John de Mol heeft onenigheid met ITV over nabetaling van 400 miljoen euro

De Mol verkocht zes jaar geleden zijn productiehuis, bekend van onder andere de zangwedstrijd The Voice, aan ITV en kreeg daar toen 500 miljoen euro voor. Daarnaast kon De Mol in drie termijnen nog eens 600 miljoen euro opstrijken, afhankelijk van de financiële resultaten en zijn blijvende creatieve betrokkenheid bij het bedrijf.

De eerste 100 miljoen euro kreeg hij in 2017, de rest van het geld zou hij dat begin 2020 gekregen moeten hebben. Maar ITV is er nog niet helemaal uit hoeveel het kan en wil betalen aan De Mol. De laatste 100 miljoen is vervallen omdat De Mol vervroegd is opgestapt bij Talpa. 

Hoeveel De Mol precies ontvangt, is afhankelijk van de brutowinst die Talpa Media tussen 2017 en 2019 heeft geboekt. Maar de verwerking van inkomsten uit The Voice of China is daarbij een struikelblok, meldt RTL Z. Daar ging John de Mol begin 2016 in zee met een lokale producent, die 60 miljoen dollar zou betalen voor de televisie-hit The Voice of China. De lokale partner betaalde echter niet, na een juridische strijd volgde er schikking.

Deze inkomsten uit The Voice of China zijn dus medebepalend voor de hoogte van de nabetaling aan De Mol. Maar uit de meest recente jaarrekening van de Nederlandse ITV-dochter, ITV Studios Holding BV (voorheen Talpa Media), blijkt dat er vraagtekens worden gezet bij een deel van het schikkingsbedrag dat Talpa ontving. Dat bedrag was namelijk niet afkomstig van de oorspronkelijke partner, maar van ‘entiteiten in Hongkong’. ITV wil nu vaststellen of die betalingen wel zuiver op de graat zijn. Pas als zeker is dat de autoriteiten geen onderzoek starten, en er ‘geen risico bestaat dat het bedrijf per ongeluk betrokken raakt bij witwassen’ denkt ITV de zaak rond The Voice of China te kunnen afronden.

De Mol en ITV hebben hun geschil nu voorgelegd aan een onafhankelijke arbiter. Meer bij RTL Z