Een journalist mag legaal de wet overtreden
In Engeland hielden journalisten van News of the World zich niet aan de wet. En dat wordt ze ernstig kwalijk genomen. Maar journalisten mogen in sommige gevallen best de wet overtreden. Voor wie wil weten waar de grenzen liggen is er nu het boek ‘Journalist en recht’. Een voorpublicatie.
In principe moet ook een journalist zich aan de wet houden. Toch kan het gebeuren dat je bijvoorbeeld valsheid in geschrifte pleegt om een bepaalde misstand aan de kaak te stellen. En vervolgens krijg je een dagvaarding en sta je voor de strafrechter. Het kan zijn dat je na het plegen van een strafbaar feit vrijuit gaat, maar dan moet je wel een sterk verhaal hebben.
Met een beroep op artikel 10 van het Europese mensenrechtenverdrag EVRM, dat over de vrijheid van meningsuiting gaat, is het mogelijk overtredingen te rechtvaardigen. Daarbij rijst dan de lastige vraag of is voldaan aan de vereisten van noodzakelijkheid, subsidiariteit en proportionaliteit.
Bij proportionaliteit is de vraag of het gebruikte middel in relatie tot het te bereiken doel heeft gestaan, was het in proportie? Bij subsidiariteit gaat het om het volgende: is, indien er keuze is uit verschillende middelen, het minst ingrijpende middel ingezet? En of iets noodzakelijk was, is een vrij feitelijke kwestie.
Kortom: onder heel bijzondere omstandigheden mag je een strafbaar feit plegen.
De Nederlandse rechtspraak maakt duidelijk dat de eisen streng zijn. De eerste grotere zaak betrof AD-journalist Paul Hovius, die in zijn krant aantoonde dat het wel heel gemakkelijk was om onder valse voorwendselen een rijbewijs aan te vragen en te krijgen. Onder verschillende namen had hij een aanvraag ingediend. Hij gebruikte de rijbewijzen vervolgens niet, maar deponeerde ze eerst bij een notaris, waarna ze uiteindelijk teruggingen naar de uitgevende instantie.
Hovius belandde wegens valsheid in geschrifte voor de strafrechter, die hem schuldig oordeelde maar zonder oplegging van straf. De zaak kwam in laatste instantie voor de Hoge Raad. Die vond de veroordeling in dit geval terecht. De Hoge Raad (27 juni 1995 NJ 1995, 711) liet daarbij wel in principe de mogelijkheid open dat een journalist zich op een zogeheten rechtvaardigingsgrond zou kunnen beroepen.
Van recenter datum is de strafzaak tegen Alberto Stegeman. Die wilde in zijn programma ‘Undercover in Nederland’ aantonen dat het via Schiphol-Oost wel heel gemakkelijk was op het beveiligde deel van de luchthaven te komen. Hij wijdde daaraan op 28 december 2008 en 4 januari 2009 tv-uitzendingen.
Het Openbaar Ministerie besloot daarop tot vervolging. De rechtbank in Haarlem gaf de journalist op 9 april 2010 een boete van 1580 euro wegens het vervalsen van een KLM-pas en het zich op verboden terrein begeven.
De rechtbank erkende dat de journalist heeft gehandeld omdat hij misstanden aan de kaak heeft willen stellen en daarom in beginsel een beroep kan doen op de vrijheid van meningsuiting. De rechtbank kwam echter toch tot een veroordeling omdat er in dit geval niet ‘proportioneel’ is gehandeld.
Als eerste werd daarbij overwogen dat Stegeman ernstige strafbare feiten, namelijk misdrijven, heeft gepleegd. Voorts heeft de journalist gebruikgemaakt van een medewerker van de KLM, die als gevolg hiervan door zijn werkgever is ontslagen, en tot slot ging het hier ook niet om een enkel strafbaar feit, maar om twee misdrijven en drie overtredingen.
Dat alles maakt volgens de rechtbank dat een beperking is toegelaten op de vrijheid van meningsuiting van de journalist en dat de vervolging en bestraffing van strafbare feiten in dit geval voorrang krijgen.
Stegeman ging tegen deze uitspraak in hoger beroep. En met succes: op 28 april 2011 haalde het gerechtshof in Amsterdam voor een belangrijk deel een streep door het Haarlemse vonnis (LJN BQ2981). Het hof stelt vast dat de uitzendingen over de slechte beveiligingssituatie op Schiphol-Oost, door Stegeman de ‘achterdeur van Schiphol-Centrum’ genoemd, een maatschappelijk belang dienden.
Het gerechtshof constateert, anders dan de rechtbank in Haarlem, dat Stegeman zowel in de uitzendingen als in het daaraan ten grondslag liggende onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest en binnen de grenzen van de proportionaliteit en subsidiariteit is gebleven. Hij heeft een zorgvuldige afweging gemaakt tussen het maatschappelijk belang van het zichtbaar maken van de slechte beveiligingssituatie op Schiphol-Oost en het daartoe plegen van strafbare feiten.
Het hof: ‘Bij weging van het maatschappelijk belang van de door de verdachte als onderzoeksjournalist verzorgde uitzendingen over de veiligheidssituatie op Schiphol-Oost tegenover het belang van een strafrechtelijke vervolging van de door de verdachte gepleegde en erkende strafbare feiten slaat in het licht van artikel 10 van het EVRM de balans door in het voordeel van de verdachte.’
Het Amsterdamse gerechtshof vindt een veroordeling wegens valsheid in geschrifte in vereniging gepleegd en het zich meermalen op verboden terrein bevinden een beperking van het recht op vrije meningsuiting, die niet noodzakelijk is in een democratische samenleving.
Juridisch gevolg is dat Stegeman wordt ontslagen van rechtsvervolging. Alleen de veroordeling wegens het bezit van een vervalste KLM-pas blijft overeind. Stegeman had die ruim na de uitzendingen nog in bezit. Met de rechtbank stelt het gerechtshof vast dat dit onzorgvuldig was ‘en niet langer proportioneel ten opzichte van het gestelde maatschappelijk belang’. Het leidt tot een geldboete van 500 euro.
Dan is er nog de zaak over het hacken van de mailbox van staatssecretaris Jack de Vries. Revu publiceerde in het eindejaarsnummer van 2008 een artikel waaruit bleek dat de mailbox van de staatssecretaris te kraken was. Revu las een paar berichten en mailde De Vries dat ze zijn wachtwoord hadden. Ze stuurden hem bovendien enkele tips om zijn mailbox te beveiligen. Daarop deed De Vries aangifte, waarna het Openbaar Ministerie tot vervolging besloot. Wegens onder meer het medeplegen van computervredebreuk.
De politierechter in Den Haag sprak verslaggever Nick Kivits vrij omdat hij op verzoek van de hoofdredactie het stuk had gemaakt, gebruik had gemaakt van de hem aangedragen informatie en zelf niets onoorbaars had gedaan (LJN BK4047).
Dat lag echter anders in de zaak van de hoofdredacteur (LJN BK4065). Die ging overigens voor een deel vrijuit. De rechter vond dat hoofdredacteur Altan Erdogan weliswaar schuldig was aan het medeplegen van computervredebreuk,maar dit viel nog binnen de in artikel 10 EVRM gegarandeerde vrijheid van meningsuiting. Maar met het slagen van de hackpoging was volgens de rechter het journalistieke doel bereikt. Er was immers aangetoond dat de beveiliging van de privé-mailbox van de staatssecretaris niet optimaal was.
Maar nadat vervolgens kennis was genomen van de inhoud van de op dat moment lege mailbox, is een programma geïnstalleerd waardoor alle binnenkomende e-mails ook direct terechtkwamen in het programma van de hacker. Een aantal mailtjes is daardoor ter kennis gekomen van de hacker en Kivits, waaronder twee privé-berichten van De Vries. Volgens de politierechter kan hiervoor geen rechtvaardiging gevonden worden in het algemene publieke belang. Een geldboete van 450 euro was het gevolg.
Praat mee