Een rechtbanktekenaar moet het moment stelen

In Nederlandse rechtbanken mogen geen foto’s worden genomen van verdachte personen, om hun privacy te beschermen. Er zit iets beschaafds in dat verbod, omdat het ervan uitgaat dat ook criminelen recht hebben op respect, maar er kleeft ook iets dubbelzinnigs aan omdat diezelfde crimineel wel mag worden getekend. En een goede tekenaar levert minstens zo gedetailleerd werk af als een fotograaf. Dat blijkt tenminste uit de rechtbankportretten van Aloys Oosterwijk, die in zijn boeken ‘Op de huid 1’ en ‘Op de huid 2’ ruim vijfhonderd prenten bundelde en in ‘De Politierechter – Alledaagse criminaliteit’ een fraai beeld gaf van de Nederlandse rechtbanken.
Een van Oosterwijks collega’s heeft nu zijn voorbeeld gevolgd met het boek ‘Tekenen en illustreren met Felix Guérain – Het geheim van de rechtbanktekenaar’, waarin Ron Goudzwaard de teksten voor zijn rekening nam. Volgens het voorwoord gaat om zowel ‘een praktisch instructieboek’ als ‘een beknopte autobiografie’, een dubbele inhoud die het geheel wat mank laat lopen. Tot aan bladzijde 54 staat het boek vol met tips over perspectief, compositie en materiaalgebruik, daarna is eindelijk het werk van Felix Guérain als rechtbanktekenaar aan de beurt.
En dan wordt het interessant. Guérain vertelt hoe hij na afloop van bepaalde processen soms huilend achter het stuur zit. ‘Delicten die te maken hebben met kindermisbruik, zelfs tot aan de dood toe, raken mij diep.’ Daarom is een zekere hardheid vereist om tijdens de rechtszaak zelf goed te blijven observeren. ‘Het moeilijke van rechtbanktekenen is feitelijk dat je altijd schuin achter de persoon zit. Vaak krijg je maar heel even het gezicht te zien. Je moet dan het moment “stelen” en opslaan in je hoofd.’ Gedenkwaardig was het gezicht van topcrimineel Holleeder, die zich naar Guérain omdraaide om te vragen of hij hem wel mooi wilde tekenen! Nog diezelfde avond mocht de tekenaar hierover komen vertellen bij De Wereld Draait Door.
Praat mee