Advies: de Nederlandse Publieke Omroep moet uit maximaal zes omroepverenigingen bestaan

UPDATE De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) moet uit maximaal zes omroepverenigingen bestaan. Dat is een van de adviezen van het Adviescollege Publieke Omroep, dat in opdracht van het kabinet de toekomst van de publieke omroep heeft onderzocht.
Ook vindt het college onder leiding van oud-politicus Pieter van Geel (CDA) dat de overheid zich minder moet bemoeien met de publieke omroep. Zo staat in het rapport Eenheid in Veelzijdigheid dat maandag in Den Haag aan staatssecretaris Gunay Uslu van Media is aangeboden.
Het aantal ledenomroepen moet volgens het college omlaag naar maximaal zes, waar dat er nu nog negen zijn. Deze omroepen zullen als ‘dragende’ omroepen opereren. De rest worden ‘redactie-omroepen’ die onder die dragende omroepen zullen vallen. Het huidige vereiste minimaal aantal betalende leden per omroep (150.000) blijft gehandhaafd om versnippering van het bestel te voorkomen. Deze ‘redactie-omroepen’ zijn ‘inhoudelijk autonoom, maar worden organisatorisch opgehangen binnen een van de dragende omroepen of de NTR’. Met de huidige ledenaantallen van de publieke omroepen zouden AVROTROS, BNNVARA, KRO-NCRV, Omroep MAX-WNL, de EO en VPRO-HUMAN kunnen worden aangemerkt als ‘dragende’ omroepen.
Taakomroepen NOS en NTR, die geen betalende leden hebben maar ieder een eigen wettelijke opdracht hebben, worden in het rapport buiten beschouwing gelaten.
Minder verantwoordelijkheid voor politiek
Hoewel Ongehoord Nederland niet direct bij naam genoemd wordt, speelt de jonge omroep een belangrijke rol in het advies.
Het adviescollege stelt voor om een ‘Autoriteit Publieke Media’ in het leven te roepen, die gaat over het toelaten van omroepen tot het omroepbestel of juist omroepen daaruit te verwijderen. Daarmee zou de verantwoordelijkheid voor zulke beslissingen niet meer bij de politiek liggen. ‘Creëer de mogelijkheid om een omroeperkenning tussentijds in te trekken in gevallen waarbij het gedrag van een omroep het gezag of het functioneren van de publieke omroep als instituut ernstig schaadt of in gevaar brengt’, luidt het advies.
Omroepen moeten ook aan strengere voorwaarden voldoen. Ze moeten volgens het college worden beoordeeld op criteria als herkenbaarheid en toegevoegde waarde in de samenleving. Omroepen krijgen daarnaast wel meer verantwoordelijkheid als het aan het college ligt, onder meer door ze zelf meer regie te geven over hun budgetten.
Commissariaat voor de Media opheffen
Met het invoeren van de ‘Autoriteit Publieke Media’ zou het Commissariaat voor de Media volgens de commissie moeten worden opgeheven. Met het invoeren van deze autoriteit zou de politiek ook meer op afstand komen te staan van de publieke omroep, beoogt de commissie.
Aspirant-omroepen zouden ook niet direct meer toegang krijgen tot het bestel, maar zouden zich in een ‘portfoliofase’ van twee jaar aantoonbaar bewijzen. Daarbij wordt gekeken naar de kwaliteit van de uitzendingen van de omroep en of de nieuwe omroep de waarden van het bestel in acht nemen.
Een andere doorn in het oog van velen in Hilversum is dat externe producenten hun pitches direct bij de NPO zelf kunnen doen, en dat de laatste partij daar een geschikte omroep aan koppelt. Dit is een onwenselijke situatie in de ogen van de commissie. ‘Haal de mogelijkheid voor externe productiehuizen om een idee in eerste instantie te pitchen bij de NPO uit de Mediawet en laat externe producenten hun ideeën voor media-aanbod alleen bij omroepverenigingen
pitchen’, schrijft de commissie.
‘Zorg dat het pitchen bij de NPO van een programmavoorstel waarbij een externe producent betrokken is, altijd wordt gedaan door de omroep en de externe producent samen en dat voor alle partijen volledig transparant is wat de begroting is van het ingediende programmavoorstel.’
Meer investeren in online
Verder wil het college dat de publieke omroep breed blijft, want de NPO heeft een verbindende functie en moet voor “iedereen” zijn. Ook zou er structureel geïnvesteerd moeten worden in onlineactiviteiten.
Uslu spreekt in reactie op het rapport tegenover ANP van “interessante adviezen”. “Ik ga in gesprek met de sector om te kijken wat we met de aanbevelingen uit het rapport kunnen doen”, meldt ze. Haar opvolger zal later nog inhoudelijk reageren. Uslu vroeg het college vorig jaar onderzoek te doen naar de NPO. Later kwam er vanuit de Tweede Kamer ook de vraag om te kijken naar de toekomstbestendigheid van de NPO.
Uslu vroeg het adviescollege eind vorig jaar onderzoek te doen naar de huidige staat en werking van de NPO. Later kreeg het adviescollege op verzoek van de Tweede Kamer de vraag om ook naar de toekomstbestendigheid van de NPO te kijken.
Praat mee