In Memoriam Albert de Lange (1957-2015)
Arthur van Amerongen schreef voor Villamedia een In Memoriam voor Albert de Lange.
Lachen met Kanker
De eerste keer dat ik Albert tegenkwam, eindigde ik meteen met hem in bed. Mijn toenmalige verloofde lag er naast, op de grond in een hotelkamer in New York. Albert en ik schoten in de lach toen we wakker werden, ondanks een Kater des Doods. Het werd nog hilarischer toen we allebei naar onze onderbroeken moesten zoeken. Mijn verloofde ging pisnijdig ontbijten, Albert en ik namen in de lobby een ‘hair of the dog’: een ochtendborreltje in het kader van de katerbestrijding. Schelto Patijn, de burgemeester van Amsterdam, met in zijn kielzog een leger ambtenaren en andere non-descripte hotemetoten, bezocht zijn ambtgenoot Giuliani in het kader van diens zero tolerance-beleid. Daar plukt Mokum nu nog de wrange vruchten van.
Het klikte tussen Albert en mij, zoals uit bovenstaande moge blijken. Kort na de moord op Theo van Gogh stelde adjunct-hoofdredacteur Albert mij en Loes de Fauwe - een combinatie die iedereen bij Het Parool krankzinnig vond maar een gouden zet bleek te zijn - in de kroeg aan elkaar voor en vroeg of we ‘niet iets met Marokkanen moesten doen’. Ik en La Fauwe, de grand dame van Het Parool, konden meteen een hele serie maken. Kasba Mokum won uiteindelijk de Prijs van de Dagbladjournalistiek. Ik stond achter medegenomineerde Janny Groen die in huilen uitbarstte toen de winnaars bekend werden gemaakt. Ze zei iets van: ‘schande, die vieze alcoholist.’ Of gore junk, daar wil ik vanaf zijn maar ik neem aan dat ze niet op Loes doelde.
‘Je gaat het toch allemaal wel opschrijven, ouwe reus’, schreef ik toen hij mij vorig jaar vertelde dat de kanker terug was. Stom van me want natuurlijk ging het journalistieke beest Albert het opschrijven. Snoeihard, zonder schmaltz en vooral grappig. Briljant schaamteloos. Ik moest dit weekeinde ineens denken aan aan mijn ouwe buurman Willem Oltmans, op de Westerkade in de Jordaan. Die dronk zijn laatste drankje toen hij tevreden kon vaststellen dat zijn dood op teletekst pagina 101 stond. Ik denk dat Albert niet zo’n hoge pet op had van het gefossileerde teletekst en pakte, voor het laatst, de voorpagina van de zaterdagkrant.
De radiocumentaire ‘Lachen met Kanker’ die ik met mijn boezemvriend Rob Muntz maakte, die is opgedragen aan Albert. Hij was zelfs de aanleiding. Albert en zijn vrouw Marjolein moesten er smakelijk om lachen, indachtig zijn adagium: Je wilt mensen niet belasten met treurnis en verdriet, iedereen wordt daar doodongelukkig van. De documentaire is zondagavond te beluisteren in Holland Doc op radio 1, van 21.00 tot 22.00 uur.
Ik zit al zijn columns van de serie Deadline nog eens na te lezen en het ontroert me nog veel meer, nu hij het ondermaanse heeft verlaten. Albert schreef de ultieme column. Wat een held.
Door: Arthur van Amerongen
Praat mee