Problemen voor universiteitsbladen
Volgens Jim Jansen, voorzitter van de Kring van Hoofdredacteuren van Hogeronderwijsbladen en hoofdredacteur van Folia, is de rol van onderwijsbestuurders te groot geworden. Hij inventariseert regelmatig de situatie in het land met betrekking tot universiteit- en studentenbladen, zo valt te lezen in de Volkskrant. En die bladen hebben het moeilijk. 'Het Haagse Atrium houdt op te bestaan en gaat na de zomer met het alumniblad verder onder de naam H/Link. De redactie wordt deel van de afdeling communicatie. De studenten van Hogeschool Windesheim zullen via een website bediend worden, het blad hskwin’ zal zich vooral richten op medewerkers en opinie', aldus Jansen om te vervolgen: 'Het bestuur van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen vernietigde eind mei de oplage van Sensor zonder medeweten van de zogenaamd onafhankelijke hoofdredactie, na een klacht over een suggestieve kop.' In Utrecht is de situatie volgens Jansen het ergst.
‘Die universiteit wordt bestuurd door regentes Yvonne van Rooy (CDA). Zij wil vooral de baas zijn en heeft met de hoofdredacteur het Ublad, na Folia het oudste Nederlandse universiteitsblad, de nek omgedraaid. Het blad is vervangen door een website, maar die is maanden offline geweest. Ik vind het een schande, een universiteit zonder blad.’
Volgens Jansen bellen onderwijsbestuurders ‘laf vanuit hun ivoren toren naar het hoofd communicatie, die de hoofdredacteur vervolgens op zijn flikker geeft.’
Meer bij de Volkskrant
Praat mee
1 reactie
André Vermeulen, 8 juni 2010, 17:40
Je ziet het steeds vaker en dus niet alleen bij universiteitsbladen. Ook bij non-profitinstellingen en organisaties uit het ‘maatschappelijk middenveld’ woekert het virus en worden redacties ondergeschikt gemaakt aan de plaatselijke PR-chef. Het past in het tijdsbeeld; de journalistiek moet commercieel worden en/of reclame maken voor de baas en zijn producten danwel standpunten. Met (onder meer) als gevolg dat al die bladen op de stapel ongelezen post terechtkomen. Maar eens komt de ommekeer, alleen wanneer?