mgm nvj maart

— vrijdag 27 augustus 2010, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Defensie versus journalistiek: 1 - 0

Defensie wilde de missie in Uruzgan verkopen aan het Nederlandse publiek. Daarvoor werden 600 journalisten overgevlogen onder de voorwaarden van het leger. Die hebben zich goed van hun taak gekweten, zegt Defensie. Compliment of belediging? Laatste wijziging: 17 april 2014, 14:40

Defensie heeft er nooit een geheim van gemaakt welk beeld Nederlandse media zouden moeten schetsen van de militaire missie in Uruzgan. Sleutelwoorden uit het door een WOB-verzoek van NRC Handelsblad openbaar geworden communicatieplan ISAF Stage III uit 2006 zijn ‘begrip’, ‘waardering’ en ‘draagvlak’.

Otte Beeksma, plaatsvervangend directeur communicatie bij het Ministerie van Defensie zegt daar nu over: ‘En we willen een bepaalde trots uitstralen. We willen laten zien dat onze militairen zo’n ingewikkelde operatie kunnen uitvoeren. Het Nederlandse publiek moest op dat gebied een been bijtrekken.’

Het was in 2006 de eerste keer dat Defensie een voorlichtingsplan wijdde aan een militaire missie. In achttien pagina’s wordt duidelijk gemaakt dat zowel het Nederlandse publiek, de militairen zelf, het thuisfront, internationale partners en zelfs de Afghaanse bevolking op de hoogte moeten worden gebracht van de inspanningen van Defensie. Aangezien ‘begrip tot waardering leidt’ en ‘openheid en continuïteit aan de basis van het voorlichtingsbeleid liggen’, volgde het uitnodigen van embedded journalisten daar ‘automatisch uit’.

Beeksma: ‘Embedded was noodzakelijk omdat er anders weinig journalisten naar Uruzgan zouden gaan. Nederland kent niet zo veel oorlogsverslaggevers die op eigen houtje gaan. Ook wilden we voorkomen dat alleen Haagse journalisten met ministers zouden meereizen. Dan wordt er vooral vanuit een politieke bril gekeken naar de missie.’

Vier jaar later blikt Beeksma tevreden terug op het embedded meesturen van journalisten. ‘De belangstelling was vooral in het begin enorm. Het is een paar keer ingezakt, maar altijd zijn er mensen mee geweest. De belangstelling was divers. Van GeenStijl tot NOS en van NRC tot Omroep Brabant. Iedereen had zijn eigen invalshoek. Omroep Brabant heeft een hele mooie, persoonlijke, serie gemaakt. GeenStijl vroeg aan een Afghaan “waar zit hier de Blokker?”. Alles bij elkaar een mooi totaal. De Nederlandse journalistiek heeft zijn taak integer vervuld. Ze hebben een goed beeld van de missie gegeven.’

Defensie heeft 600 journalisten van 250 media naar Uruzgan laten gaan. Sommige journalisten gingen vaker dan één keer. Beeksma vindt dat de journalisten nauwelijks een strobreed in de weg is gelegd. Weliswaar kregen ze een gedragscode die respect voor de veiligheid, het individu, het thuisfront en de coalitie bepleitte en moesten ze een verklaring ondertekenen, maar in de praktijk heeft dat allemaal weinig omhakken. ‘De enige echte beperking is dat er geen operationele informatie mag worden vrijgegeven waar de Taliban wat aan heeft. Daarop zijn bijdragen gecontroleerd.’

Embedded journalistiek heeft wel wat spanningen gegeven, maar niet veel, zegt Beeksma. ‘Nu heb ik een slecht geheugen. Soms is dat lastig en soms handig.’ Als hij wat wordt geholpen, komen wel wat spanningen terug. ‘In het begin was het wennen. Er zijn voorlichters geweest die zich ook met de inhoud gingen bemoeien. Maar uiteindelijk hebben we niets tegen gehouden. Het is nooit op de spits gedreven en we hebben ook nooit voorkomen dat artikelen, beeld of foto’s niet doorgestuurd konden worden.’ Beeksma roemt de openheid van Defensie. ‘Ik durf de stelling aan dat wel alle incidenten hebben gemeld. In de documenten die door WikiLeaks openbaar zijn gemaakt, zul je niets aantreffen.’

Wel is na publicaties in De Groene Amsterdammer en door het NOS Journaal besloten in de weekberichten (elke donderdag op de site) meer aandacht te schenken aan de gevechten waarbij Nederlandse militairen betrokken zijn. Beeksma: ‘We kregen ook kritiek van onze eigen mensen. Dat we wel informatie gaven over de wederopbouw, maar niet over de gevechten. Dat konden ze moeilijk aan het thuisfront uitleggen.’ Wat Beeksma betreft gaan er bij volgende missies van Defensie weer journalisten embedded mee. Sterker, dat is nu al mogelijk met de activiteiten van de marine voor de kust van Somalië. Alleen is dat tijdrovender, omdat een schip niet zo vaak de haven aandoet. En dus is de animo voor deze missie niet zo groot.

Wel overweegt Defensie de afspraken rondom het embedded reizen aan te passen. Beeksma: ‘Het is voor ons ook een leerproces. Bij de Amerikanen vindt geen controle vooraf plaats. Als je daar operationele informatie vrijgeeft, mag je de volgende keer niet meer mee. Ik denk dat zo’n aanpak voor sommige journalisten hun weerzin tegen embedded reizen minder maakt.’ Nu was het steeds aan het medium wie embedded mee ging naar Uruzgan. Beeksma: ‘Er is geen zwarte, witte of grijze lijst. Iedereen heeft zijn voorkeuren. Ook bij Defensie. Alleen je kunt er niets mee.’

‘Het beeld dat Defensie journalisten hun werk heeft laten doen, klopt wel’, zegt Peter ter Velde van NOS Nieuws. Hij is tijdens de hele missie vele malen embedded mee geweest en is ook op eigen houtje het gebied in getrokken. ‘Ik heb een keer een conflict gehad met een kolonel die interviews met zijn manschappen weigerde. Daar hebben we toen een item van gemaakt in het Journaal: zwijgplicht voor militairen. Wel is het zo dat er het eerste jaar vooral aandacht was voor de wederopbouw terwijl er toen fel gevochten werd. Dat vind ik niet slim van Defensie.’

Net als Joeri Boom van De Groene Amsterdammer vindt Ter Velde wel dat Nederlandse journalisten te weinig zelfstandig het gebied in zijn gegaan. Ter Velde: ‘Maar het is ook lastig. Het is gevaarlijk en duur.’ Boom: ‘Embedded journalistiek is halve journalistiek en misschien wel helemaal geen journalistiek. Je onderwerpt je aan censuur. Je geeft je onafhankelijkheid op. Ik tel tien journalisten die de afgelopen vier jaar niet-embedded naar Afghanistan zijn geweest. Naast zichzelf noemt hij Peter ter Velde, Arnold Karskens, Deedee Derksen, Hans Stakelbeek, Bette Dam, Eric Feijten, Jeroen Oerlemans, Minka Nijenhuis en Hans-Jaap Melissen. Daar tegenover staan 600 journalisten die embedded zijn gegaan. Het is beschamend dat de journalistiek niet verder gekomen is’.

Arnold Karskens, verslaggever voor De Pers, gaat een stapje verder. Karskens is acht keer op eigen houtje Afghanistan in getrokken en nooit embedded. ‘Ik neem het de collega’s kwalijk. Niet Defensie. Die heeft de missie goed verkocht. De Nederlandse journalistiek heeft verzaakt. Er is een eenzijdig beeld van de strijd geleverd. Er is alleen onder censuur vanuit de militaire kampen bericht en de stem van het Afghaanse volk is niet tot nauwelijks gehoord. Ik heb niet gelezen wat de Afghanen zelf van de wederopbouw vinden, hoe zij de gevechten ervaren hebben en over burgerslachtoffers als gevolg van Nederlands handelen lees je bij anderen al helemaal niets.’

Karskens moet niets hebben van embedded journalistiek. ‘Je moet je werk voorleggen aan de schooljuf. Dat draagt het risico van zelfcensuur in zich. Je wilt geen straf van de juf.’ Hij zou het net als Boom overigens, gezonder vinden als het Amerikaanse systeem van sancties achteraf zou worden ingevoerd. ‘Een tandje beter.’ Boom: ‘Maar staar je daar niet blind op. Als je embedded met de Amerikanen gaat, krijg je een heel boekwerk waar je je aan moet houden. Doe je dat niet, dan kun je de keer daarna niet meer mee.’

Het compliment van Defensie dat de Nederlandse journalistiek goed werk heeft geleverd, kan ook bij Jaus Müller van NRC Handelsblad (op de cover) op weinig applaus rekenen. Hij ging zes keer mee met Defensie naar Uruzgan. ‘Het is een compliment van een gekleurde bron. Ik was er ook liever onafhankelijk naar toe gegaan. Embedded is een ongezonde vorm van journalistiek. Je verslaat uiteindelijk maar een kant van het verhaal. Maar de Taliban heeft nu eenmaal geen embedded programma.’

Toch heeft Müller wel redelijke ervaringen met Defensie. Zeker naarmate de missie langer duurde, werden de militairen meer open. Ze wende aan de aanwezigheid van Nederlandse journalisten. Maar kampioen openheid zou hij Defensie niet willen noemen. ‘Beeksma kan wel zeggen dat alle incidenten worden gemeld. Maar zelden alle details. Dat bleek wel toen de documenten via WikiLeaks beschikbaar kwamen. Ik miste geen incidenten, maar het bleek heel vaak veel erger dan Defensie heeft gemeld.’

Boom merkte dat Defensie wel meer trucjes in huis heeft. ‘Toen ik op eigen houtje in het gebied reisde, merkte ik dat er gevochten werd. Ik ging bij de Nederlanders langs om het EK voetbal te kijken en de Nederlandse journalisten wisten van niets. Bleek het om Amerikaanse en Australische troepen te gaan. Dat meldt Defensie dan niet. En de Nederlandse journalisten maar denken dat het rustig is in Uruzgan.’

Zo heeft elke journalist wel een ervaring met beinvloeding door Defensie. Fotograaf Ilvy Njiokiktjien kreeg alle vrijheid totdat er gewonde militairen werden binnengedragen. Fotograaf Evert-Jan Daniels is evenwel vol lof over de medewerking van Defensie. ‘Sommige nieuwe apparatuur, of een nieuwe zendmast mochten niet in beeld. Maar daar ging het mij niet om. Dat was dus geen probleem.’

De les voor Boom na vier jaar Uruzgan is, dat Nederland een opleiding tot oorlogsverslaggeving moet krijgen. ‘Het is zo ingewikkeld en gevaarlijk. Daar moet je mensen goed op voorbereiden.’ Karskens vreest dat door het tekortschieten van de Nederlandse journalistiek er de komende jaren nog tal van zaken boven water zullen komen. ‘Ik denk door afgezwaaide militairen die er mee naar buiten komen.’ Ter Velde: ‘Ik heb er heel veel gesproken en ook nu nog. Ik denk dat het wel mee zal vallen. Hele grote misstanden zijn er denk ik niet geweest. Wel vind ik dat media meer geld en meer prioriteit aan oorlogsverslaggeving moeten geven.’


——-

Bekijk meer van

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.