Sportjournalist John Volkers gaat voor het eerst van vakantie genieten

Sportjournalist John Volkers gaat na 44 jaar met pensioen. Als journalist heeft hij over de meest uiteenlopende sporten verslag gedaan, vooral voor de Volkskrant. “Ik heb het twee keer van A tot Z gedaan: van autosport tot zeilen, en van atletiek tot zwemmen.” Zijn laatste reportages maakte hij op de Olympische Spelen in Tokio. Vorige week vierde hij zijn afscheidsfeestje bij de Volkskrant.
Ondanks zijn pensioen zet Volkers er nog niet definitief een punt achter. “Ik blijf nog wel voor een aantal bladen schrijven, zoals Sport&Strategie en NLCoach. Daarbij ga ik ook een biografie over Epke Zonderland (Nederlands turner, red.) schrijven.” Volkers is ook nog vice-voorzitter van de Nederlandse Sportpers en bestuurslid van een handbalclub. “De komende vijf jaar blijf ik nog gewoon actief.”
Verandering
Met zijn jarenlange ervaring in de sportjournalistiek heeft Volkers het vak enorm zien veranderen. “Met de komst van online journalistiek is de werkdruk veel hoger geworden. Je moet - naast uitgebreidere verhalen - ook snel nieuws produceren voor de website. Dan zit je op de perstribune razendsnel te schrijven, om daarna snel naar beneden te rennen om bij de sporters een paar quotes te halen. Vroeger lag het tempo veel lager.” Hoewel het werktempo nu hoger ligt, biedt de huidige technologie ook weer voordelen. “Vroeger zat ik met de typemachine op de perstribune. Dan schreef je twee a4’tjes, belde dat door naar de stenograaf, die het uittikte in een redactiesysteem. Nu gaat dat veel sneller.”
Niet alleen het vak, ook de omgang met sporters zag Volkers in de loop der tijd veranderen. Met voetballers bijvoorbeeld. “Vroeger maakte je veel makkelijker contact met de spelers. Tegenwoordig is de communicatie helemaal dichtgetimmerd. Dat heeft ook te maken met de grote financiële belangen die bij voetbal spelen. Vroeger kon een interview drie uur duren, en tegenwoordig heb je al geluk als je één uur krijgt. Daarbij moet elk interview langs een media officer, anders krijg je geen toestemming voor publicatie.” Mede hierdoor besloot Volkers in 2000 om te stoppen met voetbalverslaggeving. “Als je je bedenkt dat ik vroeger nog met Johan Cruijff en Marco van Basten in de kleedkamer zat, dan is het vak er niet aantrekkelijker op geworden. Voetbal is daar best uniek in, bij andere sporten verloopt communicatie veel makkelijker.”
Naast voetbal hield Volkers zich ook veel bezig met volleybal, turnen en zwemmen. Bij de vraag of er eigenlijk een sport was waar hij níets mee had, moet hij lachen. “Vrouwenvoetbal heb ik altijd serieus gemeden. En met autosport en formule 1 heb ik ook nooit veel gehad.” Toch wist Volkers daar altijd wel een draai aan te geven. Met waterpolo had hij ook niet zoveel, maar zodra hij in een wereldje dook en de mensen leerde kennen, ging de sport toch voor hem leven. “Ik wilde altijd méér van de sport weten dan de wedstrijduitslagen alleen. Nieuwsgierigheid is sowieso het fundament van de journalist.”
Tokio
Met zijn laatste reportages vanuit Tokio zet Volkers een punt achter 44 jaar sportverslaggeving. Maar tijdens de reis was er weinig tijd voor sentiment. “Door de coronacrisis waren er talloze hindernissen. We moesten testen, 14 dagen in quarantaine, en we konden geen restaurant in.” Terend op supermarkt-sushi en energierepen, moest er ook nog verslag worden gedaan van de Olympische Spelen. De sfeer was met COVID-19 heel anders. “Er was geen publiek, geen toeschouwers, niks. Ik miste de interactie. Neem de eindsprint van Sifan Hassan; normaal voelt zo’n atleet haar benen niet onder het geloei van het stadion. Dan is dit toch anders. Ik moest m’n opwinding echt van de baan halen, want van het publiek kwam het niet.”
44 jaar sportjournalistiek betekent ook: 44 jaar uit je koffer leven. Volkers beschouwt de sportjournalistiek dan ook als een uitdagend vakgebied. “Het is pittig werk. Als je in dit vak werkzaam wilt zijn, zul je op sociaal vlak offers moeten brengen. En de mensen in je omgeving dus ook. Ik ging in de zomervakanties altijd naar zwemtoernooien of naar de Olympische Spelen. Aangezien mijn vrouw werkzaam was in het onderwijs, liepen onze vakanties vaak genoeg in de soep. Dat zal nu voor het eerst in vele jaren anders zijn. Ik zal voor het eerst van de zomervakantie kunnen genieten.”
Praat mee