‘Persvrijheid ook gesneuveld in Oekraïne’
De Oekraïense journalist Valeri Kalnisj stelt dat de persvrijheid er in zijn land nooit echt florissant bij stond, maar dat journalisten er zélf inmiddels hun grootste vijand zijn. Kritiek wordt in de huidige tijd als onpatriottisch gezien. Zelfcensuur ligt op de loer, aldus Kalnisj in een opiniestuk in het politieke tijdschrift Ostpol.
In de oorlog die op dit moment in Oekraïne wordt gevoerd, sterven volgens Kalnisj (hoofdredacteur bij de Oekraïense radiozender ‘Vesti’) ook de journalistieke uitgangspunten. De Oranjerevolutie van 2004 maakte voor het eerst meer diverse geluiden in de media mogelijk, stelt Kalnisj - maar overheidsbemoeienis en druk op journalisten door bijvoorbeeld gerichte, intimiderende inspecties door bijvoorbeeld de belastingdienst maakt dat platforms zichzelf (laten) muilkorven.
Voor de revolutie moest de officiële lijn gevolgd worden. Inmiddels is die tijd weer terug, na een periode van bijna tien jaar waarin media en journalisten creatief om de gunst van de lezer en kijker streden. Ook uitgevers hielden zich op de achtergrond en deden aan kalme bedrijfsvoering.
Hoewel je vanuit gezond verstand geredeneerd zou moeten praten met de separatisten in Oost-Oekraïne, zul je in de Oekraïense media vergeefs naar zo’n interview zoeken, aldus Kalnisj. “De emoties verhinderen dat. Het zijn ónze Oekraïense mannen die zijn omgekomen en nog steeds omkomen. Want daar vind je natuurlijk alleen Kremlin-marionetten en bandieten,”
De journalist is somber over de toekomst: “Oekraïeners, in hun loopgraven verschanst, spreken dezelfde taal, maar hebben het over verschillende dingen.” De media zijn de verbinding met het volk kwijt, onder druk van aandeelhouders en oplagekortingen, aldus Kalnisj. “Hun leidende rol bij de meningsvorming is omgevormd tot enkel dienen en plezieren.” Meer bij Ostpol
Praat mee