Winnaars Afstudeerprijs Villamedia kijken al weer verder

De winnaars van de Afstudeerprijs Villamedia 2016 zijn al druk bezig hun journalistieke carrière vorm te geven. Jolanda van de Beld (27), Jenne Jan Holtland (27) en Boris Lemereis (26) (Universiteit van Amsterdam), wonnen in de categorie master met de Argos-productie 'De deal van Deetman'. Ruben Hofma (24) pakte de winst in de categorie bachelor met zijn scriptie ‘Poëtische journalistiek. Hoe gedichten de journalistiek verrijken’. Villamedia sprak met de winnaars over hun winnende onderzoek en toekomstplannen.
De winnende master-inzending van het drietal is ‘De deal van Deetman’, een Argos-productie, die op 30 april 2016 werd uitgezonden. Indrukwekkend: als luisteraar besef je al dat hier heel veel research in is gaan zitten, nog afgezien van alle interviews met en zonder microfoon.
Hoe kwamen ze aan het onderwerp?
Het was een tip, vertelt Jenne Jan Holtland, die hij kreeg toen hij stage liep bij de Volkskrant: er zou het een en ander mis zijn bij KLOKK (Koepel Landelijk Overleg Kerkelijk Kindermisbruik). Deze organisatie kwam tot stand nadat de Commissie Deetman was ingesteld om het kindermisbruik in de katholieke kerk te onderzoeken en dat was weer het gevolg van de misstanden die de onderzoeksjournalisten Joep Dohmen (NRC) en Robert Chesal (Radio Nederland Wereldomroep) in 2010 boven water hadden gebracht. Zo’n vijf, zes jaar later zouden nogal wat slachtoffers ontevreden zijn en zou het rommelen binnen KLOKK. De parlementaire enquête waarom gevraagd was, kwam er niet. Deetman zou er niet van willen weten.
In het kader van hun onderzoeksproject besloten Jenne Jan Holtland, Jolanda van de Beld en Boris Lemereis, uit te zoeken wat hiervan waar was. Een rolverdeling was er niet echt, zeggen ze alle drie: ‘We deden bijna alle interviews samen, omdat we toch allemaal de betrokkenen wilden hebben gezien. Alleen op het laatst, bij het uitschrijven, was Boris in Oeganda en Jenne Jan werkte fulltime voor de Volkskrant. Maar toen was het voornaamste werk gedaan.’
In eerste instantie dachten de drie aan een geschreven medium. ‘Voor je master moet je zo’n onderwerp helemaal uitwerken en het vervolgens pitchen. Dat lukte bij het VPRO-radioprogramma Argos. Een aantal interviews moest daarom opnieuw gedaan worden, met opnameapparatuur. Die deden we meestal met z’n drieën. We hebben tegenstanders, maar ook medestanders van Deetman gesproken, alleen hij zelf wilde niet reageren. We hebben alles geprobeerd, zelfs zijn eigen telefoonnummer gebeld. Hij verbrak meteen de verbinding. Tenslotte hebben we hem het materiaal gestuurd, met nogmaals het verzoek te reageren. Daarop kwam, op het laatste moment, een zeer lange, geschreven reactie van de woordvoerder (op onderzoekrk.nl - zoeken op datum, 29 april 2016 - en die Argos op de website heeft geplaatst). Na de uitzending kwam er nog een persbericht, dat onjuistheden bevatte. Ook dat staat op de website van Argos.’
Inmiddels zijn ze afgestudeerd en alle drie aan het werk, ieder op een ander gebied. Jenne Jan Holtland is de enige met een jaarcontract: sinds november 2016 is hij correspondent van de Volkskrant in Warschau. ‘Ik weet al zes jaar dat ik correspondent wil worden. De vraag was: waar? Ik heb een passie voor het Midden-Oosten en ook Afrika trekt me wel. Maar om het vak te leren, wil ik overal werken. Dus toen ik de kans kreeg om naar Polen te gaan, zei ik meteen ja!’ Jolanda werkt freelance voor verschillende opdrachtgevers, waaronder NRC, het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en F.A.L.L.-Magazine. Maar haar hart, zegt ze, ligt toch vooral bij NRC Handelsblad, waar ze op de webredactie werkt, vooralsnog als freelancer, maar ze hoopt op een vaster verband. Boris Lemereis, van zijn kant, freelancet vooral voor LINDAnieuws.nl en NU.nl. Voor het Vlaamse blad MO*Magazine schreef hij een reportage over Oeganda, samen met mede-studente Heleen D’Haens. Hij beseft dat een correspondentschap in dat deel van de wereld moeilijk te verwezenlijken is, maar stiekem droomt hij er wel van.
Ruben Hofma (24 kreeg de Afstudeerprijs Villamedia 2016 in de categorie bachelor (Christelijke Hogeschool Ede), voor zijn scriptie ‘Poëtische journalistiek. Hoe gedichten de journalistiek verrijken’.
Hofma: ‘Poëzie is een onderwerp dat me na aan het hart ligt. Ik ben er sinds m’n vijftiende mee bezig, als lezer en als dichter. Op de Christelijke Hogeschool Ede krijg je de kans om een vrij studiepunt te vergaren. In dat kader heb ik een dichter-redactielid van literair tijdschrift Liter geïnterviewd. Een paar jaar later ben ik gevraagd om deel uit te maken van de redactie van dat blad. Ik ben ook poëzierecensent.
Over het onderwerp van mijn scriptie twijfelde ik verschrikkelijk. Ik heb last van perfectionisme, en had eerst de scriptie al een beetje uitgesteld en zat daardoor vast. Toen kreeg ik een andere scriptiebegeleider, Johan Snel, die zei: je kunt het beste doorgaan met jouw passie. Dat hielp me over de streep en na een avond brainstormen had ik een zinnige hoofdvraag bedacht. Eigenlijk was dit onderwerp onvermijdelijk.’
Je bent ook boekhandelaar, lezen we in je cv.
‘Ik ben assistent-boekhandelaar. Toen ik klaar was met mijn tweede eindstage, zocht ik een bijbaan om rond te komen, want de studiefinanciering viel weg. Dit paste heel mooi in mijn straatje van literatuur en poëzie. De journalistieke studie komt mij andersom heel goed van pas als poëzierecensent.’
Waarom ben je journalistiek gaan studeren? Wat trok je aan?
‘Ik dacht: zo leer ik beter, mooier schrijven. Als je poëzie bij de journalistiek betrekt, dan krijg je een ontzettend krachtig taalgebruik. Gedichten vragen erom aandachtig gelezen te worden. In de journalistiek kunnen ze verschillende functies hebben, ze zorgen bijvoorbeeld voor een rustpunt. Er zijn weliswaar meer genres die dat kunnen doen, zoals verhalende journalistiek. Dat is een mooie manier van journalistiek bedrijven. Of ik dat ook ga doen, weet ik nog niet. Na mijn scriptie en afstuderen zat ik behoorlijk in een dip. Mensen vroegen: “Wat ga je nu doen met je leven?” Tja, ik werk in een boekhandel. Dat werk tussen de boeken en het contact met de klanten maakt me gelukkig. “Maar journalistiek dan?” Zulke vragen brengen me in twijfel. Bovendien, de scriptie was een enorme inspanning. Als die wegvalt, houd je ineens tijd over. Het was een hel van een klus voor mij. Ik had zóveel werk erin gestopt… Mijn begeleider zei: het is bijna een masterscriptie. Er was nog nooit in Vlaanderen of in Nederland onderzoek gedaan naar de toepassingen van poëzie in de journalistiek, dus ik moest echt iets neerzetten, een bodem leveren, met de suggestie: “Pak dit op, dit is een mogelijkheid van jewelste.” In de VS heb je mensen als journalist en dichter Kwame Dawes. Samen met fotograaf Joshua Cogan maakte hij bijvoorbeeld een project over hiv in Jamaica, HOPE. Daar kwam onder andere www.livehopelove.com uit, met gedichten, interviews (audio en video), muziek, reportages, de foto’s van Cogan, en die interactieve website kreeg een Emmy Award. Dat project laat zien hoe poëzie kan binnenkomen en journalistieke berichtgeving kan aanvullen. Ik denk dat ook Nederlanders gedichten in de journalistiek accepteren als ze eraan gewend raken. Misschien vind je spinazie vies als je het voor het eerst eet, maar als je het elke week krijgt, kun je je het op den duur lekker gaan vinden.’
Praat mee