Bij het AD hadden vrouwen voor één dag alle touwtjes in handen

In het kader van Internationale Vrouwendag vandaag, vrijdag 8 maart, besloot het Algemeen Dagblad de kaarten opnieuw te schudden. Voor één dag werd de krant gemaakt door (bijna) alleen maar vrouwen.
“Een leuk idee”, dachten adjunct-hoofdredacteur Rennie Rijpma en chef Magazine Anniek van den Brand. Waarom zou je de krant niet een keer laten maken door alleen maar vrouwen, met Internationale Vrouwendag als haakje? De krant is immers niet perfect. Wil ze zelf nog wel eens andere bedrijven de maat nemen als het aantal vrouwen aan de top achterblijft, in eigen gelederen is 36 procent vrouw, en onder chefs is dit percentage lager. Op de regionale redacties loopt het aandeel vrouwen uiteen van 17 tot 50 procent vrouw.
“Is dat erg? Ik weet het niet, maar het is wel interessant om te kijken wat er gebeurt als je dat eens doorbreekt”, vertelt Rijpma, op deze dag hoofdredacteur én chef Sportwereld. “Je ziet wel meteen waar het lastig is: bij de sport werkt bijvoorbeeld maar één vrouw en die is vandaag in Amerika voor de World Cup schaatsen. Er werken veel meer vrouwen in de journalistiek dan twintig jaar geleden, maar je ziet bijvoorbeeld dat de portefeuilles gezondheidszorg en onderwijs vaak door vrouwen worden gedaan en defensie en misdaad door mannen.”
Of dat ook invloed heeft op de inhoud van de krant, is gissen. “De eerste vraag was: brengen we dan ook alleen vrouwen in de krant? Nee, dat zou tegen mijn journalistieke gevoel indruisen. Als Trump iets geks zou doen, dan wil je wel gewoon Trump in de krant”, vindt Rijpma. “Kijk naar sport. Sportwereld begint vaak met voetbal. Dat is nu niet zo, maar dat is de actualiteit. Er is even niet zoveel te melden over voetbal, terwijl het WK shorttrack begint. Een ander had die keuze waarschijnlijk ook gemaakt. Maar we hebben wel een verhaal over vrouwen in de voetbalwereld. Duitsland heeft een vrouwelijke scheidsrechter die belangrijke wedstrijden fluit, de BBC in Engeland heeft een vrouwelijke voetbalanalist, loopt Nederland hierin achter? Zo’n verhaal kan je waarschijnlijk wel alleen vandaag maken.”
Misschien was het naïef, geeft Rijpma zelf toe, maar dat het initiatief tot zóveel discussie zou leiden op de redactie, had ze niet gedacht. “We hebben nog nooit een onderwerp gehad waar zoveel over gesproken werd.” Het maakte flink wat los, op zowel de centrale redactie in Rotterdam als op de redacties van de regionale titels die grotendeels ook meededen. Mannen én vrouwen reageerden enthousiast, maar er was ook veel scepsis (ook van mannen én vrouwen). Is dit nodig? Vrouwen kunnen toch wel voor zichzelf opkomen? Alsof wij, mannen, de vrouwen onderdrukken; en alsof wij, vrouwen, nu moeten bewijzen dat we een krant kunnen maken.
“Sommigen sloegen je met de cijfers om de oren: met 30/70 doen we het toch helemaal niet zo slecht? Maar sinds wanneer zijn wij tevreden met gemiddeld?” reageert Rijpma. “Blijkbaar is het meer nodig dan ik me vooraf had gerealiseerd. Ik zie dit ook niet als iets van één dag, maar als een startpunt: dat we vaker stilstaan bij hoe we met elkaar omgaan. Ik hoop op een hogere ambitie, dat we de beste willen zijn. Dat gaat niet vanzelf.”
Praat mee