Het getekende verhaal uit Syrië
De Duitse journalist Olivier Kugler schrijft zijn verhalen niet, maar tekent ze. Dat levert indringende reportages op uit oorlogsgebied als Syrië. Het is voor Kugler een zoektocht geweest, maar inmiddels publiceert hij in kranten als de Süddeutsche Zeitung, The New York Reviews of Books en The Guardian. Kugler gaat niet over één nacht ijs. Zijn manier van werken mag met recht slow journalism worden genoemd.
“Op een dag kwamen soldaten van het Vrije Syrische Leger naar mijn kapperszaak en zeiden dat ze me ze zouden vermoorden als mijn broers niet binnen een maand deserteerden uit het regeringsleger. Ook moest ik stoppen met het afscheren van baarden, omdat dat on-islamitisch is.” Aan het woord is de 28-jarige kapper Issa, in een reportage van de Duitse journalist Olivier Kugler over Syrische vluchtelingen. Bijzonder aan dit verslag is dat het niet geschreven of gefilmd is, maar getekend. Kugler (1970) is stripjournalist, die beeldverhalen maakt voor grote kranten als Süddeutsche Zeitung, The New York Reviews of Books en The Guardian. Zijn reportage heeft door de explosieve toename van de vluchtelingenstroom uit Syrië internationale aandacht gekregen.
Kugler: “Ik was eind vorig jaar in het kamp Domiz in Koerdisch Irak, op verzoek van de Zwitserse afdeling van Artsen Zonder Grenzen. De laatste jaren nodigen ze tekenaars uit om hun projecten in de vorm van strips of illustraties te documenteren. Mij werd gevraagd om de omstandigheden waarin Syrische vluchtelingen de winter moeten doorkomen in beeld te brengen, om de lezers van kranten en tijdschriften daar bewust van te maken. Inmiddels is mijn reportage gepubliceerd in Harper’s Bazaar, Le Monde Diplomatique en Internazionale. Ik heb de tekeningen ook tentoongesteld op het stripfestival Fumetto in Luzern, waar ik een bureautje had neergezet om er te kunnen werken en vragen te beantwoorden van het publiek over mijn werkwijze.”
Kuglers techniek is inderdaad nogal ingewikkeld. Omdat er in frontsituaties geen tijd is om te gaan zitten schetsen, maakt hij referentiefoto’s die hij in zijn studio schift op bruikbaarheid. Vervolgens tekent hij de gekozen taferelen uit op grote vellen. Die scant hij in en voegt er digitaal de inkleuring aan toe. Tenslotte maakt hij een transcriptie van zijn interviews, en fragmenten daaruit plaatst hij met de computer in de tekeningen. Dat mag je met recht slow journalism noemen, maar die heeft zeker voordelen.
De Britse tekenaar George Butler is ook in Syrië geweest om te tekenen, in zijn geval voor Doctors of the World. Hij zegt daarover: “Tekeningen tonen een ander perspectief. Ik ging niet naar Aleppo om met de fotografen te concurreren, zij doen fantastisch werk voor de voorpagina van de krant. Ik zocht een andere invalshoek, een meer menselijke vierde dimensie. Het tekenen is een heel open en eerlijk proces, waarbij de mensen over je schouder kunnen meekijken. Dat is belangrijk, omdat ze zich daardoor niet bedreigd voelen. Ze vertrouwen je en laten dingen zien die je anders niet te zie krijgt.”
Sinds Joe Sacco halverwege de jaren negentig naam begon te maken met stripreportages over Palestina en Bosnië, is het aantal tekenaars dat ook met pen, papier en laptop naar nieuwswaardige plekken trekt, gestaag gegroeid. Er bestaan inmiddels gespecialiseerde platforms voor zoals La Revue Dessinée, The Cartoon Movement en Symbolia, en de eerste opleidingen komen van de grond.
Olivier Kugler kon na zijn studie in Pforzheim geen opdrachten vinden. Een vriend vertelde dat je aan de kunstacademie van New York een apart programma ‘illustration as visual essay’ kunt volgen en een jaar later zat Kugler op allerlei plekken in New York op locatie te schetsen. Tegenwoordig woont hij als ‘documentary illustrator’ in Londen vanwaar hij zijn reportages plant.
Hij reisde mee met een vrachtwagenchauffeur in Iran, bezocht in Laos een dierenarts die olifanten behandelt en ging naar Burkina Faso om met de bewoners te praten over droogtes en overstromingen. Maar nu zou hij het liefst naar Syrië terugkeren: “Ik wil nog een getekende reportage maken over een kleine psychiatrische kliniek waar Syrische vluchtelingen en een Koerdisch-Iraakse psychotherapeute werken. Zij hebben me kennis laten maken met een paar van hun patiënten en het zou mooi zijn om een narratieve serie tekeningen te maken die laat zien hoe zo’n medische dienst in een vluchtelingenkamp te werk gaat. Daar ben ik nu subsidie voor aan het aanvragen.”
Praat mee