‘Ook trauma-risico bij bureauredacteuren die gruweldaden verslaan’
Journalisten die zelf niet afreizen naar gevaarlijke gebieden maar wel over terreur en geweld berichten, lopen desondanks een risico op trauma. Dat concludeert het onderzoekscentrum Dart Centre Europe. Een constante stroom van ongefilterde foto's en video's van gruwelijkheden hebben een effect op het brein en kunnen leiden tot problemen.
Dart Centre noemt dat vicarious trauma - een plaatsvervangende traumatische ervaring waarvoor aanwezigheid ter plaatse niet vereist is. Er is lange tijd weinig aandacht geweest voor deze mentale belasting, stelt Gavin Rees van Dart Centre. Lange tijd werd volgehouden dat journalisten per definitie efficiënte en ultra-rationele ‘opnemers’ zijn, die niet rechtstreeks worden geraakt door datgene waar ze getuige van zijn.
Gedurende en na de oorlog in Irak, waarbij terreurgroepen gruwelijk materiaal van onthoofdingen en sadistische executies van gevangenen verspreidden, is bij redacties het besef ingedaald dat niet iedereen zulke beelden zou moeten zien.
“Er is nu een groeiend begrip binnen de beroepsgroep dat zeer gewelddadige en gruwelijke audio- en videomateriaal die op redacties binnenkomen zeker een effect op medewerkers kan hebben, ook al zitten ze 2500 kilometer verderop”, aldus Rees.
De Britse vaksite Press Gazette sprak met een journaliste, die afgelopen zomer berichtte over de aanslag in Manchester, de ramp met de Grenfell-torenflat en de aanslag in Londen (allemaal in de tijdspanne van een paar maanden) het gevoel kreeg van het pad te raken. Zij koos ervoor een tijd vrij te nemen en hulp te zoeken.
Volgens Rees is geen hulp durven vragen een groot probleem. Dagbladjournalisten lopen volgens hem een groter risico, omdat zij vaker alleen werken en een teamprestatie zoals bij televisie minder gebruikelijk is. Via hun mobiel en social media krijgen journalisten ook vaker buiten de redactie bloedig materiaal onder ogen.
Hoofdredacteur Joe Galvin van het online nieuwsplatform Storyful zegt in Press Gazette dat het niet-aflatende geweld in conflicten met een niet te stuiten stroom aan afgrijselijke beelden hem begon af te breken. “Ik was zelden nog opgewekt - ook als ik thuis was. Mijn vrouw trok uiteindelijk aan de bel dat er iets niet goed zat”, stelde hij. Ook Galvin zocht met succes hulp.
Volgens Rees is bewustwording stap een, waarna journalisten op redacties ruimte moeten krijgen om over hun gevoelens na te denken. Rust en slaap om te kunnen herstellen na drukke periodes zijn eveneens belangrijk. Ook moeten journalisten zich door collega’s gesteund voelen. Managers moeten daar extra aandacht voor hebben, zeker als een team vaak met traumatisch materiaal moet werken.
Het Dart Centre bracht afgelopen april een rapport uit [.pdf] over het bestrijden van vicarious trauma.
Praat mee