word studentlid

— zondag 28 februari 2010, 09:00 | 0 reacties, praat mee

Fondsen onder vuur

Dit jaar is er bijna 30 miljoen euro aan subsidie te verdelen in de media. Een aardig bedrag in deze crisistijd. Maar hoe wordt dat geld eigenlijk toegekend? En lukt het om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden? Of speelt in de journalistiek precies hetzelfde als in de cultuursector? Laatste wijziging: 21 februari 2013, 13:17

Vóór 24 maart wordt duidelijk of het subsidiesysteem in de culturele sector op de schop moet. Uiterlijk dan doet de Raad van State uitspraak in een hoger beroep van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten. Dat cultuurfonds stapte naar de hoogste rechter nadat een bestuursrechter oordeelde dat het fonds een onzorgvuldige beslissing heeft genomen over de subsidieaanvraag van de Theatercompagnie. Ook had het fonds volgens de rechter de schijn van belangenverstrengeling gewekt omdat een commissielid die adviseerde over de aanvraag, zelf ook subsidie had aangevraagd.

Die uitspraak leidde tot veel rumoer. Niet alleen in het veld, maar ook in de Tweede Kamer. ‘Wie zelf afhankelijk is van subsidie, zou niet in zo’n commissie moeten zetelen’, stelde VVD’er Han ten Broeke. Hans Maarten van den Brink, directeur van het – kapitaalkrachtige – Mediafonds, reageert een stuk genuanceerder. Wellicht omdat zijn fonds óók gebruik maakt van adviseurs die afhankelijk zijn van het Mediafonds. Al is dat niet onmiddellijk zichtbaar, omdat subsidie wordt aangevraagd door publieke omroepen en niet door – freelance – programmamakers. Ook al zijn zij vaak de bedenkers én uitvoerders van het voorstel waar subsidie voor wordt aangevraagd. Toch is Van den Brink niet bang dat zijn fonds in dezelfde problemen zal komen als het Fonds voor de Podiumkunsten. ‘Wij letten heel scherp op mogelijke belangenverstrengeling. Daar zitten we bovenop.’

Van den Brink denkt problemen te voorkomen doordat commissies van het Mediafonds ad hoc worden samengesteld en bestaan uit een mix van vakgenoten en andere deskundigen. Daarnaast is de samenstelling van commissies niet openbaar. Hoewel de 120 namen van alle adviseurs wél op de website staan. ‘Maar dat zegt niets over in welke commissie zij zaten en over welke aanvragen zij hebben geadviseerd’, pareert Van den Brink. Hij benadrukt dat niet de adviseurs, maar het bestuur van het Mediafonds een subsidie toekent of afwijst. ‘Dat gebeurt op basis van de argumentatie die adviseurs in een verslag hebben vastgelegd. Het bestuur weegt die argumenten en neemt op basis daarvan een beslissing. Transparanter kan het haast niet.’

Dergelijke transparantie is het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (FBJP) vreemd. Natuurlijk is er een jaarverslag en is te lezen welke aanvragen zijn gehonoreerd en wie de aanvragen hebben behandeld. Maar dat is het dan ook. Bestuursleden kunnen voor eeuwig blijven besturen, kiezen zelf nieuwe collega’s en de kwaliteiten waaraan zo iemand moet voldoen, staan niet op papier. ‘Wij opereren informeel en niet bureaucratisch’, zegt directeur Geke van der Wal. Ook politieke kleuring vindt het bestuur niet van belang, vertelt zij. ‘Wij ervaren het niet als een gemis dat er bijvoorbeeld geen uitgesproken rechtse journalist in het bestuur zit.’ Bang om zo een club van gelijkgezinden te krijgen, is zij niet. ‘Het zijn allemaal eigenwijze types die gezaghebbend zijn in de journalistiek. Mensen die allemaal nieuwsgierig en open zijn.’

Haar Belgische collega Ides Debruyne, directeur van het Fonds Pascal Decroos, opereert op een veel professionelere manier. ‘Wij hebben voor een heel andere organisatie gekozen, omdat wij vreesden voor sclerose; aderverkalking. Bij het FBJP blijven mensen veel te lang zitten. Dat is evident ongezond. Daarnaast vind ik het nogal verwarrend dat de directeur van het fonds zelf voor de Volkskrant werkt. Als ik bijvoorbeeld zou freelancen voor Knack, dan vind ik dat ik de perceptie creëer dat het fonds een favoriet medium heeft. En daarmee zou ik de street credibility van het fonds ondergraven.’ De geloofwaardigheid van een fonds moet volgens Debruyne onaantastbaar zijn. Daarom is de jury van zijn fonds anoniem, wordt de samenstelling iedere twee jaar ververst en mogen de vier leden slechts vier jaar jureren. ‘Wij willen dat journalisten die een werkbeurs aanvragen ons vertrouwen, en niet bang zijn dat wij weglopen met hun primeurs’, legt Debruyne uit. ‘Ook bevorderen we zo de onafhankelijkheid, én voorkomen we dat de juryleden op ieder feestje worden vastgeklampt door reporters die willen weten hoe zij een werkbeurs kunnen krijgen.’ Naast de jury – ’die op geen enkele paylist van mediabedrijven staat’ – heeft het Belgische fonds ook een bestuur. ‘Maar zij beslissen niet wie die werkbeurzen krijgen’, vertelt Debruyne. ‘Tussen de jury en het bestuur zit een absolute scheidingsmuur.’

Van der Wal oppert dat de Belgische structuur vooral zal zijn ingegeven door de gewoontes in dat land. ‘Ik denk dat daar een cultuur van beïnvloeding bestaat.’ Op de mogelijke verwarring die zij schept door haar werk voor de Volkskrant, reageert Van der Wal laconiek. ‘Als ik daar rondloop, weet ik natuurlijk dat er mensen werken die een aanvraag hebben ingediend. Zij spreken mij daar ook op aan. En ik geef ze advies, net zoals ik dat ook doe aan andere subsidieaanvragers. Dat is namelijk mijn rol; ik ben intermediair tussen de aanvragers en het bestuur. Ik ga niet over de verdeling van de subsidies. Die taak ligt bij het bestuur.’

Kritische vragen over de lang zittende bestuurders raken bij Van der Wal, – zelf ook al zestien jaar verbonden aan het fonds –, wél een gevoelige snaar. Ze laat kort voor de publicatie van dit verhaal weten dat bestuursleden voor­taan voor een termijn van vijf jaar worden aangewezen. ‘Met de mogelijkheid van één herbenoeming.’ Andere vragen over bijvoorbeeld de kwalificaties waar bestuursleden aan moeten voldoen, of wat er precies in de statuten staat over de samenstelling van het bestuur, wuift ze terzijde. ‘Het is noblesse oblige.’

De bestuursleden van het Stimuleringsfonds voor de Pers besturen maximaal tien jaar. Ook andere zaken zijn nauwgezet vastgelegd. Toch wordt er de afgelopen maanden veel en vaak gediscussieerd over het behoud van de onafhankelijkheid van dit fonds. Niet vanwege de rechtszaak van de Theatercompagnie, maar omdat het fonds tegenwoordig zó populair is dat inwinnen van extern advies noodzakelijk wordt. En daarmee zou de onafhankelijkheid van het Stimuleringsfonds in het geding kunnen komen. ‘We kunnen sowieso alleen preadviseurs inschakelen die zelf geen subsidieaanvraag doen’, stelt directeur Lou Lichtenberg, ‘anders tornen wij aan onze onafhankelijkheid. En dat is onmogelijk, want die onafhankelijkheid is vastgelegd in de Mediawet.’ Lichtenberg is blij met deze wettelijke afspraak. ‘Mijn ervaring als secretaris van de Persraad (een voormalig adviesorgaan over persbeleid dat was samengesteld uit vertegenwoordigers van beroeps- en bedrijfsgenoten, red.) heeft mij geleerd dat een gebrek aan onafhankelijkheid leidt tot bloedeloze compromissen en doorpolderende bestuurders die enkel voor eigen parochie prediken.’

Lichtenberg heeft bij buitenlandse fondsen geïnformeerd hoe zij de onafhankelijkheid waarborgen en de schijn van belangenverstrengeling pogen te voorkomen. Maar het Stimuleringsfonds is er nog niet uit hoe zij dat zelf precies gaat doen zodra de externen worden ingeschakeld. ‘Ik ieder geval zullen de preadviseurs moeten rouleren’, meent Lichtenberg. Maar of zij anoniem dan wel in de openbaarheid gaan opereren, is nog niet duidelijk. ‘Maar ze moeten onafhankelijk zijn, en we maken het onmogelijk dat concurrenten over elkaars subsidie moeten gaan beslissen. Anders kunnen we beter stoppen.’

‘Als je met subsidiegeld werkt, moet je volledig betrouwbaar zijn’, vult de directeur van het Europese Fonds voor Onderzoeksjournalistiek aan. Vanuit New York skypt Brigitte Alfler dat een anonieme jury het beste is voor de geloofwaardigheid en onafhankelijkheid van een journalistiek fonds. ‘Dan kunnen de leden niet worden beïnvloed door subsidieaanvragers, maar ook niet door donoren.’ Zo wordt volgens Alfler de schijn van belangenverstrengeling vermeden, maar ook ‘de eindredactionele onafhankelijkheid van de jury gewaarborgd’. Het Europese onderzoeksjournalistiek fonds is net zo georganiseerd als het Belgische Fonds Pascal Decroos.

‘Natuurlijk poogt ieder fonds de schijn van belangenverstrengeling te voorkomen’, zegt Hans Maarten van den Brink. ‘Maar je kunt het nooit absoluut regelen. Als je kiest voor adviseurs en bestuurders uit het vak, klinkt al snel de kritiek dat het incestueus wordt. Maar als je kiest voor buitenstaanders, worden makers boos dat er mensen over hun werk oordelen die er geen verstand van hebben.’ Het blijft dus schipperen. En zijn rechtszaken zoals die van het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten, ook in de journalistiek niet ondenkbaar.

magazine@villamedia.nl

Auteur Marloes Elings werd eenmaal – naar eigen zeggen terecht – afgewezen door het FBJP


——-

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.