De doorbraak van interactieve video

De Netflix-film Black Mirror: Bandersnatch gooide toen hij vorig jaar verscheen hoge ogen. Niet per se vanwege het verhaal – een jonge programmeur probeert een fantasy-boek om te zetten in een videogame – maar wel vanwege de interactiviteit. Op vaste punten in de film kunnen kijkers het lot van hoofdpersoon Stefan bepalen, door te kiezen hoe het verhaal verder moet verlopen. Die keuzes leiden uiteindelijk tot een van de vijf verschillende eindes.
Netflix oogstte veel lof met Bandersnatch, ook al is het idee van interactieve films niet nieuw. De eerste interactieve film stamt immers al uit 1967 (Kinoautomat). Toch kwam het genre eerder niet echt van de grond. Google lijkt ervan overtuigd dat de tijd er nu wél rijp voor is. De internetreus stampte bij YouTube een nieuwe afdeling uit de grond die zich helemaal moet focussen op interactieve series én liveprogramma’s. Het idee is dat de kijker macht geven hem meer betrekt bij de video’s.
Kijkers betrekken bij hun producties, dat willen journalisten ook graag. Voor hen biedt deze niet-zo-nieuwe-maar-wel-opkomende vorm van video daarom kansen. “Interactiviteit laat kijkers inzoomen op aspecten van onderwerpen waar ze meer achtergrond bij willen”, vindt Neal Mann van de Wall Street Journal. In 2014 experimenteerde hij voor het eerst met interactieve video. Kijkers van een video over de Affordable Care Act, de zorgwet die alle Amerikanen toegang moest geven tot gezondheidszorg, kunnen tijdens het afspelen onder andere grafieken met extra informatie opvragen of doorklikken naar artikelen en video’s met meer achtergrondinformatie.
De BBC deed een jaar daarvoor al iets soortgelijks met een productie over een olieramp in de Golf van Mexico. Kijkers van de drie minuten durende video konden door te klikken zien hoe de olie zich verspreidde en welk effect de ramp had op lokale bewoners. “We moeten opnieuw nadenken over de manier waarop we video maken”, aldus Mann. “Als journalisten zijn we gewend hele complexe kwesties samen te vatten. Maar met interactiviteit voeg je lagen toe. Daardoor kunnen we kijkers beter informeren.”
Ondanks dergelijke succesvolle experimenten staat journalistiek gebruik van interactieve video nog redelijk in de kinderschoenen. Maar nu grote organisaties als Netflix en Google erop inzetten, kunnen ontwikkelingen snel gaan. Zeker aangezien tools die je helpen video interactief te maken – zoals Klynt, RacontR en Eko Studio – steeds vriendelijker worden in gebruik. De toekomst is interactief.
Praat mee