word studentlid

— vrijdag 9 september 2011, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Ardy en Aad, beginner en veteraan

Publieke omroep, verzuiling, GeenStijl, vakmanschap en de stand van de journalistiek. Beginner Ardy Stemerding (30, verslaggever WNL’s Vandaag de Dag) en veteraan Aad van den Heuvel (76, journalist, schrijver en programmamaker) spreken over het vak. Laatste wijziging: 17 april 2014, 13:22

Ardy: ‘Ik geloof niet in verzuilde omroepen. Ik heb het idee dat het over een jaar of tien wel klaar is. Ik geloof in verschillende programma’s en ik geloof in een enigszins populair nieuwsprogramma in de ochtend. Toen ik een week stage liep in Brussel bij Paul Sneijder (NOS), zei hij: “de essentie is verhalen maken”. Bij RTV Utrecht (waar hij radio- en tv-verslaggever was, red.) maakte ik andere verhalen dan toen ik stage liep bij de NOS. En nu maak ik weer andere verhalen dan bij RTV Utrecht; dichter bij de mensen.’
Aad: ‘Ik ben echt in die verzuilde tijden begonnen. Toevallig bij de KRO. Het grote verschil met nu is natuurlijk dat er in 1960 geen enkele actualiteitenrubriek bestond. Destijds waren we voor buitenlands nieuws afhankelijk van verschillende persbureaus die filmpjes – zwart-wit en bekrast – naar het journaal stuurden. Na een jaar zeiden we: “Het moet een echte actualiteitenrubriek worden”. Als jonge mensen braken we door een barrière heen en hadden we alle troeven in handen. We zeiden geen excellentie meer tegen een minister, zoals onze voorgangers. We zeiden: “het spijt me wel, maar gisteren zei u iets anders”. Dat werkte hè?! Dat was volstrekt nieuw. En ach, dan heb je natuurlijk al snel succes. Maar ik heb me dus – om op de vraag terug te komen – nooit echt bezig gehouden met de roots van de KRO. Ja, want was dat nou eigenlijk?’

Aad: ‘Dat is dus een idiote opvatting. Dat blijkt ook in de praktijk. Het enige wat geslaagd is – vind ik – is Brandpunt. Maar dat is gewoon een goede rubriek waar veel geld aan gespendeerd wordt. Uitgesproken is een treurige mislukking geworden. Er bestaat niet zoiets als De Telegraaf of de Volkskrant op televisie. Er zijn televisieprogramma’s en redacties.’

Ardy: ‘Het is de onderwerpskeuze. Ik zal eerder het laatste nieuws over files en nieuwe wegen doen dan over een operafestival. En als wij een item maken over krakers, dan zal ik dat eerder vanuit het oogpunt van de buren doen die er gek van worden dat ze al die herrie naast zich hebben, dan het feit dat de krakers balen dat er nog steeds zoveel leegstand is. Maar eerlijk gezegd: als ik bij een andere omroep zou werken dan zou ik andere verhalen maken. En als me wordt opgedragen dat ik moet zeggen dat het goed is dat de minister Nederland vol plant met asfalt; no way.’

Aad: ‘Het treurige is dat als je bij televisie of radio wil werken – en dat geldt ook voor kranten – je het niet voor het uitkiezen hebt. Ik kan mij voorstellen dat je denkt als je net van de School voor Journalistiek komt: Vrij Nederland dat vind ik wel een aardig blad. Maar op een gegeven moment kan je bij het Algemeen Dagblad beginnen. En ja, dat doe je dan als je een beetje gedreven bent. Voor televisie denk je aan VPRO’s Tegenlicht. Maar veel van onze jonge collega’s komen bij RTL Boulevard terecht. Dan hoop je oprecht dat ze daar hartstikke veel leren over hoe je een verhaal maakt met een kop en een staart en ze op een gegeven moment hun weg vinden.’

Aad: ‘Het lijkt me vreselijk om daar voor te moeten werken. Je bent niet bezig met een nieuwsrubriek

of informatieve rubriek, maar je bent in een format gedwongen. Je moet buitengewoon grimmig en tandenknarsend proberen mensen voor lul te zetten.’

Ardy: ‘Het is een verslaggevershow. Ik geloof meer in een normaal gesprek – dat kan heel vriendelijk zijn – waarin ook een kritische vraag wordt gesteld. Ik vind het vermakelijk om naar te PowNed kijken, maar ze zetten zichzelf teveel op de voorgrond: “kijk eens wat ik tegen Rutte durf te zeggen”. Rutger Castricum is geen voorbeeld voor mij. Ik zie wel dat het iemand is met veel talenten en hij maakt heel vermakelijke televisie. Maar ik zou liever Clairy Polak zijn dan Rutger.’

Aad: ‘Tegenwoordig moet je dagelijks aan de bak – met een te kleine redactie. Dat is het punt. Te weinig geld om een lang verhaal kort te maken.’
Ardy: ‘Heb je het idee dat jullie vroeger meer middelen hadden?’

Aad: ‘Nou dat weet ik wel zeker’.

Ardy: ‘Maar dan vooral financieel, want wij hebben natuurlijk weer de voordelen van de techniek.’

Aad: ‘Maar de financiën zijn van uitermate belang, omdat omroepen toen – zeker de Vara en KRO – die actualiteitenrubrieken als hun visitekaartje beschouwden. Die actualiteiten kregen een behoorlijke smak geld. Het betekende dat Ed van Westerloo en ik soms acht weken in het buitenland aan het rondstruinen waren. Van Indonesië weet ik – daar ben ik gekomen in 1965 na die staatsgreep – dat je pas na een week of drie doorkreeg wat er speelde. En dat je na een week of vier wist van de hoed en de rand.’

Ardy: ‘Nu moet je als je in Singapore zit al live omdat je in de buurt bent van de Japanse kernramp. Ik ben voor de regionale omroep mee gegaan naar IJsland met mensen die probeerden hun geld op te halen bij Icesave. Aankomen, een verslagje voor de radio, vervolgens camjo’en, draaien, monteren, doorsturen, volgende dag nog een verhaal en terug naar het vliegveld. Ik heb nog net twee geisers gezien voor ik naar het vliegveld ging.’

Aad: ‘Zo werkt het dus niet. Je moet dan ook even naar wat politici en collega’s kunnen gaan. Zodat je meerdere bronnen kunt aanboren en bij jezelf denkt: hé, zo heb ik er nog niet over nagedacht. Begrijp je? Die mogelijkheden moet je echt hebben. Anders wordt het hap-snap, grote stappen gauw thuis.’

Ardy: ‘Dat is natuurlijk wel een beetje een paradox. Het fijne is dat het allemaal veel sneller kan; ik kan in IJsland mijn filmpjes ftp’en en het is tien minuten later op televisie. Je zou zeggen dat je daardoor meer de diepte in kan. Maar al die nieuwe technieken worden gebruikt als bezuiniging en niet als verbetering van de journalistiek.’

Aad: ‘Ik vind dat er meer geld, mankracht en mogelijkheden voor journalisten moeten komen bij de publieke omroep. Probeer nou eens in Libië een reportage te maken vóórdat de brand uitbreekt. Want op dit moment lijken we met al die snelle actualiteitenrubrieken brandweermensen die de brand komen gadeslaan.

Maar dan zijn er allemaal managers die zeggen: “ja, daar zit het publiek niet op te wachten. Op het moment dat je de Derde Wereld binnenstapt zie je die mensen al weg zappen. Ze willen dat niet meer”. Ik vraag me telkens af: welke mensen zeggen dat toch?’

Ardy: ‘Ik kijk graag naar een achtergrondverhaal over Libië in Nieuwsuur en geniet van een verhaal over hoe de politieke structuren daar lopen. Het lastige is: als programmamaker heb ik te maken met de constante battle om die verhalen te maken. Soms denk ik: dat wil ik ook. Aan de andere kant maak ik ook gewoon wat er nu van me gevraagd wordt. Ik bedoel, het klinkt heel laf, maar zo werkt het.’

Aad, tegen Ardy: ‘Probeer prachtige verhalen te maken, zodat ze bij de rubriek zeggen dat het hele goede items zijn. En dat het publiek zegt dat het een aantrekkelijke rubriek is omdat er goede verhalen in zitten. Dan kun je op een gegeven moment eens na gaan denken over wat je écht graag zou doen en eens kijken of je dat kan bereiken. Dat lijkt mij een pad dat heel begaanbaar is.’

Aad: ‘Nee, dat zou even dom zijn als zeggen dat ik tegen De Telegraaf ben. Ik bedoel, ik mag zeggen dat De Telegraaf mijn krant niet is, maar aan de andere kant is het natuurlijk een buitengewoon professioneel gemaakte krant. Ze hebben een perfecte sportafdeling met veel mensen en geld waar ze flink kunnen uitpakken. Maar het staat iedere journalist die bij De Telegraaf het vak heeft geleerd – of bij de Volkskrant of welke krant dan ook – vrij om te zeggen: “nou dat is aardig gegaan. Iedereen is buitengewoon tevreden, wat wil ik nu het liefste?”.’

Ardy: ‘Er zijn verschillende lijnen in mijn hoofd waarvan ik denk: dat zou ik mooi vinden. Eén van de dingen die ik heel graag zou willen is correspondent in het buitenland zijn. Of later Pauw & Witteman presenteren. Ik noem maar wat. Gewoon met mensen praten.

Aan de andere kant geloof ik wel in formats.  Ik zou het niet erg vinden als we met de gezamenlijke publieke omroep één hele goede Brandpunt zouden maken. En dat je zegt: “in de ochtend doen we dat buitenlands nieuws wat korter dan normaal, want het NOS Journaal doet Libië al.

Ik denk aan de andere kant ook dat wij als makers niet teveel moeten piepen dat we geen geld hebben. Het is ook wel aan ons toch te proberen die verhalen te maken.’

Aad: ‘Dat moet jij mij laten zeggen. Ik moet vanaf de zijlijn roepen dat ik vind dat het journalistieke deel van de televisie veel serieuzer genomen moet worden en veel meer naar de voorhoede moet worden geschoven. Waar is de publieke omroep anders voor?

Er zijn straks een aantal omroepen minder maar niemand vraagt zich af waar we naar toe gaan. Het is zoals bij Defensie; de tanks gaan eruit, maar er is geen enkele visie op wat het Nederlandse leger nou eigenlijk zou moeten doen. Hetzelfde geldt voor de omroep. Laten we daar nou eerst eens over praten en dan denk ik dat – als je daar verstandig over oordeelt – cultuur en informatie echt de speerpunten gaan worden. En niet Boer Zoekt Vrouw.’

Ardy: ‘Ik vind dat we niet moeten doen alsof het allemaal slechter is.’

Aad: ‘Het grootste verschil is gewoon de ruimte en het geld dat de individuele journalist vroeger kreeg binnen zijn rubriek. Het werd belangrijk gevonden. En ik zou buitengewoon graag zien dat die tijd weer een beetje terug kwam. Ik zal een voorbeeld geven, want dat raakt de kern van de zaak. Ik ben op het vliegveld van Malaga, vorig jaar, en daar kom ik mijn oude collega Derk Bolt tegen. Dat is ooit een leerling van me geweest. Ik vroeg: “Derk wat ben je nu aan het doen?” Hij was met twee cameramensen, twee geluidsmensen en een producer een maand naar Marokko geweest. Ik dacht: oh fascinerend, Derk. Het is een leuk land en je kunt daar goede verhalen kan maken. Er zitten een heleboel Marokkanen hier en er zijn veel interessante dingen rond die koningen te maken. An-me-reet! Hij was met oude van dagen mee op reis geweest die met campers de toeristische plaatsen bezochten. Waarom waren dat geen journalistieke programma’s? Waarom waren dat oude van dagen die met campers toeristische spots gingen bezoeken? Er is dus geld, en kies ervoor om dat geld daaraan te besteden.’

Ardy: ‘Ik weet het niet – misschien is dat nooit anders geweest – maar het komt wel vaak voor dat tegen mensen die bij televisie werken wordt gezegd: “ga het maar proberen”. Er wordt eigenlijk amper getraind. Ik ben heel blij dat ik relatief veilig bij de regionale omroep heb kunnen oefenen en nu ook weer relatief veilig in de ochtend zit.’
Aad: ‘Dat is van levensbelang.’

Ardy: ‘Ik ben echt nog een groentje. Ik ben vier jaar verslaggever, maar als ik naar mijn eerste keer op tv kijk, toen ik echt als een bange Bambi constant slikkend in de camera stond te kijken, zie ik dat ik nu wel wat losser ben geworden. En dat heb je wel nodig.’

Aad: ‘En dat vergeet iedereen. Iemand heeft wellicht de achtergrond en de mogelijkheden, maar training is heel belangrijk. Neem Matthijs van Nieuwkerk, die heeft er ook een jaar of zes over gedaan.’

Ardy: ‘Toen hij Nova deed was het ook nog niet briljant, of wel? Terwijl hij nu wordt gezien als een soort standaard.

Ik heb zelf aan de Universiteit (RUG, Journalistiek) mijn eerste camera al moeten vasthouden en items moeten maken. Mijn generatie moet alles kunnen: radio maken en televisie en het liefste ook nog wat met nieuwe media doen.’

Aad: ‘Maar de basis is de nieuwsgierige, altijd iets argwanende, journalist.’

Ardy: ‘Dat is de essentie. Ik kan mij niet voorstellen dat ik iets anders zou doen. Dit is gewoon wat ik wil. Die passie daarvoor blijft gewoon altijd.’

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.