In NRC is ruimte voor een columnist met hoofddoek. En zonder.

'In de beginselen van NRC zeggen we dat we de krant en de website maken vanuit een „liberale geesteshouding met eerbied voor het individu en de beginselen van verdraagzaamheid, redelijkheid en openheid”. Met hoofddoek. En zonder', luidt het slot van het commentaar maandag in NRC.
De commentator ging in op het afscheidsstuk van columniste Lamyae Aharouay zaterdag in de krant. Daarin beschreef ze hoe ze 2,5 jaar lang opmerkingen van lezers bleef krijgen over haar hoofddoek. Aharouay dook daarvoor de archieven in. Tweederde van de reacties ging in op de inhoud van haar stukken, in eenderde van de gevallen ging het over haar hoofddoek en bijna altijd negatief.
Zij ging met een aantal lezers de discussie aan. En concludeert: ‘De meeste gesprekken lopen dood. En om eerlijk te zijn komt dat vooral door mij. Want in iedere mail, iedere reactie die ik componeer ben ik me bewust van het feit dat ik me aan het verdedigen ben. Dat de inhoud van mijn columns, door alle jaren heen en waar ik ook over schreef, niet op heeft kunnen wegen tegen wat ik om mijn hoofd draag. Eerlijk is eerlijk, die conclusie is teleurstellend en confronterend. Maar ik besef ook dat het uiteindelijk maar een deel van de reacties is. Tweederde van de lezers die de moeite nam om te schrijven, deed dat op basis van de inhoud. Onder de korst ligt dan ook geen wond. Mijn huid is wellicht wat dikker, maar wel geheeld.’
In het commentaar van maandag schrijf de krant: ‘Mag een columnist, meer in het bijzonder van NRC, een hoofddoek dragen? De vraag stellen is ’m beantwoorden: ja natuurlijk. Een hoofddoek is een uitdrukking van een religieuze overtuiging en daarin is iedereen vrij. Deze krant is vóór vrijheid van godsdienst en vóór individuele keuzes. Dát we die vraag überhaupt stellen is een gevolg van de soms problematische reacties onder het publiek op de foto van columniste Lamyae Aharouay bij haar stukken’.
De krant kan vervolgens wel begrip opbrengen voor veel van de reacties, maar betoogt: ‘Media staan echter in het volle leven en proberen iedereen met iedereen te laten praten. NRC is bovendien ‘van de inhoud’ en vraagt lezers vertrouwde kaders en verwachtingen bij te kunnen stellen. Met z’n columnisten tracht NRC bovendien een afspiegeling te tonen van een divers Nederland. Er zijn meer stemmen relevant dan die van de middelbare, witte man, die het in deze titel sinds 1828 doorgaans voor het zeggen had. Aharouay, met of zonder hoofddoek, is een van de gezichten van dat nieuwe Nederland. Ze kreeg op de opiniepagina een plaats aangeboden vanwege haar kwaliteit als auteur’.
Praat mee