeelden van waar het ‘mis gaat’, die dit artikel niet gehaald hebben.

llammers, 6 juli 2011, 13:23

Interessant artikel. Wat ik alleen niet begrijp: hoe wordt een wereldwijde waardering van een game bepaald?

Nick Kivits, 6 juli 2011, 15:54

Het wereldwijde gemiddelde wordt bijgehouden door websites gamerankings.com en metacritic.com. Zij inventariseren de belangrijkste recensies in de belangrijkste media en komen zo tot een gemiddelde.

Rob van der Hilst, 9 juli 2011, 07:06

De advocaat van John Gotti -New York’s Godfather Nr.1 ooit- bevraagd over zijn niet-aflatende inspanningen om zijn cliënt uit de gevangenis te houden, antwoordde: bullshit talks, money walks.

Waarom komt nou uitgerekend DIT bij mij bovenborrelen tijdens het lezen van bovenstaande stuk?

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.