Taaltip: welkomswoord / welkomstwoord

Zowel welkomswoord als welkomstwoord is correct; welkomstwoord is het gebruikelijkst.
In samenstellingen als welkomstwoord, welkomstgeschenk en welkomstdiner is het eerste deel het zelfstandig naamwoord welkomst (‘onthaal, begroeting’). Welkom is van oorsprong een bijvoeglijk naamwoord; denk aan ‘een welkome afwisseling’ of ‘iedereen is welkom’. Maar welkom kan ook een zelfstandig naamwoord zijn, zoals in ‘een warm welkom’. In welkomswoord, welkomsgeschenk en welkomsdiner zit dat zelfstandig naamwoord welkom (gevolgd door een verbindings-s).
Samenstellingen van twee zelfstandige naamwoorden komen veel meer voor dan samenstellingen van een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord. Daarom zijn er van oudsher vooral woorden gevormd met welkomst en niet met welkom. Omdat welkom al enige tijd ook als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt, zijn vormen als welkomstwoord en welkomswoord taalkundig gelijkwaardig. De varianten met welkomst- komen echter al zo lang voor dat die vooralsnog het gangbaarst zijn.
Praat mee