Belgische online media ageren tegen ‘staatssteun’ kranten

Kranten in België krijgen jaarlijks ten onrechte 120 miljoen ‘staatssteun’, terwijl dat geld beter besteed kan worden aan de ondersteuning van innovatieve journalistieke projecten. Dat schrijft een groep van acht Belgische (veelal online) mediabedrijven, verenigd onder de naam Media.21, in een opiniestuk.
De groep reageert daarmee op het nieuws dat er de komende jaren geen subsidie beschikbaar is voor het vorig jaar opgerichte Vlaams Journalistiek Fonds (VJF), dat nieuwe journalistieke projecten moet steunen. Nadat er voor 2018 een half miljoen euro beschikbaar gesteld werd voor het fonds, blijft de kas in 2019 en 2020 leeg. Iets wat volgens de Vlaamse minister van Media, Benjamin Dalle, geen besparing is.
De acht media die zich verenigd hebben in Media.21 zien het wegvallen van de subsidie wél als besparing en hekelen het feit dat kranten in België nog altijd profiteren van een deal met verzender Bpost, dat jaarlijks geld van de overheid krijgt om kranten en weekbladen te bezorgen. Dat bedrag van 120 miljoen euro ziet Media.21 als verkapte subsidie, dat de besparing op het VJF belachelijk noemt.
“Het heel baadt in een wolk van onfris gebrek aan transparantie”, schrijft Media.21. Het contract dat afgesloten werd tussen federale overheid, Bpost en de mediagroepen, wordt als bedrijfsgeheim beschouwd en dus niet vrijgegeven. Hoeveel geld er indirect doorstroomt naar mediagroepen is dus niet publiek. Slechts een handvol grote, oude industriële spelers profiteert: DPG Media, Mediahuis, Roularta, Rossel en IMP.”
Volgens Media.21 – dat bestaat uit Apache, Newsmonkey, DeWereldMorgen, Charlie Magazine, Doorbraak, MO*, Rekto:Verso en Stampmedia – genieten grote mediaconcerns dankzij de afspraak met Bpost en de overheid “een gigantisch marktvoordeel”. “Gezien de grootte van deze bedragen zou het nuttig zijn de discussie meteen open te breken en de vraag te stellen of de conglomeraten met deze 120 miljoen beloond moeten worden, dan wel of het geld niet beter besteed zou worden aan journalistiek, maar ook podia, kunst en cultuur in het algemeen.”
Praat mee