mgm nvj maart

— vrijdag 30 juli 2010, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Zijn enige maatstaf was: Jan Blokker

‘Knorrig onderweg tussen heden en verleden’, zo typeerde de historicus Piet de Rooy in De Journalist van 17 mei 2002 de toen 75-jarige journalist-historicus Jan Blokker. Op 6 juli 2010 overleed hij met de drukinkt nog aan zijn vingers. Laatste wijziging: 17 april 2014, 14:43

De op 27 mei 1927 in Amsterdam geboren Blokker herinnerde zich haarscherp hoe hij als zesjarig jongetje de schrik in de ogen van zijn ouders zag, toen zij via de radio vernamen dat in Duitsland Adolf Hitler aan de macht was gekomen. Sindsdien was hij, naar eigen zeggen, aan nieuws verslaafd. Hij heeft de anekdote zo vaak verteld dat niemand aan de waarheid ervan durfde twijfelen. 

Vanaf zijn zevende ging Jan bijna wekelijks met zijn vader naar de Cineac: eerst twintig minuten Polygoon Nieuws, dan een documentaire over verre landen en als toetje twee tekenfilms. Zo kreeg zijn liefde voor het nieuws een nieuwe dimensie in zijn passie voor het medium film. Ook zo’n mooi verhaal.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Jan op de HBS aan de Keizersgracht, op steenworp afstand van het huis waar Anne Frank was ondergedoken, en in de hongerwinter ploeterde hij voor het staatsexamen gymnasium alfa. ‘Te jong om held te zijn, te oud om ooit nog te geloven in het moordvrije leven.’ Het was de beslissende ervaring voor zijn vorming tot professioneel waarnemer – met een mix van tomeloze interesse in de wereld om hem heen en afstandelijkheid.

De studies Nederlands en later geschiedenis leidden niet tot enig diploma, maar Blokker hield er wel een levenslange belangstelling voor literatuur en vooral geschiedenis aan over. Even wilde hij schrijver worden – voor zijn novelle ‘Séjour’ kreeg hij de Reina Prinsen Geerlingsprijs – maar in 1952 verkoos hij een plaats op de kunstredactie van Het Parool, toen een bakermat van journalistiek talent, boven een literaire loopbaan. Daar vroeg Simon Carmiggelt hem de betere films te recenseren; zelf ging Carmiggelt liever naar cowboyfilms en westerns.

Na zijn overstap naar het Algemeen Handelsblad in 1954 ontwikkelde Blokker zich tot toonaangevend filmrecensent. Behalve recensies schreef hij ook nieuwsberichten en reportages over festivals en naast serieuze films (Bergman, Truffaut, Godard, Antonioni en Fellini) besprak hij ook westerns, cowboyfilms en crimi’s. Ook op andere gebieden was hij omnivoor: faits divers interesseerden hem evenveel als het grote nieuws. Al bij het Handelsblad begon hij in 1954 met het schrijven van cursiefjes, zoals columns toen nog heetten, een beetje in de geest van Carmiggelt. Pas later werden zijn columns meer satirisch.

Als filmrecensent voelde Blokker zich niet gebonden aan ideologische of esthetische opvattingen. Zijn enige maatstaf was: Jan Blokker. Ook als hoofd informatieve programma’s van de VPRO, als eindredacteur van tv-rubrieken als Diogenes en als adjunct-hoofdredacteur van de Volkskrant zou hij later de Blokker-norm hanteren: afkerig van de ideologieën uit het tijdperk van de verzuiling, wantrouwig jegens machthebbers, wars van modieuze onzin en academische humbug, vertrouwend op zijn eigen journalistieke instinct en historische radar.

Veel van Blokkers oeuvre is al bij zijn leven in vergetelheid geraakt, zodat hij nu vooral herinnerd zal worden als schrijver van enkele historische boeken en als columnist en recensent, eerst bij de Volkskrant en de laatste jaren in nrc.next en NRC Handelsblad.

Voor Blokker was zijn column niet zo maar een grappig stukje, maar een levensbehoefte. Met nadruk sprak hij over een journalistieke column. Daarin nam hij politici en andere bekende Nederlanders de maat. Van de meeste slachtoffers deugde niet veel en met een paar rake klappen kon hij ze neersabelen. Dat was vaak to the point of leuk of allebei, maar niet altijd. Je zal maar afgeserveerd worden als ‘gratekut’ (Sonja Barend), ‘Mussolini van de eenentwintigste eeuw’ (Pim Fortuyn) of – tot vervelens toe – ‘ventje Pechtold’.

De in 1990 overleden columnist Renate Rubinstein, een van de weinigen die hem openlijk durfde aan te vallen, hekelde ooit in Vrij Nederland de grappen van de bourgeois satisfait Blokker over de Cambodjaanse dictator Pol Pot, die de mensen de hoofdstad uitstuurde om te recreëren op het platteland – dat ging wel over de killing fields.

Blokker was meer dan alleen journalist. Hij werkte mee aan het satirische tv-programma ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’ en publiceerde kinderboeken. Hij schreef filmscenario’s en maakte tv-documentaires. Hij was – een beetje tegen zijn eigen regels over onafhankelijkheid in – voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse film. In academische kring kreeg hij erkenning via een eredoctoraat en een estafette-hoogleraarschap in de journalistiek, eerbewijzen die hij – net als zijn koninklijke onderscheiding – toch maar ­accepteerde. Een prinzipienreiter was hij niet.

De overgang van Blokker van de Volkskrant naar nrc.next en NRC Handelsblad in 2006 kan ook moeilijk worden opgevat als een principiële daad. Hij was boos omdat de frequentie van zijn historische boekenrubriek verminderd zou worden. Ook als de manier waarop dit werd aangekondigd niet elegant geweest zou zijn, blijft het de vraag of het voor een bijna tachtigjarige zo erg is een klein beetje in te schikken voor jong talent.

De gepikeerdheid van de ouder wordende Blokker zal te maken hebben gehad met zijn idee dat de journalistiek die hij voorstond teloorging. Zijn in 2010 verschenen bundel ‘Nederlandse journalisten houden niet van hun vak’ was een soort testamentaire beschikking, die meer recht deed aan zijn nostalgische gevoelens dan aan de werkelijkheid. Blokker ontkende het probleem waarmee dagbladen wereldwijd te kampen hebben door de opkomst van nieuwe media. Als journalisten maar nieuwsgieriger waren, minder opiniërend en meer geïnteresseerd in feiten, zou het wel beter gaan met de kranten.

Blokkers zorg om het voortbestaan van goede dagbladen was wel terecht, maar zijn analyse klopte niet. Onze pers is door de bank genomen niet slechter dan de buitenlandse, een paar internationale toppers uitgezonderd. Dat Nederlandse journalisten niet nieuwsgierig waren, beweerde Blokker in 1984 ook al. Dat in dit land opinies het winnen van de feiten, was een minstens even oud stokpaardje. Maar als er één journalist in alles wat hij schreef van opinies aan elkaar hing, was het Blokker. En juist daarom werd hij goed gelezen.

Hoe hoog Blokker ook opgaf van de verslaggevende taak van de journalist, zelf was hij meer opiniemaker dan verslaggever. Vanuit een grote belezenheid wist hij als columnist, recensent en boekenschrijver heden en verleden met elkaar te verbinden. In die kwaliteiten zal hij meer worden gemist dan als profeet van de toekomst van de journalistiek.


——-

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.