— donderdag 20 februari 2014, 08:56 | 0 reacties, praat mee

De prijs van oorlogsfotografie

Reuters-fotograaf Molhem Barakat, een tiener nog, stierf vlak voor Kerst tijdens een vuurgevecht tussen het Syrische leger en de rebellen om een hospitaal in Aleppo.

Laatste wijziging: 1 april 2014, 12:49

Reuters meldde op 22 december de dood van zijn freelancer. Een kort, zakelijk bericht, dat vooral vragen opriep. Bijvoorbeeld over zijn leeftijd, die niet werd vermeld. Hij zou pas 17 jaar zijn geweest, hooguit 19. Minder­jarig dus.

Journalist Corey Pein beet zich vast in het lot van de jonge freelancer, die in Instanbul werd geboren. Om te beginnen: droeg Barakat een helm en een kogelvrij vest? En was hij door Reuters getraind voor dit soort gevaarlijk werk?

Een Engelse vriendin, journalist Hannah Lucinda Smith, wilde Barakat niet mee op oorlogspad. Die verantwoordelijkheid wilde ze niet dragen, blogde ze op de dag van zijn dood. Smith zei te hopen dat Reuters niet roekeloos met hem was omgegaan. Was Barakat een freelancer, zoals Reuters berichtte? Of in vaste dienst, zoals staat te lezen op zijn Facebook-pagina. Op foto’s en video’s op internet is nergens te zien dat de fotograaf een helm droeg en een kogelvrij vest. Wel zijn er beelden van Barakat in een T-shirt in de front­linie, kruipend naast een militair, die beschut door een laag muurtje van alle kanten wordt beschoten.

Zwijgen
Er kwamen meer vragen los, toen Reuters bleef zwijgen. BBC-verslag­gever Stuart Hughes klopte ook tevergeefs aan bij Reuters voor tekst en uitleg. ‘Omwille van de veiligheid van onze fotografen in het gebied’, antwoordt Chris Artis, die bij Reuters belast is met het rekruteren van medewerkers.

Volgens Smith had Barakat plannen gehad om zich aan te sluiten bij de aan Al-Queada gelieerde verzetsgroep Jabhat al-Nusra. Hij werd afgewezen. Via het Aleppo Media Center, een propaganda-organisatie van andere rebellen, zou hij bij Reuters zijn binnen gekomen, blogde Pein. Met andere woorden: hoe betrouwbaar was Barakat? En wat zegt dat over zijn foto’s?

‘Kranten sturen geen fotografen naar brandhaarden, maar haalden zijn foto’s wel via de achterdeur binnen’, reageert conflictfotograaf Robert Goddyn. Hij kan nog wel een paar morele vragen bedenken. ‘Ik begrijp dat Barakat honderd dollar kreeg voor tien tot twintig foto’s per dag. Natuurlijk, in Syrië is dat veel geld, maar andere freelancers worden beter betaald. Wat ik ook wil weten is hoe hij aan zijn dure fotospullen kwam. Een Canon 5D mark II met 16-35mm 2.8-lens en een Mark IV met een 70-200mm 2.8-lens. Dan praat je over 15.000 euro. Die spullen kun je bovendien niet in Syrië kopen. Verdiende Barakat soms zijn geld met de camera’s van een van zijn gedode ‘collega’s’?’

Veiligheidsrisico’s
Vanwege de hoge veiligheids­risico’s sturen hoofdredacties geen journalisten en fotografen naar Aleppo, maar publiceren ze wel foto’s gemaakt vanaf de frontlinies. Uitgezonderd The Sunday Times. De Britse krant neemt sinds een jaar geen foto’s meer af van freelance fotografen uit Syrië. Omdat de krant ze niet wil aanmoedigen uitzonderlijke risico’s te nemen.

Zoals Hans Jaap Melissen een keer bij NOS Nieuws overkwam. Hij is net terug uit Syrië en gaat binnenkort weer. Maar niet naar Aleppo.

‘Ik hoor bij de journalisten die al heel lang geen visum krijgen en ga dus via het rebellengebied. Maar je komt niet ver het land in, omdat je al snel op extremistische groepen stuit die jou zullen ontvoeren. Syriërs die me normaal zouden helpen tijdens zo’n trip, durven niet meer. Ze zijn bang zelf slachtoffer te worden.’

De omstandigheden ter plekke maken het ook voor Reuters uitermate lastig om te werken. Dat vraagt om improviseren. Melissen: ‘Reuters voelt de plicht om te berichten vanuit Aleppo. Opportunisme speelt daarbij zeker een rol. Ervaren oorlogsfotografen zijn er niet, dus worden freelancers en soms stringers ingezet, met alle risico’s van dien aangaande hun veiligheid en de betrouwbaarheid van het materiaal. En dan is er nog het zakelijke argument. Reuters dankt zijn bestaan aan het leveren van foto’s en verhalen, ook uit conflictgebieden. Oorlog is business.’

Medewerker
Nederlandse kranten publiceerden ook foto’s van Barakat, ook Trouw. De laatste ‘eigen’ fotograaf in Syrië was vaste medewerker Eddy van Wessel. De situatie ter plekke is nu veel te gevaarlijk. De krant is afhankelijk van buitenlandse persbureaus.

‘Het is onze dagelijkse zorg’, zegt fotoredacteur Jeanette de Vos. ‘In het begin was het niet zo ingewikkeld. Je had twee partijen: het leger van Assad en de opstandelingen. Assad was de kwade genius. Inmiddels bestaat het strijdtoneel uit een wirwar van partijen. Wie is verantwoordelijk voor welke wreedheden? En waar haalt Reuters het materiaal allemaal vandaan? Soms houden ze zelf een slag om de arm. Is een foto aangeleverd door het Syrische leger? Dan melden we dat. Of dat we geen zekerheid hebben over de bron. Het belangrijkste is dat Reuters blijft berichten. Anders bereikt ons helemaal geen nieuws meer vanuit Syrië. Met als gevaar dat de oorlog op de achtergrond verdwijnt.’

Goedkoper
Collega Robbert van Venetië van NRC Handelsblad zegt dat de malaise in krantenland ertoe heeft geleid dat de krant steeds minder freelance fotografen naar conflictgebieden stuurt. Werken met lokale fotografen is veel goedkoper. ‘Hoe groot is de meerwaarde van een eigen fotograaf? Die afweging moet je maken. De medewerkers ter plekke kennen we bovendien goed.’

Syrië is een ander verhaal. Te gevaarlijk. Ook NRC Handelsblad is afhankelijk van het materiaal van AP, AFP, EPA en Reuters. De foto­redactie vertrouwt op de reputatie van de internationale persbureaus.

Van Venetië: ‘Je gaat ervan uit dat ze weten met wie ze in zee gaan. Maar dan nog; we checken iedere foto.’

Libië
Guus Dubbelman was twee jaar geleden voor de Volkskrant in Libië. Het werd een hachelijke onder­neming en voor de hoofdredactie een belangrijk signaal om voortaan echte brandhaarden te mijden.

‘De krant heeft ook een verantwoordelijkheid naar de familie van een freelancer’, zegt Gerrit-Jan van Ek, chef van de beeldredactie. ‘Als je die verhalen hoort van Dubbelman. Hij wist niet meer wie de vijand was, zo groot was de chaos. Mensen om hem heen werden neergeschoten.’

De redactie weegt af wat wel en niet kan. De Oekraïne bijvoorbeeld wel, Aleppo beslist niet. Volgens het ­Comittee to Protect Journalists zijn er de afgelopen twee jaar 61 journalisten gesneuveld in Syrië.

Van Ek: ‘Het is anders wanneer je onder begeleiding van een nationaal leger of een van de strijdende partijen je werk kunt doen. De risico’s nu zijn veel groter. Kijk maar eens hoeveel journalisten er in Syrië vermoord en ontvoerd zijn. AP en Reuters zijn erop ingericht om overal in de frontlinie te staan, wij niet.’

Familie
Een maand geleden rapporteerde Corey Pein de laatste keer over de lotgevallen van Barakat. Hij concludeert: ‘Ik weet ook dat oorlogen smerig zijn. En dat wanneer Barakat niet foto’s was gaan maken hij zelf de wapens opgepakt zou hebben. Reuters heeft wellicht gemeend dat ze hem een gunst verleenden. In sommige opzichten zal dat beslist waar zijn. Maar dat betekent niet dat Reuters vragen omtrent zijn dood niet hoeft te beantwoorden.’

Aan Barakat’s avontuur voor Reuters kwam na zeven maanden abrupt een einde. Één vraag wist Pein wel beantwoord te krijgen: Reuters betaalde de fotoapparatuur van Barakat. Melissen hoopt dat het persbureau ook goed zorgt voor zijn familie. ‘Ik heb het tien jaar geleden meegemaakt dat een bekende van mij op de Westelijke Jordaanoever werd doodgeschoten. AP heeft de weduwe toen financieel ondersteund.’

Hoofdredacteur Stephen Adler van Reuters wil alleen het volgende kwijt. ‘Ik dank Barakat en alle moedige journalisten wereldwijd, die enorme risico’s nemen om het nieuws aan het publiek te vertellen en te laten zien. Ik weet dat onze medewerkers onvermoeibaar blijven werken om risico’s zoveel als we kunnen te minimaliseren.’

Bekijk meer van

Tip de redactie

Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, coördinator magazine

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.