‘NPO daalt als onmisbare factor’

De naamswijziging van NPO-zenders onder één merkparaplu heeft wat betreft 'onmisbaarheid' weinig zoden aan de dijk gezet, stelt het zogeheten European Institute for Brand management (EURIB). De wat het instituut de 'onmisbaarheidscore' noemt daalde bij NPO1 van 54 naar 37 procent, die van NPO2 naar 28 procent (was 37) en die van NPO3 van 37 naar 31 procent.
De NOS is in het onderzoek de meest onmisbare omroep, meteen score van 54 procent, gevolgd door RTL met een onmisbaarheid van 47 procent. De NPO als totaal is volgens net iets meer dan een derde (37 procent) van de ondervraagden onmisbaar.
De naamswijziging is volgens EURIB door de NPO te laat ingezet en op een moment toen de markt onder druk stond. Dat was onverstandig, aldus het instituut, dat ook adviseert over reputatiemanagement. Op de site van Broadcast Magazine staat het volledige overzicht van ‘onmisbaarheid’ voor Nederlandse omroepen, zenders en televisieprogramma’s opgesomd.
Praat mee