‘Wetenschapsjournalistiek in de media genregevoelig’

Het Rathenau Instituut heeft de eerste resultaten van een verkennend onderzoek naar wetenschapsjournalistiek in Nederlandse media gepubliceerd. Het onderzoek geeft antwoord op de vragen wat media doen aan wetenschapsjournalistiek en welke functie deze vorm van journalistiek vervult.
Linda Duits van het Amsterdamse bureau Diep Onderzoek onderzocht samen met Fontys’ lector Journalistiek & Innovatie Alexander Pleijter de wetenschapsjournalistiek in Nederlandse media. Wetenschapsjournalistiek is genregevoelig, is een eerste conclusie.
Wetenschap is verder binnen Nederlandse media een populair onderwerp. In bijna alle onderzochte titels (gericht op een brede groep volwassenen; geen vakbladen of jeugdtitels, red.) is er aandacht voor. Er zijn wel grote verschillen in frequentie en functie. Vrouwentijdschriften berichten vooral als wetenschapsnieuws persoonlijke groei helpt en kranten met hoogopgeleide doelgroep brengen relatief meer nieuws.
Een consequente aandacht voor onderzoeksmethodiek ontbreekt, evenals consistente vermelding van bronnen. “Alle wetenschapsdisciplines vinden hun weg in de media, maar bepaalde disciplines beter passen bij bepaalde genres en functies”, aldus Duits en Pleijter.
Talkshows, journaals en kranten met grote oplagen besteden ondanks hun grote bereik weinig aandacht aan wetenschapsnieuws. Het gaat meestal om wetenswaardigheden, die zonder duiding door een wetenschapper worden gebracht. De radio en podcasts doen het beter: een klein bereik, maar met meer aandacht voor de wetenschappers.
De term wetenschapper is voor media een ruim begrip, stellen de onderzoekers: “Iemand kan zichzelf in de krant cultuurhistoricus noemen zonder doctoraat te hebben. Een voedingscoach lijkt voor journalisten op gelijke voet te staan met een wetenschappelijk onderzoeker. Voor programmamakers lijken wetenschapsjournalisten even goed in staat om een (bèta)vakgebied toe te lichten als wetenschappers.”
Als journalisten kritische vragen stellen, gaat dat zelden over de gebruikte wetenschappelijke methodiek. Meer bij Diep Onderzoek (met meer conclusies en inclusief een verwijzing naar het volledige rapport)
Praat mee