Ethische vragen bij WNL-documentaire over Peter R. de Vries

Een journalist moet zich verre houden van berichtgeving over zaken waar hij in de privésfeer bij betrokken is. Dat was bij de documentaire over de vriendin van de vermoorde misdaadverslaggever Peter R. de Vries echter wel het geval, stelt media-ethicus Huub Evers in een opinie bij De Stentor. Dat verhoudt zich slecht met journalistieke gedragscodes. Maar geldt zo'n gedragscode ook bij documentaires? Evers vraagt zich af of er sprake was van een vriendendienst of een met voldoende afstand gemaakte documentaire.
In de WNL-documentaire Vertrouwelijk! trad voor het eerst de vriendin van Peter R. de Vries uit de anonimiteit. Het betreft journalist Tahmina Akefi, die haar identiteit geheim hield om niet enkel als ‘de partner van’ bekend te staan.
Een andere reden waarom Akefi nu toch in de openbaarheid treedt, is omdat ze tijdens de rechtszaak gebruik wil maken van haar spreekrecht. Dat wil ze niet anoniem doen.
De documentaire werd gemaakt door misdaadjournalist Simon Vuyk, die ruim dertig jaar bevriend was met Peter R. de Vries. Vuyk behoorde dus tot de intimi van het stel. “Is het dan wel zo verstandig om zelf een documentaire als deze te maken? Kun je de vereiste distantie in acht nemen?, vraagt Evers zich af.
In journalistieke gedragscodes staat vaak dat een journalist niet moet berichten over zaken waar hij in de privésfeer bij betrokken is. “Zijn deze journalistieke gedragsregels ook bestemd voor documentairemakers? Een documentaire hoeft niet net zo onpartijdig en evenwichtig te zijn als een nieuwsbericht of -reportage en mag een subjectieve visie en uitgesproken mening van de maker laten zien.”
Evers plaatst vraagtekens bij de boodschap, de achterliggende bedoeling van de documentaire. Het lijkt hem niet onwaarschijnlijk dat het vooral draaide om het uiten van forse kritiek op het veiligheidsbeleid van de overheid. “Tahmina trok fel van leer over het gebrek aan aandacht voor Peter en het falende systeem. Ook over zijn beveiliging die hij zeker wilde. Wat hij pertinent niet wilde was een verstikkende persoonsbeveiliging. In haar eigen woorden: “De aanslag had voorkomen kunnen worden. Peter werd afgeslacht omdat het systeem opnieuw faalde.”
Daarmee werd de documentaire volgens Evers eigenlijk een aanklacht van de maker en de hoofdpersoon tegen de wijze waarop de Nederlandse overheid bescherming en veiligheid organiseert voor bedreigde figuren. “Dan is toch eerder sprake van een vriendendienst dan van een professioneel en dus met distantie gemaakte documentaire.” Meer bij De Stentor
Praat mee