Dick Wittenberg schreef een boek over de nalatenschap van een laatste ouder: ‘Zo onderbelicht’

In de rubriek De Schepping schrijven journalisten zelf iets over de totstandkoming van hun werk. Deze keer Dick Wittenberg over zijn boek ‘Wat doen we met de spullen?’, over de afwikkeling van de nalatenschap van een laatste ouder.
Dit artikel wordt met je gedeeld door NVJ-lid Linda Nab. Ook lid worden?
Van de begrafenis en de afwikkeling van de nalatenschap van mijn moeder herinner ik me vrijwel niks meer. Zo overweldigend was voor mij haar overlijden en de nasleep, dat die periode uit mijn geheugen lijkt gewist.
Ooit moeten mijn broers en ik haar huis hebben leeggehaald. Geen idee wat we daar vonden. Enkele van haar bezittingen bewaar ik bij mij thuis. Zoals een dameshorloge. Hoe belandde dat bij mij? Ik zou het niet weten. Hebben mijn broers en ik erom gedobbeld? Heb ik het achterover gedrukt?
Misschien ben ik daarom zo geïnteresseerd in wat er gebeurt tijdens de afwikkeling van de nalatenschap van een laatste ouder. Ik heb het zelf meegemaakt. En het ging aan mij voorbij. Ik hoor er mensen zelden over. Er zijn geen bibliotheken over vol geschreven. Zo’n bewogen periode. Zo onderbelicht.
Via vijf uitvaartbegeleiders probeer ik in contact te komen met nabestaanden van een overleden ouder die een buitenstaander durven te laten meekijken bij de afwikkeling van de nalatenschap. Ik heb de moed al bijna opgegeven. Tot na vijf jaar het verlossende telefoontje komt van een uitvaartbegeleider: ‘Ik denk dat ik een familie voor je heb.’
Met de oudste zoon voer ik een verkennend gesprek. Hij wil weten wat voor vlees hij in de kuip heeft. Hoe ik te werk denk te gaan? Is de nagedachtenis van zijn moeder bij mij wel veilig?
Ook ik schat kansen en valkuilen in. Mag ik overal bij zijn en alles zien? En als de kinderen onverhoopt heibel krijgen, ben ik dan nog altijd welkom?
Wat helpt: we zijn allemaal babyboomers, de kinderen en ik. Geboren tussen 1945 en 1955. Groot geworden in de jaren van wederopbouw. Onze ouders hebben de crisis en een oorlog meegemaakt. We weten hoe dat de sfeer in huis kleurt.
Dat het contact meteen zo vertrouwd voelt, komt misschien ook omdat we uit dezelfde streek komen, hetzelfde dialect spreken. Ik ken het milieu.
Naarmate de afwikkeling van de nalatenschap vordert, moet ik erkennen dat ik geen vlieg op de muur ben. Ik speel een rol in de rouwverwerking van sommige kinderen. Zonder jou, zeggen ze tegen mij, zouden sommige gesprekken nooit zijn gevoerd.
Helemaal op het eind, als het boek al bijna wordt gedrukt, maakt een van de kinderen bezwaar. Daar reken ik niet meer op. Hij vindt het boek te privé. Ik ben blij dat de uitgever voor het gesprek kiest, niet voor de confrontatie. Het boek verschijnt alsnog.
Dick Wittenberg is journalist, schrijver en verteller van grote verhalen over alledaagse gebeurtenissen. Zijn werk voor NRC is veelvuldig bekroond. Nu schrijft hij voor De Correspondent. In 2008 won hij met Jan Banning de Bob den Uyl Prijs voor ‘Binnen is het donker, buiten is het licht’ en in 2015 schreef hij de boeken ‘Prikkeldraad’ en ‘Het gezicht van de armoede’. Bij De Correspondent Uitgevers verschijnt vandaag ‘Wat doen we met de spullen? Een portret van Nederland in één nalatenschap’, ISBN: 9789083117683, 240 pagina’s, € 22,50.
Foto: Frank Ruiter
Praat mee