word studentlid

— vrijdag 7 mei 2010, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Zestig redders van 
de journalistiek

Zestig jonge journalistieke talenten gaan de komende twee jaar op kosten van de overheid aan de slag bij een dagblad of opinieweekblad. Hoe denken deze beloftes van het vakgebied over hun werk en de toekomst van de journalistiek? Laatste wijziging: 17 april 2014, 13:59

‘Als ik ooit zo ver kom als Boudewijn Büch, dan zou ik heel erg tevreden zijn.’ Kuiken is als journalist op zoek naar nieuwe invalshoeken, maar nog meer dan dat naar bijzondere verhalen. Trots was hij op zijn artikel in Volkskrant Magazine over Priesters en hun geheime relaties, dat verscheen in een week dat er heel wat te doen was rond het celibaat. Voor Trouw sprak hij tijdens zijn stage in de zomer van 2009 met de laatste mensen die nog geboren waren in het ministaatje Neutraal Moresnet, dat grensde aan Nederland, België en Duitsland en van 1816 tot 1919 bestond. ‘Toen ik aanbelde bij een 95-jarig vrouwtje liet ze haar sleutel aan een touwtje uit het raam zakken. Dat vond ik prachtig.’ Zulke verhalen zijn volgens Kuiken tijdloos. ‘Daar zullen mensen altijd interesse in houden. Of het nu op papier is of op internet.’ Als hij geen journalist was geworden, zou hij nu misschien met een schep en een metaaldetector op afgelegen plekken op zoek zijn naar onontdekte objecten, als archeoloog. Maar zijn oudere broer Eelco, ook werkzaam als journalist, ontstak bij hem het vuur. ‘Toen was ik 18 en ben ik begonnen bij het lokale nieuwsblad: de Dedemsvaartse Courant.’ Dat die krant onlangs door uitgeverij Boom gedegradeerd werd tot een huis-aan-huisblad, is een verontrustend teken, beseft ook Kuiken: papieren media hebben het zwaar. Toch denkt hij dat ‘de krant’ er over tien jaar nog zal zijn, al is het maar omdat de komende jaren een grote groep gefortuneerde babyboomers met pensioen gaat. Kuiken denkt dat kranten meer on demand zullen gaan werken. ‘Dat je bijvoorbeeld de sport van het AD krijgt, de Verdieping van Trouw, en het financiële nieuws van NRC Handelsblad, dat lijkt mij relaxt.’ Hoe zoiets geld moet opleveren, daarmee houdt hij zich niet bezig. ‘Daar zijn marketing- en salesmensen voor. Ik moet vooral zorgen dat ik betere verhalen maak dan collega journalisten bij andere media.’

Afgelopen weekend sloot Boy Imminck een periode in zijn leven af. Zes jaar lang stond hij bijna ieder weekend langs de zijlijn van vele sportvelden in Veenendaal en omstreken. Al voor zijn studie journalistiek in Ede was hij begonnen als sportverslaggever voor het huis-aan-huisblad in zijn regio. Daar had hij aardig lang voor aan het hoofd moeten zeuren van de chef sport van die krant. Vanaf zijn 8-ste wist hij al wat hij wilde worden: journalist. En het liefst sportjournalist. Het begon met een testverslag bij een wedstrijd in de vierde klasse van de voetbalcompetitie. Toen dat de redactie beviel kreeg Imminck een steeds groter pakket met voetbal- volleybal en waterpoloploegen. In 2007 maakte hij promotie en mocht hij de hoofdklasse verslaan. En met een professionelere insteek: Imminck zette samen met een collega een multimediaproject op: ‘De Finaleweken’. Tegen het einde van het seizoen zat hij met camera, pen en fototoestel verschillende teams op de huid. In tijden van glorie en treurnis. 
Deze week begon Imminck als multimedia-redacteur bij de Barneveldse Krant, een week nadat hij zijn diploma aan de hogeschool ontving. Hij liep al stage bij een krant van dezelfde uitgever, BDU. Imminck voelt zichzelf regiojournalist in hart en nieren. ‘Lokaal nieuws is soms heel klein. Als je dat op een professionele manier kan vastleggen of verslaan, dan levert dat heel mooie dingen op.’ Nieuws over ‘de gewone man’ krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht, en heeft wat Imminck betreft de toekomst: ‘Mensen willen weten wat er om hen heen gebeurt.’ Volgens Imminck moeten kranten een mengelmoes maken van serieuze, abstracte thema’s zoals politiek en economie, en nieuws dat dichtbij de mensen staat. Iets wat De Barneveldse Krant de laatste jaren met succes doet: de oplage daalde niet, maar bleef stabiel. Volgens Imminck moeten media creatief denken als het gaat om geld verdienen, ook buiten de voor journalistiek gebaande paden. ‘De filmpjes die wij maken over voetbalteams, worden gesponsord door een autoverkoper. Ik vind dat geen probleem, zolang dat bedrijf geen invloed heeft op onze journalistieke keuzes.’

Actief was Alexander Bakker altijd al. Op de middelbare school had hij een eigen alternatieve schoolkrant, en werkte hij als regionaal verslaggever in de Bollenstreek. Maar voor de schoolbanken was hij niet echt geschapen. ‘Ik stelde te veel vragen, en de antwoorden waren onbevredigend. Ik wilde niet studeren, maar aan de slag.’ Gelukkig was er in 2006 een MBO opleiding journalistiek opgericht, het jaar dat Bakker stopte met zijn opleiding Kunst, Cultuur en Amusement aan het ROC in Amsterdam. Bakker ‘emigreerde’ ervoor naar het Friese Drachten. Krap vier jaar later is hij de eerste MBO-journalist van Nederland – zijn jaargenoten zijn nog even bezig, want Bakker studeerde versneld af – en heeft hij een tweejarig contract op zak bij de krant Sp!ts . ‘Ik ontmoette hoofdredacteur Bart Brouwers van Sp!ts tijdens de boekpresentatie ‘De grootste kraak in krantenland’, over de ondergang van het PCM-concern. Ik vroeg hem wat hij dacht dat de meerwaarde zou zijn van een MBO’er die onderwezen is in een combi van journalistiek en fotografie. Een week later zat ik bij hem op kantoor om te praten over een stage.’ Het tekent de proactieve houding van Bakker: geen van zijn klasgenoten was uit Drachten naar Amsterdam gekomen voor die boekpresentatie, laat staan dat ze op die hoofdredacteur zouden zijn afgestapt. ‘Ik stuurde bijna elke week wel uitnodigingen voor lezingen naar mijn klasgenoten. Maar hooguit twee keer kreeg ik iemand mee.’ Bij Sp!ts krijgt Bakker een eigen stukje krant onder zijn hoede: het carrièrekatern. Daarnaast gaat hij voor de binnenlandredactie schrijven, en hoopt hij te mogen meedenken over de vormgeving van de krant. ‘Die interesse is in Friesland ontstaan, daarvoor was ik alleen op tekst gericht.’ Bakker werd vlak na zijn aanstelling bij Sp!ts ook benaderd door andere media, maar spijt dat hij bij de gratis krant aan de slag gaat heeft hij allerminst. ‘Sp!ts bereikt mensen die anders geen krant zouden lezen. Dat geeft de krant een maatschappelijke functie.’ De kracht van ‘zijn’ krant is dan ook dat die erg toegankelijk is. ‘We zouden als redactie in een glazen huis op Utrecht Centraal moeten werken. Zo dicht mogelijk bij al die reizigers die ons elke dag meepikken.

magazine@villamedia.nl

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.