Verslaggever en voormalig China-correspondent van de Volkskrant ernstig bedreigd en geïntimideerd

De Volkskrant-verslaggever en voormalig China-correspondent Marije Vlaskamp is het afgelopen jaar ernstig bedreigd en geïntimideerd door onbekenden die doen alsof ze de belangen van de Chinese staat behartigen.
Uit haar naam werden meerdere bommeldingen gedaan, onder meer bij de Chinese ambassade in Den Haag. Deze meldingen konden volgens de Volkskrant worden teruggeleid naar IP-adressen in China en Hong Kong.
Vlaskamp was tussen 2001 en 2019 correspondent in China en schrijft tegenwoordig als verslaggever van de krant in Nederland regelmatig kritische verhalen over de Chinese staat. Bijvoorbeeld over de onderdrukking van Oeigoeren en over het leven van Chinese dissidenten in Nederland.
Als de Chinese staat daadwerkelijk achter de bedreigingen zit, dan is Vlaskamp de eerste Nederlandse journalist die door de Chinese staat in Nederland wordt bedreigd en geïntimideerd.
Ambassade bevestigt bommelding
De Chinese ambassade bevestigt aan de krant dat zij in oktober een bommelding ontving: ‘Iemand beweerde dat er een bom was geplaatst in de buurt van onze ambassade en diegene dreigde ermee dat hij de bom snel zou laten afgaan.’
Op de vraag op welke manier de melding binnenkwam wil de ambassade geen antwoord geven.
Het Openbaar Ministerie in Den Haag zegt dat er een strafrechtelijk onderzoek is ingesteld naar de valse bommeldingen. Maar politie en justitie hebben geen concrete aanwijzingen dat er ‘statelijke actoren’ (buitenlandse mogendheden) bij betrokken zijn.
Het strafrechtelijk onderzoek zou zijn opgelegd ‘bij gebrek aan verdere aanknopingspunten om verdachten te achterhalen’.
Vlaskamp legt in het artikel uit dat zij zich ervan bewust is hoe moeilijk een eventuele betrokkenheid van China te bewijzen valt. Het ministerie van Buitenlandse Zaken neemt haar ervaringen desalniettemin zeer serieus.
‘Dit kabinet maakt zich sterk voor veiligheid van journalisten en mensenrechtenverdedigers wereldwijd en spreekt zich ferm uit tegen alle vormen van ongewenste buitenlandse inmenging. Dat deze intimidatie plaatsvindt in Nederland is onacceptabel. Buitenlandse Zaken heeft om opheldering gevraagd bij de Chinese ambassade.
Zoals de journalist zelf ook aangeeft, is de betrokkenheid van een staat in dergelijke zaken echter moeilijk vast te stellen. Evengoed zien we te vaak dat Chinese minderheden en dissidenten in het buitenland slachtoffer worden van druk en intimidatie vanuit China.’
Praat mee