Rendement
Rendement of kwaliteit. Wat is het belangrijkst, áls er gekozen moet worden? Over kwaliteit zijn zeker journalisten het onderling vaak snel eens. Het goede laat zich relatief eenvoudig onderscheiden van het slechte. Voor de opbrengst van die kwaliteit, het rendement, zijn daarentegen geen duidelijke maatstaven. De Telegraaf Media Groep en Wegener formuleren het in percentages van de omzet: respectievelijk 15 en 20 procent. Waarom geen 10 of 30 procent? Niemand die het weet. Het cynische antwoord is, dat het gewenste rendement altijd iets hoger ligt dan het huidige. Hebben managers iets om naar uit te kijken.
Beide uitgevers lopen zo wel het risico dat ze hun bedrijven kapot ‘managen’. Op basis van zelf verzonnen percentages dreigen ze te stoppen met uitgaven, of persen ze het laatste leven eruit. Als konijnen die in de koplampen van beursanalisten staren, zijn ze niet van hun koers af te brengen.
Het is daarom knap dat de collega’s van Wegener samen met de NVJ een nieuw reorganisatieplan hebben afgedwongen. Zou dit het begin zijn van nieuwe inzichten bij de Wegener-directie? Voorlopig heeft deze tijd gekocht. Tijd om de boodschap anders te verpakken, de actievoerders in slaap te sussen en als het even kan mede verantwoordelijk te maken voor de nieuwe plannen. Hopelijk lukt het de laatsten antwoord te krijgen op de belangrijkste vraag: wat is een redelijk rendement? Één antwoord ligt voor de hand: het hoeft niet elk jaar meer te zijn.
Bij de publieke omroep speelt die discussie net zo goed. Worden genoeg kijkers en luisteraars bereikt? Zijn de inspanningen van Netwerk, Nova en EenVandaag meer van hetzelfde? Ja, zegt voorzitter Henk Hagoort. Nee, zeggen de cijfers van kijkcijferanalist René van Dammen (zie pagina 20). Uiteindelijk gaat het ook hier om zelf verzonnen rendementspercentages, bedoeld om verantwoording af te afleggen aan de grootaandeelhouder: de Tweede Kamer.
Ook bij de publieke omroep gaat het om de verhouding kwaliteit–rendement. En ook hier is dat antwoord moeilijk. Want is de live registratie van een training van het Nederlands elftal meer waard dan de persconferentie van Bétancourt?
Ook daar is één antwoord wel te geven. De oplossing is niet: steeds meer geld steken in de publieke omroep. Vanuit die gedachte is de stop op extra subsidiëring van programma’s te begrijpen. Al is dat voor de individuele programmamaker zuur.
Praat mee