De less-is-more-strategie

‘Less is more’ is een beetje verworven tot een cliché, maar in de journalistiek snijdt dat cliché soms wel degelijk hout. Want media die ervoor kiezen online minder en ook béter te publiceren, zien hun bezoekersaantallen stijgen. Hun bezoekers blijven ook nog eens langer hangen én nemen op de lange termijn vaker een abonnement.
Le Monde is zo’n titel die van die kennis profiteert. De Franse krant bracht in twee jaar tijd het aantal gepubliceerde artikelen met 25 procent terug, schreef redactiechef Luc Bronner onlangs op Twitter. De 500 journalisten die er werken houden zo meer tijd over om onderzoek te doen. Bronner: ‘Resultaat? Het online publiek groeide met 11 procent, net als de printoplage.’
Niet alleen Le Monde ziet positieve gevolgen van zijn less-is-more-strategie. Door goed naar de cijfers van zijn analytics-software Orphan te kijken, concludeerde The Guardian dat een flink deel van zijn journalistiek helemaal niet wordt gelezen. Reden genoeg om te snoeien: de krant bracht het aantal artikelen dat per week wordt gepubliceerd met een derde terug. In dezelfde periode steeg het aantal abonnees van 23,4 miljoen naar 25 miljoen.
En zo zijn er genoeg andere succesverhalen. The Post and Courier of Charleston, de lokale krant in de stad Charleston in de Amerikaanse staat North Carolina, zag zijn aantal digitale abonnees bijvoorbeeld in twee jaar tijd met 250 procent groeien, toen het zijn aantal artikelen halveerde. Belangrijk: de ‘moetjes’ verdwenen en alleen de diepgaande artikelen bleven over.
Wanneer die moetjes verdwijnen is er niemand die het merkt, aldus de Deense media-analist Thomas Baekdal in gesprek met Digiday. Hoog tijd dat Nederlandse media ook (nog meer) gaan snoeien in wat ze brengen.
Lees ook:
Erik van Heeswijk: ‘Journalisten moeten minder verhalen maken. En betere verhalen’
Praat mee