Water, voedsel en… internet

De afgelopen weken vierde ik met vrouw en kinderen vakantie in Noord-Frankrijk. Ons gehuurde huisje was perfect, op één ding na: geen wifi. Voor de jongste gezinsleden was dat schrikken, want een dag geen YouTube is een dag niet geleefd. Lang leve mobiel internet. Althans, op de momenten dat het werkte.
Als de kinderen het woord zouden kennen, zouden ze ons beticht hebben van kindermishandeling. Want toegang tot internet hebben is sinds 2011 een mensenrecht. En de Nederlandse overheid ziet het sinds een paar jaar als primaire levensbehoefte: iedereen in ons land heeft recht op toegang tot supersnelle, draadloze communicatie.
Als het aan ondernemer Elon Musk ligt, geldt dat in de nabije toekomst voor de hele wereld. De soms wat malle miljardair lanceerde de dag voor mijn vakantie de eerste zestig satellieten van Starlink, een netwerk van (uiteindelijk) 12.000 kunstmanen waarmee iedereen op aarde altijd toegang moet hebben tot snel internet. Zelfs in de meest afgelegen delen van Afrika. Of in het Franse gehucht Maninghem, dat 137 inwoners en twee vakantiehuizen telt…
Voor journalisten betekent Musks Starlink-netwerk zekerheid. Live uitzenden of tweeten vanuit rampgebieden wordt makkelijker als je niet afhankelijk bent van een lokale infrastructuur. En in het geval van politieke onrust heb je geen last van spreekwoordelijke ‘rode knoppen’ die het internet uitzetten of laten ophouden bij de landsgrenzen, zoals Rusland aan het testen is. Een satellietnetwerk zoals Musk voor ogen heeft is altijd te gebruiken (al zal dat vast niet gratis zijn). Satellieten blokkeren is technisch mogelijk, en India slaagde er eerder dit jaar ook al in een kunstmaan neer te halen. Maar een van die kunstjes tegelijkertijd uitvoeren bij 12.000 satellieten is vooralsnog meer iets voor een sciencefiction-film.
Praat mee